In de afgelopen jaren zijn er verschillende artikelen en columns gewijd aan hoe we als docenten in ‘gesprek moeten gaan’ met jongeren die ‘radicale gedachtegoed’ hebben. Vóór de zomer van 2016 gingen deze artikelen veelal over moslimjongeren die complottheorieën hadden over verschillende aanslagen. Nu gaat het vooral over hoe we Turks-Nederlandse jongeren na de mislukte coupe in Turkije nog les kunnen geven over democratie als er in Turkije een democratisch gekozen dictator aan de macht is die (volgens westers perspectief) de rechtsstaat aan zijn laars lapt.
In plaats van kritiek te uiten op deze artikelen of op mijn collegadocenten doe ik het eens anders: ik ga er volledig in mee, voor het volle pond. Ik ga mee met de trend om allerlei vragen publiekelijk te stellen, met slechte lesvoorbereidingen en met minimale controle over de groep (dat ik vervolgens wijt aan de leerlingen) en plaats alle verantwoordelijkheid buiten mijzelf, maar ook buiten de politiek, media of andere publiekelijke figuren. Vervolgens kies ik selectief mijn feiten en confronteer ik mijn leerlingen daarmee, zo veel mogelijk gebruik makend van mijn superieure toon en natuurlijk waar mogelijk benadrukken dat deze jongeren, mijn leerlingen, bijzonder slecht geïntegreerd zijn.
Ik zou namelijk niet weten hoe ik om moet gaan met al die Franse en Duitse invloeden in de klas. Tezamen zijn deze landen goed voor 400.000 burgers in Nederland en ze bevatten dan ook een groot potentieel gevaar, want zowel Duitsland als Frankrijk maken zich schuldig aan ondemocratische processen.
Het blijft lastig, lesgeven aan Frans-Nederlandse en Duits-Nederlandse leerlingen in mijn zeer Hollandse klas. Tijdens een les over democratie raakte ik in discussie met Jean-Piérre en vertelde ik hem dat dictator Hollande (wat een gotspe, die naam!) zich niet zo autoritair moet opstellen en wat meer rekening moet houden met Europese wetten, waarop Jean-Piérre reageerde met: ‘ja maar in Nederland worden wij ook niet altijd goed behandeld’. Wat natuurlijk een volstrekt onlogische en domme reactie was, gezien de discussie helemaal niet over Nederland maar over Frankrijk ging.
Ik wees hem echter op de mensenrechten die geschonden werden door de overheid, invallen die werden gedaan zonder huiszoekingsbevelen bij met name moslims om de ‘veiligheid’ te bewaken, vervolgens vertelde ik hem over de arbeidswet die er, zonder toestemming van het parlement, op zeer ondemocratische wijze doorheen is gedrukt; of over de duizenden mensen die in Frankrijk weken lang hebben geprotesteerd tegen deze wet en hoe die protesten hardhandig de kop in werden gedrukt door de politie; of over de onpartijdige manier waarop de media dat hier wekenlang belichtten.
Natuurlijk kunnen we de twintig gesloten moskeeën niet vergeten (en ook de andere 60 niet die in de afgelopen 4 jaar al zijn gesloten), of de vele andere gebedshuizen die wellicht zullen volgen omdat zij te ‘radicaal’ zouden zijn. Tot mijn verbazing kon Jean-Piérre mij overigens helemaal niet uitleggen op basis waarvan deze moskeeën dan gesloten worden. Volstrekt bizar dat een kind van 14 dit niet kan. Ik neem aan dat het ligt aan zijn gebrekkige opvoeding of aan het radicale gedachtegoed van zijn ouders, die ongetwijfeld op Presidictator Hollande stemmen. Hoe moet ik in hemelsnaam in gesprek gaan met ouders die deze dictator steunen!? Mijn collega’s en ik weten ons er geen raad mee.
Alsof de discussie niet gek genoeg was mengde Hans (een Duitsert) zich ook in de discussie en gaf aan dat ieder land het recht heeft zijn wetten te implementeren naar eigen inzicht, zolang dat in overeenstemming is met wat het volk wil. Ik stelde Hans de vraag of in een democratie niet ook de rechten van minderheden beschermd moeten worden, zoals in Duitsland die van de Turken bijvoorbeeld? Hij gaf aan dat dat al gebeurde en dat Turken gelijke rechten hebben.
Hij vergat er bij te melden dat door het Duitse Hogergerechtshof onlangs is besloten dat Erdogan, democratisch gekozen president van Turkije, niet via een live-stream in een bevriende natie mensen mocht toespreken. Hans: ‘Also, dat soort dingen moet je niet zo serieus nemen Herrn Halil, meeste mensen vinden dat geen probleem, de media verdraait dingen en is in handen van moslionisten. Een kleine groep hele rijke moslims hebben alle media in handen en bepalen wat wij wel en niet zien meneer, echt ik zweer het u bij here Jezus, zij hebben alle banken in hun macht, bepalen wat alle leiders wel en niet mogen zeggen, etc.’
Nog in shock van de woorden van deze leerlingen – meerdere geluiden zoals deze kwamen mij ter ore!- kan ik niet anders dan concluderen dat deze jongeren slecht geïntegreerd zijn, niet passen in onze democratische rechtsstaat en wellicht zelfs een gevaar vormen voor onze samenleving. Dit soort jongeren zijn een enorm makkelijke prooi voor terroristische groeperingen als Soldiers van Odin. Immers, anders denken over invulling van de samenleving dient is de basis voor terrorisme. Ik heb het gevoel dat ik dit wel moet uiten, want beter te vroeg gewaarschuwd dan straks onnodige onschuldige slachtoffers op straat.
