Djibriel. In de christelijke wereld bekend als de aartsengel Gabriël. Hij is dé boodschapper van alle boodschappers – Allah stuurde hem naar alle profeten – en bracht onze profeet Mohammed de Koran, maar zijn taak is nog veel breder: Djibriel is ook een wijze adviseur, troostende vriend en duidelijke uitlegger.
De eerste ontmoetingen met de engel Djibriel zijn voor de profeet vrede zij met hem ronduit traumatisch. Op jonge leeftijd komt Djibriel naar hem toe om zijn hart te wassen, waarna hij verbijsterd en zonder het te begrijpen achterblijft. Ook de openbaring van de eerste verzen van de Koran op de berg Hira jagen de profeet de stuipen op het lijf. Met de hulp van zijn vrouw Khadija kan de profeet zich uiteindelijk wel openstellen voor zijn voorbestemming als boodschapper van Allah. De band die dan ontstaat met Djibriel is erg liefdevol. Het bijzondere is dat wij daar via de Koran en hadith over kunnen lezen én van kunnen leren.
Djibriel is een van de vier aartsengelen, naast Micha’il, Israfil en Malik al Maut (de Engel des Doods). Hij was er al voordat de hemel en aarde geschapen werden, getuige een gesprek dat de profeet hierover heeft overgeleverd, in de vorm van een gesprek tussen Djibriel en Allah. Ook is bekend dat Djibriel als laatste zal sterven op Jaum al Qiyama (Dag der Opstanding). Ná Micha’il en Israfil en vlak vóórdat de Engel des Doods van Allah de opdracht krijgt om zelf ook te sterven.
Djibriel is de enige engel waarmee Allah altijd rechtstreeks praat. Als we erop letten, zien we soms een glimp van het werk van Djibriel. Zo weten we dat er een gesprek was tussen Djibriel en de profeet Ibrahim toen die in het vuur werd gegooid om te verbranden. Djibriel biedt hem hulp aan en Ibrahim weigert dat met de zin die wij nu nog steeds gebruiken: “Allah is genoeg voor mij en Hij is de beste beschermer.” Ook was het Djibriel die met zijn voet de bron Zamzam deed ontspringen, zoals duidelijk wordt uit het verslag dat we hebben over Hajar die met Isma’il in de woestijn achterbleef. Soms wordt Djibriel niet met naam genoemd, maar is hij er waarschijnlijk wel. Bijvoorbeeld als de profeet Yusuf in de put gegooid wordt, openbaart Allah volgens de Koran aan hem:
“Jij zal hen zeker inlichten over die zaak van hun, terwijl zij het niet beseffen.” (Koran 12:15)
Geleerden gaan er vanuit dat ook deze openbaring via Djibriel gaat en hij dus samen met Yusuf in de put is.
Allah noemt Djibriel de edele boodschapper (rasoel al karim). Als de profeet zijn eerste openbaring omschrijft aan Waraqah – de neef van Khadija, die een grote kennis heeft van de Bijbel – herkent hij Djibriel uit de verhalen over Moesa. Hij noemt hem dan Al Namous, de drager van een mooi geheim, de openbaring. Dat Djibriel degene is die de boodschap overbrengt, staat ook duidelijk beschreven in de juzz van vandaag:
Voorwaar, de Masih Isa (Jezus), zoon van Maryam, is slechts een boodschapper van Allah en Zijn Woord, dat Hij aan Maryam zond en uit een Geest (Djibriel) van Hem voortkomend. (Koran 4:171)
Het was Djibriel die de profeet de soenna leerde. Als de sahaba (metgezellen) vragen stelden over geloofszaken, zei de profeet soms nadat hij het antwoord gaf: “Dat was Djibriel”. Toen de profeet terugkeerde na de hemelreis – waar hij de verplichting kreeg voor zijn oema (gemeenschap) om vijf maal per dag te bidden – was het Djibriel die gelijk de volgende dag in menselijke vorm verscheen en de profeet de salaat (het gebed) leerde. Ook de rituelen van de hadj (bedevaart) kennen we via Djibriel. In soera Al Baqarah (De Koe) lezen we hoe de profeet Ibrahim – toen hij en zijn zoon Ismail klaar waren met de bouw van de Ka’aba – aan Allah vraagt om hen de rituelen te laten zien:
Onze Heer, maak ons beiden tot mensen die zich overgeven aan U en (maak) onze nakomelingen tot een volk dat zich overgeeft aan U en onderwijs ons de gebruiken en aanvaard ons berouw, voorwaar, U bent de Meest Berouwaanvaardende, de Meest Barmhartige. (Koran 2:128)
Het antwoord is de hadj precies zoals wij die vandaag de dag nog steeds doen en zoals de profeet Mohammed het ons geleerd heeft.
