Voorpagina Ervaringen, Ingezonden, Islamofobie, Maatschappelijk, Moslimhaat, Persoonlijk, Racisme, Samenleving

Jemma, mijn lieve moeder

De vraag waar ik nu écht vandaan kom, staat vrijwel nooit op zichzelf. In de meeste gevallen is een van de vervolgvragen of mijn moeder dan wél die hoofddoek draagt.
Mijn lieve jemma draagt die hoofddoek. Om haar kleine hoofdje. Van haar haren is weinig over en ze grapt al jaren dat ze haar overgebleven grijze haren wil verven, maar ze is er nooit aan begonnen.

Dit weekend vroeg ik haar of ze mij wilde machtigen om te stemmen op 15 maart.  ‘Ik ga zelf, samen met je vader’, antwoordde ze vastberaden. Ze stemt al sinds ze dat mag. Eerst zonder te aarzelen op de PvdA. Nu niet meer.

Mijn lieve moeder.

Een tijdje geleden deelde ik met een kennis die vond dat ‘ze’ aan moesten passen of oprotten, dat mijn moeder op straat was aangevallen. Door een boze witte man. Omdat ze op straat liep, gehoofddoekt. Het gore lef.

De reactie van de kennis: ‘Ik ben ook een keer aangevallen, door Marokkaanse jongens. Ook op straat.’

Het zette me aan het denken. Want waarom begon zij direct over haar eigen leed? Waarom kon ze niet even wachten? Het gewoon heel naar vinden voor mijn moeder? We zijn wellicht in een stadium gekomen waar we elkaars leed niet eens meer rustig aan kunnen horen. Want haar pijn, deed me vervolgens ook heel weinig.

Misschien wilde ze zeggen: Ik heb geen zin in jouw slachtoffergedrag. Door die jongens, durf ik al jaren niet meer alleen naar huis te fietsen in de avond.

Mijn moeder verhuisde 36 jaar geleden naar Friesland. Met haar oudste zoon in haar armen. Ze kwam in Leeuwarden terecht. Natuurlijk moest ze wennen, maar stug als ze zijn, waren de Friezen in veel gevallen heus verwelkomend. Al waakten mijn vader en zijn broers een flinke periode iedere nacht rondom hun huis, omdat hun ramen werden ingegooid. Dat ging gepaard met racistische leuzen.

Van de Friezen leerde ze naast het Nederlands ook appeltaarten bakken en hutspot maken. En jammer genoeg ook breien. De reden dat ik niet graag terugkijk naar oude schoolfoto’s.

Mijn lieve moeder. Degene om wie ik me de laatste tijd dagelijks zorgen maak. Omdat zij van de generatie is bij wie dankbaarheid en dienen in lichaam en geest zit. Zo kan de groenteman op de markt haar neerbuigend aanspreken op het feit dat ze de peren oppakt om te controleren of ze niet te hard of te zacht zijn. Zo kan een witte man haar midden op straat een elleboog geven, recht in haar buik. Die stoep is natuurlijk van hem.

Die verharding, die steeds meer Nederlanders zo gewillig lijken te omarmen, maakt mij nog strijdbaarder. Terwijl ze mij natuurlijk in eerste instantie ‘anders’ vinden. Want ja, ik ben modern gekleed, ik borrel mee en verrek, mijn Nederlands kent bijna geen accent. Ze vinden me vervolgens fel, veel te emotioneel, en overgevoelig. Prima. Ik vind het niet erg dat ik emotioneel en gevoelig reageer op het zoveelste ‘normaal doen of oprotten’-verhaal. Het gaat mij aan. Al zoveel jaren. En de toon wordt harder. Mijn eigen toon ook.

Ik herken mijn moeder terug in veel vrouwen op straat. Het hoofd iets meer gericht naar de grond, een iets te snelle tred, zachtjes pratend wanneer in gezelschap. Altijd even vriendelijk en verontschuldigend. Zoals mijn moeder. Zij zegt al 36 jaar alleen maar ‘ja’, ‘sorry’ en ‘is goed’.

Salima Bouchtaoui is geboren in Leeuwarden, maar spreekt geen Fries. Ze is verslaggever bij een regionale omroep en in haar vrije tijd zit ze teveel op social media. Eigenlijk wil ze alleen maar reizen maar haar portemonnee staat het maar mondjesmaat toe. Dit stuk verscheen eerder op haar facebook tijdlijn. Image van Pixabay.

 

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie