Is het weigeren van het adequaat hulp bieden aan boten vol vluchtelingen niet een misdaad tegen de menselijkheid? De mensen die in wanhoop in gammele bootjes stappen naar wat ze hopen een veilige haven, hebben – zelfs als ze het overleven – uiteraard andere prioriteiten dan een lange en meeslepende juridisch gevecht aangaan met staten in Europa, Noord-Afrika, of Azië. Maar ik vraag me af: kunnen de staten uit de genoemde regio’s niet juridisch worden aangeklaagd bij het Internationaal Strafhof voor het moedwillig de andere kant opkijken wanneer mensen letterlijk aan het verdrinken zijn, of op volle zee moeten blijven en moeten sterven van de honger en de dorst, omdat geen enkel land ze wil hebben? Zou dat niet moeten kunnen?
De eerste keer dat mensen werden berecht voor ‘misdaden tegen de menselijkheid’ was tijdens de zogenaamde Processen van Neurenberg. Dit waren strafprocessen die na de Tweede Wereldoorlog werden gehouden tegen de Nazi’s. Maar voor alle de duidelijkheid, misdaden tegen de menselijkheid kunnen ook plaatsvinden in ‘vredestijd’, en kunnen vele vormen aannemen. Denk daarbij aan: moord, bloedbaden, dehumanisering, uitroeiing, experimenteren op mensen, buitengerechtelijke straffen, doodseskaders, kindsoldaten, ontvoeringen, onrechtvaardige gevangenisstraf, slavernij, kannibalisme, marteling, verkrachting, vervolging (politieke, raciale of religieus) en andere inhumane handelingen die de drempel van ‘normale’ misdaden overschrijden, en daarbij wijdverbreid zijn of systematisch worden uitgevoerd.
Ik weet dat het juridische gezien er meer bij komt kijken, maar laten wij de situatie van de bootvluchtelingen eens leggen tegen deze definitie van ‘misdaden tegen de menselijkheid’:
- Ik denk dat weinig mensen het oneens zullen zijn met de stelling dat het niet bieden van hulp aan mensen die het nodig hebben een ‘inhumane handeling’ genoemd mag worden.
- Ook zullen denk ik weinig mensen betwisten dat deze vorm van misdaad de ‘normale’ huis-, tuin- en keukenmisdaad (om het maar oneerbiedig te zeggen) duidelijk ‘overschrijd’.
- En dat deze inhumaniteit in de genoemde regio’s een ‘wijdverbreide en systematisch uitgevoerde’ fenomeen betreft, hoef ik denk ik óók aan niemand uit te leggen.
Waarmee we dus eigenlijk vrij vlot (in drie stappen) tot de conclusie zijn gekomen dat mijn stelling aan het begin van dit artikel – of het weigeren van het adequaat hulp bieden aan boten vol vluchtelingen niet een misdaad tegen de menselijkheid is – niet zomaar weg te wuiven is als ridicuul en absurd.
Zeg ik daarmee dat de verschillende staten gedreigd moeten worden met een aanklacht bij het Internationaal Strafhof, in de hoop dat deze onder de indruk raken en bootvluchtelingen (in de toekomst) humanere zullen behandelingen? Antwoord: ja en nee!
‘Ja’, omdat ik écht hoop dat ergens een groep mensen opstaat met voldoende middelen, expertise en organisatievermogen om deze hypothese te testen, en één of meerdere van de betreffende staten (namens de slachtoffers) aanklaagt .
Maar ‘Nee’, omdat ik vooral hiermee onszelf een spiegel wil voorhouden. Wij begaan hier een misdaad door mensen hulp te weigeren. En dan laat ik ik dit artikel voor nu even onbenoemd wat onze aandeel is in het stand houden van de misère van die mensen die hier naar toe willen komen ‘om te teren op onze welvaart’. Als de overlevende bootvluchtelingen hun eigen geschiedenis zullen optekenen, welke plek wil je dat zij ons geven daarin? Of maakt het jou niet zoveel uit wat een ander mens van je vindt? Wat volgende generaties van je zullen vinden? Zolang ze maar niet je buren worden, toch?