Djibriel laat de profeet ook regelmatig beelden van het paradijs zien. Zo droomde hij een keer dat hij samen met Djibriel bij een heel mooi huis stond, maar toen de profeet naar binnen wilde gaan, zei Djibriel dat dit het huis van Omar was. De profeet besloot toen om maar buiten te blijven, omdat hij wist hoe jaloers Omar was. Het mooie is dat toen Omar dit verhaal hoorde, hij meer ondersteboven was van het feit dat de profeet zijn deur niet in durfde, dan van het feit dat hem een huis in het paradijs was beloofd.
Heel bijzonder zijn de persoonlijke gesprekken tussen Djibriel en de profeet. Het is duidelijk een wederkerige vriendschap. Als Allah het vers openbaart “En wij hebben jou (O Mohammed) slechts gezonden als een barmhartigheid voor de werelden” (Koran 21:107), vraagt de profeet aan Djibriel: “Heeft mijn barmhartigheid jou ook bereikt, jij bent toch ook onderdeel van de werelden? Het antwoord is wonderschoon: “Ik zweer bij Allah, jij bent de meest geliefde profeet. Ik ben nog nooit naar iemand gezonden waar ik meer van hou dan van jou. Het was via jou dat ik vastigheid kreeg. Ik vroeg me altijd af wat mijn lot was, totdat Allah dat aan jou openbaarde.” Als de profeet vlak voor zijn dood lichamelijk ernstig ziek wordt, komt Djibriel naar hem toe. Van hem leren we de veel gebruikte dua (smeekbede) voor de zieken:
Bismillah, in de naam van Allah, ik zoek genezing voor jou tegen alles dat jou schaadt, tegen het kwaad van elke ziel of jaloers oog, moge Allah jou genezen. (Muslim: 2186)
Onze profeet Mohammed had Djibriel als helper, maar ook ónze zielen worden door engelen begeleid. Zij zijn de laatste wezens die we zien vlak voordat we geboren worden en als ziel een mensenlichaam krijgen, ze zijn de eerste wezens die we zien nadat we sterven en ons lichaam hebben losgelaten. Soebhanallah, eigenlijk zijn de engelen alleen tijdens ons leven in de dunya (het leven op aarde) voor ons verborgen, maar ze zijn dus altijd in de buurt. Allah heeft ons via de profeet vrede zij met hem geleerd hoe we ons met engelen kunnen omringen, en die kans hebben we elke dag opnieuw.
Bronnen: divinespeechblog, islam question and answer, seekershub.org.
Dit is deel 6 van Jouw Dagelijkse Dosis. Iedere dag in de Ramadan schrijft een team van schrijvers een reflectie over de juz’ die praktisch de hele oemmah die dag leest. Alle lezers worden uitgenodigd hetzelfde te doen, en hun eigen reflectie op de juz’ van de dag in de reacties te plaatsen.
2 Reacties op "Een bijzondere vriend – Juz’ 6"
Mooi en ontroerend om te lezen
Wat een informatief stuk over Djibril… Het doet mij in ieder geval beter beseffen/herinnere dat ‘zij’ er ook zijn en wel dichtbij. Hartelijk dank hiervoor. Liefs.