De soera begint met de letter Wauw.We kennen Wauw! als uitroep als je spontaan iets bewondert, in het Arabische alfabet is het de op één na laatste letter. Het Arabische alfabet, الأبجدية العربية, al-abdjadiyya al-ʿarabiyya, bestaat uit 28 letters. Het Arabisch wordt geschreven van rechts naar links. Deze Ramadan heb ik weer bijzonder genoten van het van rechts naar links lezen en de vorm en de inhoud van die Arabische letters.
Deze letter kan drie functies hebben:
⦁ Een losstaande Wauw is meestal het voegwoord ‘en’;
⦁ Een Wauw kan ook ‘terwijl’ betekenen; ‘in de tijd dat…’;
⦁ Soms, wanneer iemand een eed of een plechtige gelofte aflegt, begint hij in het Arabisch met de letter Wauw, om anderen ervan te overtuigen dat hij de waarheid spreekt. Hij zegt dan: W’allâhi – Bij God!
In soera ‘Al-‘asr’ gebruikt de Koran de Wauw in de derde betekenis. Dit wordt ook wel een wauw al-qasam genoemd. De Koran heeft het niet nodig om een eed te zweren, of iets onder ede te verklaren. Maar voor iets heel belangrijks, gebruikt de Koran deze Wauw in de betekenis van ‘bij’, zoals in: ‘stilstaan bij’. De soera zegt eigenlijk: nadenken over tijd is een vorm van aanbidding. Deze drie in elkaar over lopende korte woorden:‘Wa’l-‘asr’,‘Bij de tijd!’, vragen je om over de tijd na te denken. Om terug te kijken op je leven. Om na te denken over je eigen leven, maar ook over alles wat er vanaf de eerste mens op aarde is gebeurd. Onze hele geschreven of ongeschreven mensengeschiedenis.Of we het kunnen begrijpen of niet, of we ervan geleerd hebben of niet. Die geschiedenis is voorbij. En wat is het resultaat? Waar hebben we voor gewerkt? Waar hebben we voor geleefd? Dat is wat ieder mens zich afvraagt wanneer hij of zij over de tijd van zijn of haar leven nadenkt.
Tijd is een levensvijl voor alle schepselen. Het vijlt elke dag een bijna onzichtbaar deeltje van ons leven af. Ook bestaat de uitdrukking ’de tand des tijds’ waarmee de slijtage wordt bedoeld die alles dat ‘bestaat’ ondergaat:
Al hetgeen is zal vergaan. Blijvend is alleen het aangezicht van uw Rabb, Majesteitelijk. Vrijgevig in eer. (55:26-27).
Het is een moeilijk begrip, terwijl we ons erin verdiepen gaat het voorbij. Een ongrijpbaar element in ons leven waarvan we de voortgang niet kunnen tegenhouden. Misschien kunnen we proberen er zo goed mogelijk mee om te gaan, bijvoorbeeld door ‘onze’ tijd te besteden aan zaken die ertoe doen. Elke belastingplichtige zzp’er heeft met winst, verlies en een boekjaar te maken. Voor de profeet was het heel gewoon om economische taal als geloofstaal te gebruiken. Hij zei: ‘Breng uzelf in rekening voor u in rekening wordt gebracht.’ Wat betekent dat we aan zelfkritiek en zelfreflectie dienen te doen voordat de Schepper Zich over jou bezint. Maar de tijd wordt ook als een genezer en brenger van goede tijdingen beschouwd, zoals in ‘de tijd baart rozen’ en ‘de tijd heelt alle wonden’: Yoesjfî’z-zamân koella djoeroeh. Over moslims wordt soms gezegd dat ze een beetje uit de tijd zijn. De tijd zal het leren: zalika fî’l-moestaqbal.
In naam van Allah, de Rahmân – Barmhartige, de Rahiem – Genadevolle
Bij [het voorbijgaan van] de tijd. De mens is zeker onderweg zichzelf te verliezen.Behalve zij die gelovenen goede werken doen,en elkaar zeggen goed te doen in waarheid, en daarmee door te gaan met geduld.
De Koran gebruikt vier woorden voor tijd:
1. Het woord ‘Asr kan letterlijk ‘eeuw’, tijdperk of jaartelling betekenen. Als bijvoeglijk naamwoord betekent ‘asrî modern, bij de tijd, maar ook duurzaam. Voor de meeste moslims is ‘Asr de tijd van het namiddaggebed, maar voor veel kinderen is ‘Asr het moment dat ze weten dat ze de school uit mogen rennen. Voor volwassenen is het meer het moment dat ze ‘weten’ of beseffen dat de dag voorbijgaat. Het is het moment in de namiddag dat de zon in het westen begint te zakken: al weer een dag voorbij!
