Steden hebben zielen, net zoals mensen. Sommige steden leggen onmiddellijk hun ziel bloot, en andere steden verhullen de schoonheid van hun ziel. Chefchaouen, dat ik samen met mijn man in de zomer van 2013 bezocht, is zo een stad. De schoonheid van deze stad deed mij denken aan een verlegen, kersverse bruid in haar azuurblauwe gewaad, van wie de handen versierd waren met de vuurrode henna. Ze was gastvrij en nodigde ons voorzichtig uit tot een zoektocht en nieuwe ontdekkingen…
In mijn reisgids lees ik dat Berbers uit de regio Ghmara deze stad stichtten in 1471, onder leiding van Moulay Ali ben Rachid als bolwerk van Riffijnse strijders tegen de Portugeze Ceuta. Veel Moorse en Joodse vluchtelingen uit Andalusië vestigden zich hier in Chefchouan na de Reqonquista (herovering van Spanje op de Moren). Volgens mijn reisgids zijn de witte huizen met balkons en patio’s de invloed van deze Andalusische vluchtelingen. Ook lees ik dat de Berberse rebellenleider Abd el Krim vanuit Chefchaouen regeerde van 1921 tot 1926. Vanaf deze stad leidde hij het verzet tegen de Spaanse bezetting. Na vele aanvallen en bombardementen wordt de stad pas in 1927 ingenomen door de Spanjaarden. Alleen deze karige informatie prikkelt mijn nieuwsgierigheid, en doet mij vermoeden dat er nog veel te ontdekken is in deze stad…
Nietsvermoedend wandelden we op onze derde avond in Chefchouan door de kronkelige smalle straatjes van de medina. Tijdens deze wandeling kwamen we een menigte tegen bij een ingang, en eerst dachten we dat er een toneelstuk te zien was. We liepen naar binnen en zagen op het podium vrouwen in prachtige kledij religieuze lofliederen zingen over de profeet Mohammed (v.z.m.h.). Ze droegen kleurrijke kleding die ik weleens eerder had gezien in mijn Marokkaanse vriendenkring en familie, maar de dames droegen ook een hoofdbedekking die anders was dan een hoofddoek die de meeste moslim dames dragen.
Naast prachtige kledij hadden deze dames ook mooie stemmen die het aanwezige publiek meer en meer enthousiasmeerden. Ook toen de elektriciteit plotseling wegviel, bleven deze dames met volle teugen zingen zonder microfoon. Ondanks dat ik weinig verstond, zong ik mee waar ik dat kon. Het ritmische gezang van hen dat naarmate de avond vorderde toenam bracht een serene rust over mij heen, en ik genoot van de schoonheid van dit optreden. Na het optreden van de dames kwam dit keer een mannengroep het podium op. Het publiek werd besprenkeld met rozenwater en de wierrookbrander verspreidde heerlijke geuren. Ook de mannen zongen ritmische religieuze lofliederen, en naarmate de nacht vorderde nam de ritme en de herhalingen in de liedjes toe. Sommige mensen raakten duidelijk in extase, maar op een prettige manier.
Pas achteraf begreep ik wat ik die avond had meegemaakt. Het was een openbare optreden van Hadra Chefchouania*, en de dames behoorden tot de Zawiya Bekkalia**. Hun klederdracht was een culturele erfenis van de vluchtelingen uit Andalusië. Ik was zeer aangenaam verrast; Chefchouan liet ons kennismaken met de voeders van haar ziel.
Met de actualiteit in mijn achterhoofd denk ik vaak terug aan mijn ervaring in Chefchouan. Voor het eerst ervoer ik islam heel bewust als een geloof van schoonheid, dat de verscheidenheid tussen mensen en culturen graag viert. Immers, hoe vaak heb ik deze overlevering niet gelezen: “Voorzeker, Allah is Mooi en Hij houdt van schoonheid.” En dit vers uit de koran: “O mensen, Wij hebben jullie uit man en vrouw geschapen en Wij hebben jullie tot volkeren en stammen gemaakt opdat jullie elkaar zouden kennen. (49/13)”
Als alles hetzelfde moest zijn, dan was het niet nodig geweest om mensen op te roepen tot elkaar leren kennen. Zoals elk mens uniek is, zijn de culturen dat ook. En elke cultuur heeft op zijn unieke wijze islam eigen gemaakt, en deze optredens in Chefchouan zijn naar mijn mening een mooi voorbeeld hiervan. Deze optredens waren namelijk geen uitzonderingen, ze horen bij het dagelijkse leven van vele moslims in Marokko.
Ik voelde mij gezegend om deze schoonheid op deze manier te ervaren. Ik denk dat vele moslims het met mij eens zullen zijn als ik zeg dat ik islam een heel mooie geloof vind, maar waarom ervaar ik die schoonheid niet in mijn dagelijkse realiteit hier? Zijn er überhaupt moslims in Nederland die vergelijkbare schoonheid op de een of andere manier ervaren in hun geloofsbeleving? Zo ja, waar zijn jullie? Dit zijn de vragen die ik dezer dagen graag beantwoord zie.
*“Hadra is in wezen een traditionele kunstvorm. Het combineert poëzie, zang en ritme. Het hadra komt van het woord hodour en het betekent aanwezigheid. Deze kunstvorm heeft zijn oorsprong in soeficultuur en wordt beoefend in een spirituele context door de religieuze broederschappen, bestaande uit aanroepingen van lofprijzing en gebed waarmee een staat van trance kan worden bereikt.”
Laurent Aubert ( directeur Ateliers d’ethnomusicologie de Genève)
** “De kunst van het Hadra is overgeleverd in Chef Chaouen van moeders en grootmoeders, direct terug te voeren naar Cherifa Lalla Hiba Bekkalia. Ze was verbonden met de Bekkalia Zawiya (heiligdom) in het dorp Douar Haraïk, de thuisbasis van de Ghzaoua stam. Deze soefi broederschap, die dateert uit de 16e eeuw (10e eeuw in de islam) gaat, had als geestelijke leiders de meesters Sidi Ali Haj Bekkali, zijn zoon Sidi Mohamed El Haj, Sidi Ali Berreyssoul en Sidi Yahia Alhindi. Deze broederschap liet een aanzienlijke erfenis van religieuze gedichten, aanroepingen en populaire liedjes.”
(Laurent Aubert ( directeur Ateliers d’ethnomusicologie de Genève)
2 Reacties op "Ik heb een schoonheid ontmoet in Chefchaouen"
Ja, Hadra Chefchouania is geweldig. Wat een voorrecht om zoiets moois mee te maken! Voor mij gaat de islam over schoonheid, liefde en het goede. En deze prachtige muziek is daar een uiting van. :-)
Mijn prachtige stad! Leuk om te lezen ♡♡♡