Acht november. Ik zit in Amsterdam bij de opnames van de Universiteit van Nederland. Het thema? Ras en racisme. Waar het uiteindelijk ook over gaat? Hokjes. Verkiezingen.
‘Mag ik naast je zitten?’ Ik kijk op van mijn laptop, die ik tevergeefs effectief probeer te gebruiken in een donkere clubzaal die tot collegezaal omgedoopt is. Een man van in de vijftig. Wit baardje, vilten hoed. Ik glimlach. ‘Natuurlijk. Mijn naam is Kauthar. Aangenaam.’ Hij heet Harry. We raken aan de praat.
‘Als over een hele groep negatief gesproken wordt, dan is dat toch geen discriminatie? Het gaat dan niet meer om het individu.’ Ik kijk hem in het donker nadenkend aan. Er is net te weinig licht om zijn ogen te peilen, maar volgens mij is Harry serieus. Oprecht. Ik vertel hem dat het wegzetten van een hele groep bepalend kan zijn voor wat als norm wordt ervaren en dat dat verstrekkende gevolgen kan hebben. Voor de groep, maar ook voor het individu. Discriminatie is niet enkel die ene vrouw die hardhandig uit de bus wordt gezet. Hij kijkt me aan en knikt. De muziek gaat uit, het programma begint.
Duizenden kilometers verderop worden briefjes ingeleverd. Hokjes gekleurd. Misschien ook door mensen die geloven dat het wegzetten van een hele groep geen discriminatie is. Sommige van hen zouden nooit naast me willen zitten.
Het eerste college wordt verzorgd door Julian Schaap en gaat over muziek. Een van de mythes die wordt ontkracht is dat muziek mensen samenbrengt en verschillen overstijgt. Ik werp een vlugge blik op Harry. Hij is muzikant, daar hebben we ook fijn over gesproken. Wat ons bij elkaar bracht was echter niet de muziek zelf, die zat in deze specifieke zaal zelfs letterlijk in de weg. We moesten onze stem verheffen om elkaar te horen. Wat ons wel samenbracht? Menselijkheid, openheid, nieuwsgierigheid. De bereidheid met elkaar in gesprek te gaan. Toen werd ons gesprek zelf muziek.
Het tweede college is van Judi Mesman en gaat over vermeende kleurenblindheid bij kinderen. Al heel jong valt kinderen verschil in huidskleur op, terwijl volwassenen denken en doen alsof dat niet zo is. Ondertussen weten sommige volwassenen zich geen houding te geven als ze met verschillen in huidskleur te maken krijgen, ook dit ontgaat kinderen niet. Sterker nog: als zij zien dat volwassenen niet met verschil kunnen omgaan, dan straalt een deel van het ongemak op hen over en vinden zij ‘de ander’ zelf ook minder sympathiek. Ook hier moet ik denken aan mijn buurman. Die heeft me verteld op zijn 35e te zijn begonnen met het bespelen van een nieuw instrument en zit hier als misschien de oudste van het publiek college te volgen. We kunnen altijd nog leren. Veranderen. Groeien. Als we maar willen.
Net als ik maakt Harry aantekeningen op papier. De laptop heb ik weggezet.
Het derde college wordt door Fenneke Sysling gegeven en gaat over rassenwetenschap. Het meten van mensen en het stoppen in hokjes. Ik begrijp het hele idee van deze wetenschap niet zo goed. Waarom zou je, mensen meten? Van het college krijg ik de indruk dat de wetenschappers die zich hiermee bezigden het ook niet precies wisten. Meten is weten, maar als de terminologie het wint van ideeën, dan is de ziel eruit.
Hokjes. Stemmen. Verkiezingen. Er wordt gekozen. Gemeten. Geteld. Wat we precies weten nu zal nog moeten blijken. Het voorspelt allemaal niet veel goeds.
Vierde college, door Amade Mcharak. Over DNA. Ras. Over hoe iemand met een donkere huidskleur genetisch wit kan zijn. Als mensheid is bijna al onze DNA gelijk, toch blijft men zoeken naar verschillen.
Het laatste college is van Sinan Çankaya en gaat over de politie. Over een systeem dat er niet alleen is om misdaad te bestrijden en orde te handhaven, maar ook voor de bewaking en de monitoring van bestaande machtsstructuren. Bescherming van met name geprivilegieerde burgers, waarbij gemarginaliseerde burgers aan het kortste eind trekken. Sinan eindigt met een pleidooi voor een politie die er echt voor iedereen is. Met de echo van luid applaus in mijn oren ga ik ’s avonds naar huis.
De volgende ochtend breng ik mijn jongste broertje naar school. Het is vroeg. Ik werp een snelle blik op mijn telefoon. Dan nog een. Het staat er echt: Trump is aan het winnen. Hij zal over verschillende systemen wat te zeggen hebben, het kortste einde wordt nog korter. Geert Wilders stuurt triomfantelijk een tweet de wereld in.
‘The people are taking their country back. So will we.’
Er volgen veel meer berichten in die strekking. ‘The people. We.’ Wie zijn dat?
Buiten is het koud. Ontzettend. Ik heb mijn broertje in de warme veiligheid van ons huis een dikkere jas aangetrokken en kijk naar zijn kleine rug als ik hem achterna fiets. Hij probeert een groepje duiven te ontwijken, bang om ze aan te rijden.
