Voorpagina Maatschappelijk, Samenleving

De koning, het F-woord en de Revolutie

Het ‘F-woord’ en ‘de koning’ zorgen sinds gisteren voor de nodige ophef in ons Koninkrijk der Nederlanden. Terwijl de vervolging van Abulkasim Al-Jaberi door het OM heroverwogen wordt en de muren van het Paleis op de Dam worden schoongeboend, is de maatschappelijke discussie in volle gang. Een discussie met veel statements over de monarchie, waarbij vooral veel gekopieerd en nagepraat wordt (of ‘gedeeld’ en ‘re-tweet’ if you will). Want dat valt onder de vrijheid van meningsuiting, toch?

Vrijheid van meningsuiting. Soms vraag ik me af hoeveel mensen de moeite hebben genomen het artikel te lezen. Jij in ieder geval wel toch? Hier komt ie:

Artikel 7 Grondwet

  1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
  2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending.
  3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
  4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.

Dat ligt toch een stuk genuanceerder dan sommige politici je graag willen laten geloven. Het doel van deze wet is het beschermen van een democratie waarin burgers niet worden gecensureerd. De vrijheid om kritisch te zijn en ‘de macht’ te controleren zijn essentieel binnen een democratie. Als je wilt weten hoe het nieuws eruit ziet in een land zonder vrijheid van meningsuiting, dan moet je voor de grap eens naar het Egyptisch journaal kijken. Daarin wordt hardhandig optreden tegen demonstranten ‘the war against terror’ genoemd. Vrijheid van meningsuiting, een grondrecht dat we koesteren in ons landje.

Nu je het wetsartikel helemaal gelezen hebt, is het je ongetwijfeld opgevallen dat er in bijna elk lid iets staat over verantwoordelijkheid volgens de wet. Grondrechten, en eigenlijk heel veel rechten, zijn zelden onbeperkt. Het rechtssysteem is geen ‘all you can eat’ buffet waarbij je keuzes kunt maken en andere opties links kan laten liggen. Hoewel het OM soms anders doet vermoeden, maar dat even terzijde.

Die verantwoordelijkheid volgens de wet kun je vinden in andere wetsartikelen. Belediging is één van de beperkingen bij vrijheid van meningsuiting en daarin zitten verschillende gradaties. Je hebt het beledigen van een ‘gewoon’ persoon, iemand zoals jij of ik (art. 261 Sr). Dan bestaat er nog zoiets als smaad jegens een overledene (art. 271 Sr) en natuurlijk het beledigen van de koning (art. 111 Sr). En ja, het is inderdaad zo dat er op het beledigen van een koning een hogere straf staat dan op het beledigen van jou of mij. Dát is dan wel weer een beetje vreemd in een democratie, zou je kunnen stellen.

In de democratie hoort het immers om ons, de ‘bourgeoisie’ te gaan, althans dat was heel het idee van La Révolution Française met haar vrijheid, gelijkheid en broederschap. Tijdens de Franse volksopstand heeft de burgerij zich vrijgevochten van de monarchie. De monarchie was niet zo populair onder de revolutionaire Fransen. Dat kwam voornamelijk doordat het gewone volk onder een hongersnood gebukt ging terwijl het Koningshuis op grote voet leefde. “Le peuple n’a pas de pain? Qu’il mange de la brioche!” “Heeft het volk geen brood? Dan eet het toch brioche” (een zoet cake-achtig witbrood). Zo citeerde mijn vader de toenmalige Franse koningin tijdens een uitstapje naar Château de Versailles, terwijl hij mij vertelde over de Franse revolutie. Of Marie Antoinette dat echt zo gezegd heeft weet ik niet, maar het is wel typisch. Deze sprong naar Frankrijk maak ik niet zomaar. Het Nederlands recht is enorm geïnspireerd door het Franse rechtssysteem. En om ons recht écht te begrijpen zijn dit soort achtergronden nodig.

Terug naar de vrijheid van meningsuiting en het onvermoeibare beroep daarop. Er is geen grondrecht zo controversieel als het zogenaamde ‘recht om alles te zeggen wat er in je op komt’, want daar lijkt het allemaal om te gaan. We willen van ons hart geen moordkuil maken, maar als ik even mijn juristen-hijab af mag doen en mijn gewone hijab aan mag doen, dan wil ik graag het volgende bespreekbaar maken. Want soms, en de laatste jaren steeds vaker, vraag ik mij af of we nog wel een hart hebben. Het niveau op social media (en in de Tweede Kamer) is geen moordkuil, maar moord en brand. Wat zijn onze idealen? Waar is de broederschap? En bovenal: waar is de gelijkheid?

Die gelijkheid, daar werd voor gedemonstreerd door de beste man Al-Jaberi. En nu ik toch van de gelegenheid gebruik maak om namens mijzelf te spreken en niet als jurist, durf ik te zeggen dat ik hem ergens wel begrijp. De jurist in mij verzet zich tegen het misbruiken van de vrijheid van meningsuiting door beledigingen eronder te scharen. Principieel ben ik er geen voorstander van maar alles te roepen wat in je opkomt. Zwijgen is vaak goud, maar soms is stilte geen optie. En hoewel ik het f-woord normaliter voor mijzelf censureer, is het mij enkele weken terug ook ‘overkomen’ dat ik het gewoon zei. Dat had alles te maken met nota bene een professor die in een volle collegezaal de meest akelige en cynische dingen zei over slaven. Dat deed wat met me, maar ik ben er niet trots op, dat ik het f-woord zei. Ik vind dat ik me had moeten beheersen. Zoals toen ik even later beheerst en beleefd op de professor ben afgestapt om ‘opheldering’ te vragen.

Het recht, vrijheden en beperkingen op die vrijheden – veelal waar de rechten van een ander beginnen – zijn voor interpretatie vatbaar. En dat is maar goed ook; anders waren advocaten overbodig. Dat pleidooi van de heer Al-Jaberi en zijn advocaat zit wel goed vermoed ik. Waar ik mij meer zorgen over maak, zijn de pleidooien van de ‘average’  social media gebruiker die woorden op een schermpje zit te tikken die hij nooit tegenover een rechter zou durven uitspreken. Zo nu en dan, lieve lezer, kan een beetje zelfcensuur geen kwaad. It’s called civilization. Vive la Révolution!

Als kind was Nadia al gefascineerd door het recht. Haar studiekeuze was dan ook snel gemaakt. Ze zet zich in voor mensenrechten en sociale rechtvaardigheid. Ook schreef ze het boek Liefdeswetten, over Nederlands en Marokkaans huwelijksrecht.

Lees andere stukken van Nadia