Jaren geleden heb ik gewerkt in een snackbar. Naast mijn full-time studie deed ik nachtdiensten in het weekend. Waarom? Weet ik eigenlijk niet, het was gewoon super gezellig. Je weet wel. Van die snackbars, gerund door Egyptenaren van 60+, waarbij de werknemers de eigenaar gek maken, maar aan het eind van de dag toch samen brullen en lachen. Daar hield ik van. Humor en discipline op werk. Op de werkvloer was het altijd druk. Ik werkte met behoorlijk wat collega’s. One big family. Terug naar m’n verhaal.
De snackbar bevond zich midden in de stad en ook nog eens tegenover één van de grootste en bekendste studentenverenigingen van Nederland. Oftewel; zeven dagen per week dronken studenten en andere feestgangers. Op een nacht gebeurde er iets, wat ik waarschijnlijk nooit meer in m’n leven zal vergeten.
Ik was hard aan het werk met de drerie (lees = jongens) van de snackbar. Rond een uurtje of 03:00 kwamen twee moslim-vrienden de volle snackbar binnenlopen. Dronken. Stomdronken.
“Bro hoe is het?!” riep één van de twee naar mij, half wankelend.
– “Jaa alhamdolilah broer, druk aan het werk zoals je ziet.”
“Lekker, lekker. Ik heb een vraagje. Broer, is het vlees hier halal?”
Ik wist even niet wat me overkwam. Twee dronken jongens die mij vragen of het vlees wel halal is?!
-“Hahaha broer kifesh man, je komt hier pila (lees=dronken) binnen en je vraagt of het vlees halal is?” Ik begon hardop te lachen met de drerie in de snackbar. Ik vond het grappig, en dat vond de rest ook.
Mijn vriend keek me aan en zei:
“Broer, het feit dat ik zondig betekent niet dat ik alles fout moet doen. Misschien dat Allah mij leidt omdat ik dit tenminste nog goed probeer te doen”.
Boem, daar kwam de genadeslag. Rechtstreeks m’n hart in. Alsof hij tegen m’n hart sprak. Daar stond ik dan tegenover mijn dronken vriend. Een leerling tegenover zijn leraar. Een dronken leraar die de essentie van aanbidding en vergeving op dat moment beter begrepen had. Ik voelde een brok in m’n keel opkomen en moest alles op alles zetten om daar niet als een klein kind te gaan huilen. Ik voelde me plots heel hautain. Ik walgde van mezelf, en van de hele tent die meelachte om mijn neerbuigende houding. Ik kon zijn voeten wel kussen. Zo slecht voelde ik me tegenover hem. Ik vroeg hem om vergeving. Als kers op de taart antwoordde hij: “Ma3lish a sahbi, Allah is de Vergever”.
Ik kon die nacht niet slapen. Twee zaken had ik die nacht geleerd:
1) Iemand die grote zondes begaat is niet meteen iemand die dan alles fout doet. Als je bijvoorbeeld vannacht gaat stappen bij Club Air, betekent dat niet dat je je Fadjr gebed niet meer hoeft te bidden.
2) Iemand die een grote zonde begaat kan ook jou wat bijleren, zelfs op het moment dat diegene de zonde begaat.
Ik kende beide zaken al uit boeken, fiqh-lessen en verhalen, maar iets meemaken is toch heel wat anders. Het heeft me wakker geschud. Plots begreep ik dit verhaal veel beter:
Ibn al-Qudamah leverde over dat Ash-Shibli zei:
”Ik was in een karavaan in Ash-Shaam (Syrië) en het werd gekaapt door bedoeïenen, dus ze namen het en gaven het aan hun Amir (leider). Ze openden een tas en vonden suiker en amandelen. Ze begonnen te eten, behalve hun Amir. Ik vroeg: “Waarom eet je niet?” Hij zei: “ik ben aan het vasten” ik zei: “je blokkeert wegen, je steelt van de mensen, je doodt de mensen en je zegt dat je aan het vasten bent?!” Hij zei: “Ya shaykh! We moeten de wegen van verzoening naar (Allah) altijd open houden”. Dus na een tijdje zag ik deze zelfde persoon tawaaf doen rond de Ka’bah. Ik zei: “Jij bent dezelfde persoon”. Hij zei: “Vanwege dat vasten (Heeft Allah mij geleid) en bracht me hier vandaag”.
[“At-Tawabeen”, 1/276]
Het lijkt wel menselijk om onbewust op een neerbuigende manier te kijken naar iemand die wat goeds doet tijdens het zondigen. Net zoals dat vele mensen neerbuigend kijken naar moslims die elf maanden vrij weinig met hun religie doen, en in de Ramadan dan “plots heilig” zijn. “Ramadan-moslims” worden ze wel is genoemd. Integendeel! Je zou juist blij moeten zijn dat de Ramadan deze “Ramadan-moslims” net dat extraatje geeft waardoor ze veel minder zondigen en meer met hun religie bezig zijn. Misschien dat het omwille van deze heilige maand is dat deze mensen worden gered van datgene wat ze fout doen.
Moge Allah mij vergeven voor mijn hautaine houding naar mijn vriend toen, en voor alle andere momenten die ik heb gehad en nog zal hebben. En moge Allah mijn vriend vergeven en hem doen stoppen met die zonde. Moge Allah hem belonen voor de levensles die hij mij heeft meegegeven.
Moge Allah ons allen vergeven voor zowel onze onbewuste als bewuste neerbuigende houdingen en andere zondes.
“Zeg: Oh mijn dienaren! Degenen die tegen hun eigen zielen hebben gezondigd, wanhoop niet omtrent Gods genade; God vergeeft namelijk alle zondes; want Hij is de Genadige en de Barmhartige”
Hoofdstuk 39, vers 53 – Koran
Bron afbeelding: Flickr.
2 Reacties op "Broer, is het vlees hier halal? – Juz’ 24"
Egyptische snackbars zou ik nooit vertrouwen.
Ewa bij egyptenaar krijg je varken als je niks zegt.