Voorpagina Algemeen, Spiritualiteit

Hoe intrinsiek is onze goedheid?

Als kind zijnde herinner ik me heel goed dat een familielid de (befaamde) zeven adviezen van Mawlana Rumi had opgehangen in zijn huis. De poëzie en de wijsheid ervan trof me al sinds mijn kinderjaren. Deze zeven adviezen waren in dichtvorm en leken af te tellen naar de climax, namelijk: “Wees zoals je jezelf voordoet of doe jezelf voor zoals je bent.” De precieze reden weet ik niet, maar dit laatste advies trok mijn aandacht wat meer, terwijl ik vast niet eens begreep wat hij er precies mee bedoelde. Een tekst interpreteer je namelijk vanuit de referentiekaders waarover je op dat moment beschikt. Vanuit mijn jeugdige, straatculturele context interpreteerde ik het dan ook als: “Je moet geen snitch (verrader) zijn, want loyaliteit aan je vrienden is belangrijk, en je moet ‘true’ zijn, dus geen fratsen achter iemands rug uithalen. Hoewel ik vast bepaalde snijpunten geraakt moet hebben met het achterliggende idee van Mawlana, voegde ik er met de tijd extra dimensies aan toe.

We leven in een tijd waarin narcisme botviert en waarin velen van ons wel kruimeltjes ervan hebben gegeten. Overgeconsumeerd als we zijn, zien we erkenning als enig overgebleven doel dat ons bevrediging schenkt en dit is mogelijkerwijs één van de belangrijkste redenen waarom Facebook en Instagram zo populair zijn (of waren) geworden. Velen van ons zijn derhalve ook verslaafd aan de ‘likes’.

De drang om ‘geliket’ te willen worden is bij sommigen zelfs zo doorgeschoten dat de virtuele ‘ik’ vaker ten tonele moet verschijnen dan de ‘aardse ik’ en indien zelfwaardering gecorreleerd is met de likes, loop je het gevaar om gevangen te raken in je virtuele pseudoniem. Je zult denken dat je iets deelt vanuit jezelf, maar in wezen conformeer je aan de sociale omgeving en geef je het publiek wat ze van je verwachten.

Je zogenaamde virtuele pseudoniem is echter niet enkel op cyberspace actief. Zelfs in de meest ‘onschuldige’ situaties zul je proberen er iets voor jezelf uit te halen om alsnog je ‘like’ te verdienen.

Denk bijvoorbeeld aan het helpen van een zwerver. Je maakt jezelf wijs dat je geen tegenprestatie verwacht, maar je voelt je toch geschoffeerd wanneer je geen bedankje ontvangt. Geef je niets om het bedankje, ontvang je nog steeds voldoening in de glinsterende ogen en je voelt je opgetogen door het idee iemand geholpen te hebben. Wellicht help je juist de ander, om jezelf ermee te helpen.

Met de dag denk ik daarom meer diepgang te krijgen in die ene zin die steeds dieper wordt bij het graven ernaar. De woorden van Mawlana zijn positief activerend van aard en stimuleren je om je innerlijke spiritualiteit zodanig te ontwikkelen dat je bij alles wat je doet, de intentie hebt dit uit te voeren omdat het ‘juist’ is. “Wees zoals je jezelf voordoet of doe jezelf voor zoals je bent.” Dit betekent derhalve voor mij dat je intrinsiek zo gemotiveerd moet zijn bij het verrichten van een (goede) daad, dat je geen enkele (wereldse) tegenprestatie ervoor dient te verwachten. Ik hoop dat dit ook mijn overweging is geweest bij het schrijven van dit artikel!

Enige wat we met zekerheid over hem kunnen zeggen is dat hij Ferhat heet. Volgens hem heeft de mens allerlei mentale hokjes in het hoofd, en laat elke persoon in paar van die hokjes passen. In feite is elke vorm van definiëring derhalve een mentale, maar ook een taalkundige inkapseling van een complex wezen, genaamd ‘de mens’. Simpel gezegd: Ferhat wilt jullie denkwerk niet voor jullie doen. Creëer maar een nieuw hokje in je hoofd en noem het ‘Ferhat’.

Lees andere stukken van Ferhat