Voorpagina Gastarbeiders, Ingezonden, Maatschappelijk, Media, Opinie, Opmerkelijk, Politiek, Racisme, Samenleving

Asscher: “Moslimhaat? Lekker boeiend!”

Gisteren werd het rapport ‘Antisemitisme onder jongeren in Nederland – Oorzaken en triggerfactoren’ vrijgegeven. Uit de manier waarop dit rapport is ontvangen door Lodewijk Asscher (PvdA, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) kan maar één conclusie getrokken worden: deze regering vindt moslimhaat he-le-maal prima.

Het rapport zou primair inzicht moeten bieden in de (omvang van) antisemitisme, oftewel ‘Jodenhaat’ in Nederland. Dit is een belangrijk onderwerp dat serieuze aandacht verdient, laat daarover geen onduidelijkheid bestaan. Als iemand dat wil moet hij/zij gewoon met een keppeltje op of een davidster-kettinkje om door de stad kunnen lopen zonder verbaal of fysiek aangevallen te worden en vandalisme of andere aanvallen op Joodse gebedshuizen of andere instellingen zijn niet verdedigbaar.

Echter, het rapport geeft niet alleen inzicht in de houding van jongeren ten opzichte van Joden, maar ook ten opzichte van andere bevolkingsgroepen. De twee belangrijkste grafieken in het rapport zijn figuur 4.1 en 4.2 (respectievelijk op bladzijde 29 en 30).

 

Inderdaad, in de eerste grafiek is duidelijk te zien dat Moslims het meest negatief denken over Joden in Nederland. Dit ‘negatief denken’ wordt aangeduid als ‘antisemitisme’, oftewel ‘Jodenhaat’. De mate waarin dit voorkomt is zorgwekkend en dient dus geadresseerd te worden. Logisch dus dat Asscher hier met ferme bewoordingen op reageert.

In zijn reactie op deze bevinding gebruikte Asscher de woorden ‘verbijsterend’ en ‘schokkend’. Op de website van BNR lezen we dat Asscher stelde: “Ik wil graag ouders aanspreken op hoe zij hun kinderen opvoeden (…), de scholen helpen effectief wat te doen tegen antisemitisme – gebruik die Holocaust-lessen daarvoor – maar ook de samenleving als geheel weerbaarder te maken, te zorgen dat dit soort vooroordelen besproken worden en teruggedrongen worden.”

Maar er is meer

Tegelijkertijd wordt echter pijnlijk zichtbaar hoe wijdverspreid de negatieve gevoelens ten opzichte van Moslims zijn, en mensen van Turkse of Nederlandse afkomst. En als ‘negatief denken over Joden’ wordt aangeduid als ‘Jodenhaat’, hoe noemen we ‘negatief denken over Moslims’ dan? Inderdaad, Moslimhaat dus.

Waar 12% van de Moslims negatief denkt over Joden, blijkt dat het percentage Christenen dat negatief denkt over Moslims bijna drie keer zo groot is (35%). Iets minder negatief zijn Christenen over Turken (31%), maar bijna de helft van de Christenen is negatief over Marokkanen (45%).  Niet-gelovigen zijn óók enorm negatief over Marokkanen (36%), Moslims (27%) en Turken (23%).

Als je de resultaten sorteert op basis van negativiteit, dan blijkt dat de posities 1 tot en met 9 worden ingenomen door Christenen en niet-gelovigen.

Eenzelfde effect krijg je als je de gegevens over de meningen van mensen op basis van hun etniciteit op aflopende volgorde zet. De eerste, tweede en derde plaats qua ‘negatief denken over een bevolkingsgroep’ wordt ingenomen door autochtonen. Overall zijn autochtonen het meest negatief over andere bevolkingsgroepen. Daar staat tegenover dat niet één bevolkingsgroep zó weinig negatief over zichzelf denkt als juist deze groep. Marokkanen – de groep waar het meest negatief over wordt gedacht – is tevens de groep die het minst negatief over anderen denkt.

Al met al kunnen we concluderen dat de groepen waar het meest negatief over wordt gedacht Moslims zijn en de twee etnische bevolkingsgroepen die vaak met islam geassocieerd worden. De mensen die het meest negatief over anderen denken, zijn Christenen en autochtonen.

Hier een paar citaten van Asscher hierover:

 

 

 

Deze lege ruimte had gevuld kunnen worden met een reactie op de wijdverspreide negatieve sentimenten tegen Moslims. Maar helaas, ik heb deze nergens gehoord of gelezen. Wellicht heeft Asscher het ergens in een bijzinnetje gezegd, of moeten we het er zelf bij denken als hij in algemeenheden spreekt. Maar een reactie van Asscher in termen als ‘verbijsterend’ en ‘schokkend’, die heb ik tot dusverre niet voorbij zien komen.

Negativiteit over Moslims / Marokkanen / Turken is geen probleem

Als het uitgangspunt is dat ‘negatief denken over een bevolkingsgroep of religieuze groep’ per definitie negatief is, ongeacht over welke groep het gaat, dan zijn de meest schokkende en verbijsterende constateringen in het rapport hoe groot deze negativiteit is onder autochtonen en hoe zeer deze negativiteit gericht is jegens Moslims en bevolkingsgroepen die vaak met moslims geassocieerd worden.

Uit (het uitblijven van) de reactie van Lodewijk Asscher blijkt dat het tegendeel waar is: ‘negatief denken over een bevolkingsgroep of religieuze groep’ is niet schokkend over verbijsterend als het gaat over negativiteit jegens Moslims, Marokkanen of Turken. Daar haalt Asscher blijkbaar zijn schouders over op. “Moslimhaat? Lekker boeiend…”

Nourdeen Wildeman is een Nederlander van christelijke komaf die op 24 jarige leeftijd moslim is geworden. Nourdeen is oprichter en voorzitter van Stichting as-Salaamah wal'Adaalah.

Lees andere stukken van