De islam is een religie van zowel geloof als daden. Het is de religie die in haar basis duidelijk maakt dat je geloofsovertuiging gepaard hoort te gaan met het handelen naar die geloofsovertuiging. Deze claim komt o.a. voort uit de geloofsgetuigenis (shahada in het Arabisch). De geloofsgetuigenis omvat twee delen: het erkennen van de uniciteit van Allah en het bevestigen van het profeetschap van de profeet Mohammed, vrede zij met hem. Ook in de Koran zelf zien we op allerlei plaatsen deze twee zaken, geloof en handelingen, in één adem genoemd worden. Je kan er simpelweg niet omheen.
Gedurende de maand ramadan is dit nog eens extra duidelijk. Moslims vasten vanwege hun geloof in Allah, naar het voorbeeld van de profeet, verrichten gebeden, dragen aan het einde van de maand de verplichte aalmoes af en niet lang na de ramadan komt ook de vijfde van de zuilen van islam in zicht: de bedevaart.
Geloof en handelingen dus. Het is één van de dingen die de islam voor veel mensen zo aantrekkelijk maakt: praktisch je geloof uiten in plaats van alleen maar claimen te geloven, maar er verder niets mee doen. Wanneer ik vanuit die gedachte het vijfde deel van de Koran lees, dan zie ik daar iets wat precies op deze gedachte aansluit: duidelijke regels omtrent die geloofspraktijk.
Uiteraard zijn deze duidelijke richtlijnen niet uniek voor dit deel van de Koran. Ze springen hier echter wel zeer duidelijk in het oog en daarom wil ik ze hier extra aandacht geven.
Als bekeerling kreeg ik de islam voorgeschoteld als een religie van duidelijke regels en richtlijnen, precies zoals terug te zien is in dit deel van de Koran. Elke vraag die ik had kon van antwoord worden voorzien vanuit de Koran of de profetische levenswijze. Dat schept een gevoel, althans voor mij, van duidelijkheid, van houvast, van de mogelijkheid heel scherp onderscheid te maken tussen wat goed is en wat niet. En ja, zo eenvoudig was het. Zo werd mij het volgende onderwezen:
– Het is duidelijk wat verboden is.
– Het is duidelijk wat toegestaan is.
– Allah zal het goede belonen.
– Allah zal het slechte bestraffen.
Met andere woorden, zo was de boodschap: je zit goed of je zit fout. Er is geen sprake van een grijs gebied, er is geen sprake van twijfel over zaken, het is zwart of wit, goed of fout, juist of onjuist.
Vanuit die benadering heb ik als bekeerling – maar dit zal ongetwijfeld ook voor vele geboren en getogen moslims gelden – de nodige tijd nodig gehad om de nuance op te pikken die absoluut aanwezig is binnen de islam. Een nuance waar heden ten dage een enorme behoefte aan is.
Laat me, voordat ik daarop inga, eerst het volgende zeggen: Wanneer je gelooft dat je in iedere situatie maar twee keuzes hebt dan doe je deze prachtige religie tekort. Dan laat je geen ruimte waar Allah en Zijn boodschapper die wel gelaten hebben.
Wellicht zal een dergelijke zwart-wit benadering ertoe leiden dat je jezelf ziet als een sterk praktiserende gelovige die geen compromissen sluit als het je religie betreft. Feitelijk gezien ben je waarschijnlijk bezig om je omgeving van jezelf te vervreemden en muren op te werpen tussen jou en hen.
Mijn suggestie hierin is dat we als moslimgemeenschap eerst en vooral gaan erkennen dat we te maken hebben met diversiteit. Deze diversiteit kan voortkomen uit theologische meningsverschillen die teruggaan tot een uitgebreide traditie. Deze diversiteit kan echter ook voortkomen uit de verschillende manieren waarop moslims de islam beleven binnen die traditie. Zo zal iemand die religieus is opgevoed op zijn/haar 20ste een andere visie op islam hebben dan iemand die sinds zijn/haar 19e pas bezig is met islam.
Het is niet wenselijk om naar de ander te wijzen en vanuit je eigen bewijsvoering en overtuiging te roepen dat die ander verkeerd zit. Zelf zal je daarvan niet beter worden en de ander zal zich ook niet geholpen voelen. Het is niet wenselijk om anderen de maat te nemen naar de lat die jij voor jezelf legt.
We zijn als gemeenschap in Nederland enorm verschillend, we vormen als gemeenschap in dit land een smeltkroes van opvattingen en gedragingen. Laat ons trots zijn op die diversiteit en er de schoonheid van gaan inzien. Laat ons daarnaast onze inzichten betreffende de islam eerst en vooral op onszelf betrekken. Vanuit de verbetering van onszelf zal onze omgeving vanzelf naar ons wensen te luisteren inzake kwesties waarmee zij zit. Laat me tevens kort iets zeggen over de eerder genoemde nuance. Het eerder genoemde rijtje had beter als volgt geformuleerd kunnen worden:
– Het is duidelijk wat verboden is.
– Het is duidelijk wat toegestaan is.
– Allah zal het goede belonen.
– Allah kan het slechte bestraffen.
Daar, in dat laatste punt, bevindt zich een nuance die veelal vergeten lijkt te worden. Ja, wanneer je een zonde verricht is de mogelijkheid dat je daarvoor een bestraffing zal ontvangen aanwezig. Maar het is een mogelijkheid, geen zekerheid, want
Allah’s Vergeving zal altijd Zijn Woede overwinnen.
Wanneer je ziet dat mensen anders handelen dan jij? Reageer dan niet alsof wat zij doen een bestraffing waard is, dat is aan Allah en niet aan ons. Reageer in plaats daarvan door in gesprek te gaan met de ander, de ander te leren kennen, de motivatie achter de handeling te leren kennen die oorspronkelijk vragen bij je opriep. Wellicht zal dit je niet alleen dichterbij die persoon brengen en jullie onderlinge band versterken. Wellicht brengt het je ook dichterbij begrip van hoe de islam de levens van mensen weet te vullen. Wellicht brengt het je dichterbij Allah. Want wanneer je barmhartig bent naar de mensen, zal Allah jou ook barmhartigheid schenken.
Dit is deel 5 van Jouw Dagelijkse Dosis. Iedere dag in de Ramadan schrijft een team van schrijvers een reflectie over de juz’ die praktisch de hele oemmah die dag leest. Alle lezers worden uitgenodigd hetzelfde te doen, en hun eigen reflectie op de juz’ van de dag in de reacties te plaatsen.
Afbeelding: pixabay.
Volg ons op social media