Ik hoor u al denken, wat een onzinnig, stom, uiterst onprofessioneel en slecht onderbouwd stuk. Ik ben het met u eens.
Dit is misschien wel het slechtste stuk die ik ooit heb geschreven, maar tegelijkertijd enorm dichtbij de werkelijkheid van vele jongeren vandaag de dag. Jongeren krijgen wekelijks, dan wel dagelijks dit soort ‘shit’ over zich heen van verschillende opiniemakers en volksvertegenwoordigers. Is het dan vreemd dat deze jongeren hun Nederlandse identiteit niet omarmen als ze door de ‘vertegenwoordigers’ van die identiteit constant worden buitengesloten als ze afwijkende ideeën hebben?
Is er dan geen enkel probleem met ‘allochtone’ jongeren? Tuurlijk wel. Radicalisering is bij een deel van die doelgroep misschien een issue, maar net zo goed als er bij ‘autochtone’ jongeren een probleem is wanneer die rechtsextremistische gedachtegoed aanhangen – iets dat overigens prima te testen is.
Zijn er dan geen enkele gebeurtenissen in Turkije na de mislukte coupe die vanuit het westers perspectief niet te rijmen zijn met hoe wij in Nederland zaken organiseren? Tuurlijk wel. Als we de discussie in de klas echter oprecht en gelijkwaardig willen voeren, zou dat altijd op basis van principes moeten zijn en nooit op basis van etniciteit. Als we een discussie voeren in de klas over de rechtsstaat, dan kan Turkije uiteraard een casus zijn, naast Frankrijk, Duitsland, Amerika, Israël en vele andere landen die ook een democratie claimen te zijn, maar daarin meer dan genoeg fouten maken.
Laten we in dat proces ook niet vergeten dat Ali gewoon Ali uit Rotterdam-Zuid is, hier geboren en getogen, boven alles Rotterdammer. Geen spreekbuis voor Turkije, daarvoor mag je de ambassadeur van Turkije een keer uitnodigen in de klas.
Slechte vragen roepen namelijk slechte antwoorden op. De Turks-Nederlandse leerling hoort niet na de zomervakantie de vraag te krijgen wat hij of zij vindt van Erdogan. De eerste vraag die een docent hoort te stellen is: ‘hoe gaat het met je, hoe gaat het met je familie?’ en daarna is er ruimte voor gesprek over van alles en nog wat. En ja: daarin moet ook ruimte zijn voor kritiek, voor discussie over ideologieën, over invulling van democratie, etc. In ons achterhoofd moeten we echter altijd onthouden dat de leerling centraal staat.
Mijn persoonlijke overtuiging doet er in de klas niet toe; wat ik stem doet er niet toe. Ik ben er om de leerling te ondersteunen bij het kritisch ontwikkelen en onderbouwen van zijn of haar zeer diverse gedachtegoed. Het maakt mij niet uit wat mijn leerlingen denken, zolang ze de reden waarom kunnen onderbouwen en zolang het nooit oproept tot geweld of haat jegens een ander.
Ik leg leerlingen maar één ding op: dat ze nooit zichzelf iets op moeten laten leggen door een ander en dat ze ten alle tijden voor hun rechten moeten opkomen via de middelen die zij tot hun beschikking hebben. De één kan dat met een prachtige column, onderbouwd met een paar honderd woorden en de ander kan dat door in de klas te roepen dat Merkel een b*tch is. Beiden zijn evenveel waard en bieden mij als docent genoeg mogelijkheden tot een waanzinnige les.
Afbeelding: pixabay.
3 Reacties op "Radicale bespiegelingen van een docent voor de klas"
Leuk stukje!
Met de opmerking ‘volgens Westers perspectief’ diskwalificeer je jezelf om serieus te worden genomen. Wil je die paar misstanden in Frankrijk echt vergelijken met wat er nu in Turkije gebeurt? Voel je je soms persoonlijk aangevallen?
Het is inderdaad een slecht stuk. Zijn er moskeeën gesloten ivm de ‘veiligheid’? Jij zet het tussen haakjes, dus je zult het er niet mee eens zijn. Denk je misschien niet dat er in die moskeeën dingen worden gepredikt die niet door de beugel kunnen? We weten dat het gebeurt. Het zou flauw zijn dat te ontkennen. Ook de vergelijking tussen moslim-extremisme en rechts-extremisme is voorlopig nog om te huilen. Het valt me mee dat je Breivik er niet hebt bijgehaald om je ‘gelijk’ te bewijzen. Tijdens de Ramadan is er meer dan 1 aanslag per dag gepleegd door moslim-extremisten, waarbij honderden onschuldigen het leven hebben gelaten.
En de misselijkmakende complottheorieën over o.a. Charlie Hebdo; daar mag mijns inziens best aandacht aan worden besteed. Maar in uw ogen zal het Westen en zullen ‘de media’, wie dat dan ook mogen zijn, het nooit goed doen en ‘de moslim’ altijd blijven benadelen.
Gelukkig hebben mij kinderen andere docenten.
Nooit gehoord van oorzaak en gevolg?