Voorpagina Ervaringen, Persoonlijk

Marokkanen en camera’s

Als er iets is waar veel Marokkanen van in de kramp schieten, dan is het wel voor camera’s. “Niet filmen, niet filmen!”, “Weg met die camera, weg!” Hoewel ik zelf een ‘mocro’ ben, heb ik me vaak kapot geërgerd. ‘Waarom steeds in paniek raken bij het zien van een camera?’, vraag ik mijzelf dan af.

Toen ik in 2010 stage liep bij RTV Utrecht was ik verantwoordelijk voor de rubriek ‘Bij ons in’. Wekelijks maakte ik een serie van vier leuke afleveringen over een bijzondere Utrechtse straat, vereniging of instelling bijvoorbeeld. Ik ging dan met mijn camera en microfoon op pad en was dan helemaal in mijn element.

Wat in mijn ogen ook positieve aandacht verdiende was de bekende Utrechtse Kanaalstraat, dus ging ik daarheen. Ik kwam er om een serie afleveringen te maken van vier verschillende zaakjes, en hoewel de winkelstraat rijk is aan Marokkaanse ondernemers, viel het niet mee om ze ook daadwerkelijk te interviewen. Ik had al een kaasboer en de eigenaar van een elektronicazaak geïnterviewd. Een bereidwillige Marokkaan was echter lastig te vinden, dus ging ik met een lege maag op zoek naar de eerste de beste eettent.

Bij binnenkomst zag ik traditionele Marokkaanse zellizj aan de muur van geglazuurd mozaïek in de typische geometrische, en ik zag een eerste-generatie Marokkaan achter de vitrine die met zijn gele schoonmaakdoekje hier en daar de boel stofvrij maakte. Terwijl ik op de achtergrond traditioneel Marokkaanse muziek hoorde, kwam ik tot rust. “Hier ga ik mijn bestelling doen”, dacht ik. “O nee, wacht ff, hier ga ik een aflevering van maken.”

“Nee, geen taid!”, krijg ik te horen als ik vraag of hij hieraan wil meewerken. Ik: “Maar meneer dit is gewoon gratis reclame voor u, het wordt echt een leuk item, geloof me.” “Nee sjorrie, geen taid!”, was zijn reactie. Mijn irritatie was lichtelijk zichtbaar, en zonder een bestelling meer af te nemen liep ik met mijn cameratas en zware statief teleurgesteld door richting een Turkse winkeleigenaar. In tegenstelling tot de Marokkaan, wilde de Turk zonder te aarzelen meewerken. “Alleen Abi, ik spreek de tal niet so guut. Je kan beter mijn overbuurman interviewen. Dat is een guude bakker en die schpreekt perfect Nidelands.”

Kom ik dus daar aan bij Bakkerij Delight, bij een zeer vriendelijke man die mij hartelijk onthaalt en volledige medewerking verleent. Zonder het woord in de mond te nemen, begreep de ondernemer maar al te goed dat dit in feite gratis reclame was voor zijn zaak. Ook het feit dat een andere ondernemer zijn Turkse broeder voordroeg als geschikte kandidaat bleef mij bij. Van de Turken kunnen we een hoop leren.

Maar ik begrijp Marokkanen wel, want vaak genoeg zijn ze negatief in het nieuws beland. Waar rook is, is vuur. Dus waar camera’s zijn, is slechte berichtgeving. En soms komt t gewoon niet zo goed uit.

Neem nou die keer dat ik met mijn vrouw in Istanbul op vakantie was, en de Blauwe Moskee van binnen aan het bezichtigen was. Een Amerikaanse cameraploeg kwam op ons af, en terwijl mijn vrouw enthousiast aan het vertellen was hoe ‘magnificent’ de moskee wel niet was, zag ik de camera plotseling mijn kant op draaien:

‘No, no. No camera please!’

Reda Aitihda zag voor het eerst het levenslicht in Breda, en woont er altijd nog met veel plezier. Hij studeerde in 2011 af aan de hogeschool voor journalistiek in Tilburg. Hoewel hij een vlotte pen heeft, koos hij voor de richting TV met als specialisatie camjo. Daar ligt zijn passie. Als afstudeeropdracht maakte hij zelfstandig een treffende documentaire met de titel: 'De ondergang van onze privacy?'. Zijn journalistieke creativiteit liet hij nooit los, want naast zijn kantoorbaan werkt hij onder andere als freelance cameraman en maakt hij creatieve producties onder de naam Reda Media.

Lees andere stukken van Reda