6 Reacties op "Het weigeren van hulp aan bootvluchtelingen: een misdaad tegen de mensheid"
Wanneer het buren zouden zijn, was men ongetwijfeld meer bereidwillig om hulp te bieden. De antipathieke houding van het Westen komt, mijns inziens, grotendeels voort uit een misplaatst ‘wij-zij’-gevoel. Als je buurman dreigt te verdrinken zou je direct hulp bieden. Als het een Afrikaan, Aziaat of Zuid-Amerikaan betreft is het opeens een ver-van-ons-bed-show, waarbij we vergeten dat vluchtelingen ook mensen zijn. Mensen die niet voor hun lol met z’n honderden op een bootje zijn gestapt. Zolang we de mensheid onderverdelen in groepen, en de ernst van een tragedie wordt beoordeeld op de afkomst van de slachtoffers, zal dit probleem blijven bestaan.
Professor Jean Ziegler heeft overigens een aantal mooie boeken geschreven over dit onderwerp, die meer inzicht bieden in het geopolitieke aspect van honger en armoede.
Dank voor de boekentip, Ayyüb.
Mensen hier zijn al vergeten wat oorlog is. Met 4 mei denken ze aan hun opa’s en oma’s. Spannende en verdrietige verhalen van vroeger. Vroeger, ja. Je zou er een theater over kunnen maken en een boek over kunnen schrijven. Een beetje creatief zijn. Als je het boek dichtslaat, ga je een kop koffie zetten en je vriendin bellen over wat je moet aantrekken tijdens het uitgaan.
Met 5 mei lekker biertjes drinken en festivals bezoeken. Feestuhh! Lol!
In de ochtend een krantje openslaan en wat nieuws over bootvluchtelingen lezen.
Je voelt je goed en opgelucht. Blij dat je die man niet bent, die daar met zijn gezicht in het water dood rond drijft. Je was een beetje down de laatste dagen, maar nu voel je je weer wat beter, prima zelfs. Je denkt, er zijn mensen met echte problemen.
Je slaat de bladzijde om.
Nu..ik zet de Turkse tv aan. Er is weer een bom ontploft in Irak, tientallen doden.
Ik zie bloed op straat en losse ledematen. Kinderen die huilen. Een been zonder lichaam. Mensen rennen van links naar rechts. Turkse verslaggever vraagt aan een man in het Turks, wat er is gebeurd. Een Turkmeen vertelt paniekerig in de camera wat hij heeft gezien. Hij vraagt het aan een arabier in het Arabisch.
Syrië hetzelfde. Levende beelden, dode lichamen.
Nee, je kan er nog geen theaterstuk over maken. Of bevrijdingsfestivals met biertentjes organiseren. Er zijn ook geen opa’s en oma’s die met foto albums hun kleinkinderen vertellen over hun gevaarlijke boot reisjes. Het was jaar 2015..ik pakte mijn tas en vluchtte uit mijn dorp. Middernacht ging ik met vele anderen met een smokkelaar mee.
Oorlog? Nee niet hier. Niet in Nederland,
maar wel achter Turkse, Marokkaanse, Afghaanse, Irakese, Syrische voordeuren..
wel op Wijblijvenhier.nl.
Hopen dat wij-allochtonen die misplaatste wij-zij gevoel van Wilders niet in praktijk hoeven mee te maken.
De ander als de ander zien. De ander, nietszeggend. Leeg, vormloos, kleurloos, veilig…je kan er niks mee. Als de ander gearresteerd zou worden, gedeporteerd zou worden, zouden we toe kijken. De ander. De ander als de ander zien is levensgevaarlijk voor de ander.
Je hoeft hen niet eens te labelen als minderwaardig, achterlijke cultuur, bedreiging.
Misplaatste wij-zij gevoel klinkt echt onschuldig, onwetend, luchtig en bijna vrolijk..bijna als een excuus.
Misplaatste wij-zij gevoel is gruwelijk.
Meliha, uiteindelijk doe je niets anders dan een misplaatst “wij-zij” gevoel scheppen. lekker generalieren wat autochtinen mensen doen op 4 en 5 mei……Gelukkig weet ik uit ervaring dat allochtonen en autochtonen gezamenlijk er alles aan doen om deze samenleving voor iedereen leefbaar te houden. Overigens hoef je echt niet alleen naar het Turkse nieuws te kijken om te worden geconfronteerd met de gruweldaden in Syrie.
Misschien is het een idee dat Marokko de grenzen openzet voor die Afrikaanse vluchtelingen, zodat zij niet op die gammele bootjes hoeven te stappen?
Er zou hiermee veel leed voorkomen kunnen worden.