Mijn broertje is onderdeel van een minderheid. ‘Minder.’ Ik hoop, tegen beter weten in, dat hij zich niet zo zal voelen als hij later groot is en wil graag aan de slag om daar iets voor te betekenen. Het helpen ontwikkelen van een dikke huid is niet genoeg, voor verandering van systemen is meer nodig. Het goede en samenwerking van mensen, ook als de verkiezingen in de VS doen vermoeden dat het alleen maar kouder wordt in Europa. Ik hoop dat we allemaal nog wel naast elkaar kunnen blijven zitten. Durven zitten. In gesprek gaan. Aan de slag gaan.Handen uit de mouwen steken. Ook als het koud is.
Vooral als het koud is.
4 Reacties op "Verkiezingen en verschillen: mag ik naast je zitten?"
Net Tegenlicht gezien over Turken. Wat een drama, waar gaat het over.
Voel je je Turk of Nederlander? Kies je voor Nederland of Turkije? Ben je moslim of niet? Misselijkmakend. En Turken moeten ook een keer ophouden met klagen. Waar klaag je over? Dat je niet gezien, niet erkend wordt? Geen schouderklopje krijgt? Dat je gediscrimineerd wordt?
Eger Osmanli torunuysan hic umrunda olmamali. Hic dert etmemelisin. Hangi Osmanli padisahi “Beni begeniyorlarmi acaba, beni kabul ediyorlarmi acaba” diye dusunmus.
De Nederlander wilt weten wat ‘ie aan een Turk heeft. “Is hij te vertrouwen?”
En dan die zogenaamde imam in de moskee: “Als er oorlog uitbreekt tussen Duitsland en Nederland, dat Nederlandse Turken dan moeten vechten tegen Duitse Turken.” Waaarom weer zo een achterlijke hypothese? Weer een stomme vraag van Tegenlicht om ons loyaliteit te testen. Waar zien ze ons voor aan?
Ze hebben gezien hoe onverschrokken en heldhaftig Turken zijn, die moeten we bij ons houden, moeten ze gedacht hebben.
En dan die imam die zegt, dat we tegen andere Duitse moslims moeten vechten hen moeten doden. Sakalindan utan be adam. Yuzune tukureyim senin. Wat een sukkel.
O, maar wacht. Er was een camera op hem gericht.
Goed dat Tegenlicht ” de gewone mannen van de straat” eruit geplukt heeft.
De minder snuggere jongens die op zoek zijn naar een identiteit. Ze hadden alto kunnen worden, een gabber, een spiderman, een cowboy, maar het is een Ottomaanse ruiter geworden.
Goed dat ze langs zijn geweest bij een café. Was verbaast dat ze niet naar een Turks koffiehuis waren gegaan. Dat doen die Nederlandse televisiemakers altijd.
Kijk maar terug naar programma’s uit de jaren ’80 en ’90. Turks koffiehuis is de bom.
Kaartende en rokende mannen.
Goed dat ze niet langs zijn geweest bij hoogopgeleide Turken die actief en keihard in het geheim werken aan een belangrijk project. Die dagelijks met Turkije corresponderen. Hoogopgeleiden die tussen Turkije en Nederland pendelen. Die weten wie ze zijn, wat ze zijn en wat hun doel is.
Het is weer de zoveelste cliché “documentaire” met dezelfde thema’s, dezelfde vragen, dezelfde mensen als in de jaren ’80.
De vraag: “Waarom houden Turken in Nederland van Erdogan?” (en wij Nederlanders niet. )
Omdat Turken weten dat de Nederlandse media 1 grote grap is. Dat alle kranten en tv programma’s, politiek, uit 1 centrale punt bepaald wordt. Er is een hetze, een karaktermoord gaande. Domme Hollandse schaapjesvolk heeft dit niet door.
Daarom kijken ze verbaast, verward en achterlijk en beginnen ze op hun hoofd te krabben. Of de Turken hebben gelijk of de Europese media heeft gelijk, denken ze.
Ze snappen het niet, arme mensen. Dus gaan ze het onderzoeken, het hoe en wat, waarom, waarom, waarom. Dus gaan ze weer een “documentaire” maken en de mensen vragen waarom ze Erdogan steunen.
Ze hebben het maar druk, met ons te begrijpen.
Overal is er een machtsstrijd gaande. Dit bericht en de beelden vond ik echt ziekelijk. Een oude man aanvallen… Het gaat om de moskee Ummah in Amsterdam.
http://www.parool.nl/amsterdam/spanningen-leiden-tot-geweld-in-moskee-in-nieuw-west~a4419242/
Daarom vind ik het goed dat veel Turkse moskeeën officieel een opgeleide imam toegewezen krijgen van de staat, dat de staat achter hen staat en dat niet iedereen die maar wilt de geestelijke leider omver kan werpen om een greep naar macht te doen.
Het zijn gewoon maffiapraktijken.
Meliha:
Over discriminatie gesproken:
https://nl.gatestoneinstitute.org/8812/turkije-vreemdelingenhaat-racisme
Citaat:
Daarom vind ik het goed dat veel Turkse moskeeën officieel een opgeleide imam toegewezen krijgen van de staat, dat de staat achter hen staat en dat niet iedereen die maar wilt de geestelijke leider omver kan werpen om een greep naar macht te doen.
Welke staat bedoel je? Turkije wellicht?
Citaat:
En dan die imam die zegt, dat we tegen andere Duitse moslims moeten vechten hen moeten doden. Sakalindan utan be adam. Yuzune tukureyim senin. Wat een sukkel.
O, maar wacht. Er was een camera op hem gericht.
Als er een camera op je gericht is mag je toch liegen, of niet??? Of is deze Imam inderdaad een sukkel?