2. Het woord Dahr betekent onbegrensde tijd, tijd in absolute zin, tijd zonder begin of eind. Het is de tijdsbeleving van de Schepper. Die noemen we eeuwigheid, maar we kunnen ons die niet voorstellen. In het Arabisch: min al-azal ilal abad – van het beginloze tot het eindeloze. Er is een soera die ad-Dahr maar ook al-Insân – de mens, heet; zo intensief is ons leven met het beleven en begrijpen van tijd verbonden. De soera begint met: ‘Is er niet een eindeloze tijdspanne geweest voordat de mens iets werd om je te herinneren?’. Waarmee de Koran de anthropocentrische wereldbeschouwing verwerpt, die niet God maar de mens als middelpunt van de schepping beschouwt en tegelijkertijd de meest kernachtige dingen over ‘de mens’ zegt.
3. Hîn is het woord waarmee ruimte en tijd worden verbonden. De Koran verandert van duale aanspreekvorm voor Adam en Hawa naar meervoud als wordt gezegd dat ze een onbestemde plaats (djannah) gaan verlaten en voor onbestemde tijd op aarde zullen leven. De boodschap verschuift van twee naar alle mensen. De onbestemde ruimte is verlaten, maar het onbestemde tijdsgevoel dragen ze bij zich.. (2:36). Wanneer uw vraag met de tijd en plaats van openbaring samenvalt, wordt het antwoord aan u onthuld. (5:101). Hîn is een moment waarin tijd en ruimte samenvallen. Koelloe sjey’in fî hînihi: alles op zijn tijd.
4. De soera zegt misschien: Yâ lasoer’ati’l –waqti – waar blijft de tijd? Waqt is Tijd in de zin van met een klok meetbare tijd, die we verder nog met kalenders, agenda’s en timemanagement bijhouden. Dan zitten we meteen in de al-waqtoe min zahabin – ‘tijd is geld’ sfeer. De tijd die voorbijgaat, zoals in ‘de tijd vliegt en ‘waar blijft de tijd?’ Tijd die niet teruggehaald kan worden of herbeleefd. ’Wat wij ervaren als tijd is niets anders dan de ervaring dat de meeste gebeurtenissen niet omkeerbaar zijn’, zei iemand … eens … Aan het eind van de Ramadan denken we: ‘hoe bestaat het! Is die maand al voorbij? Aan het eind van ons leven merken we dat de dagen nog sneller voorbijgaan dan ze al deden. Onze leeftijd maakt dat we tijd verschillend beleven, Zoals in ‘Waarom de tijd sneller gaat als je ouder wordt[1]‘, is beschreven.Van het woord waqt zijn bijvoorbeeld woorden afgeleid als taqwîm – kalender en mîqaat – plaats waar op een bepaalde tijd is afgesproken voor een bepaalde actie, zoals we die tijdens de bedevaart tegenkomen. Ook het woord Zaman wordt door moslims voor Tijd gebruikt. Het is van Perzische oorsprong en in het Arabisch en Turks opgenomen. Het geeft iets weer van ‘lang vervlogen tijden’, aaneenschakeling van momenten, of in de loop der tijden: ma’a marri’z-zamân. Sprookjes beginnen vaak aan te geven dat het verhaal van alle tijden is of kan zijn: Er was eens, maar dat wordt: Kâna mâ kâna… Of: zaman zaman – van tijd tot tijd.
De tekst van deze korte, vaak gereciteerde soera is een mijmering over tijd en gebed van troost. ‘Als de openbaring van de Koran bij deze soera was gebleven, was dat voldoende geweest, zei Imâm Sjafi’i erover. Het brengt in gedachten dat alle dingen en dus ook ons leven voorbijgaan, maar ook dat dankbaar en geduld ons gelukkig kunnen maken. Het geheimzinnige van tijd is dat het zowel winst als verlies kan betekenen. Tijd gaat voorbij. Dus we hebben minder leven over. Maar het is winst als we onze tijd goed besteden. Als we onze tijd bijvoorbeeld gebruiken om veel te leren, dan is de tijd wel voorbijgegaan, maar we hebben er iets aan gehad!
Soms denken we dat het allemaal voor niets is geweest. Zo lijkt het soms. Maar dan zegt de soera: Behalve zij die geloven. Deze korte soera geeft ons hoop. Want geloven is hopen. Mensen die goeddoen, geloven in een toekomst en anderen helpen, mogen hopen. En dat doen we ook. We moeten nooit Amal, of hoop, kwijtraken. Hoop is het goede verwachten en dat gevoel moet je niet verliezen. De Koran voegt goede werken doen aan geloven toe. Het is een bekende vraag: Als een goed mens zonder geloof goed werk doet, dan is dat toch net zo waardevol als het goede werk dat een moslim doet? Het enige verschil is dat mensen die hun geloof als inspiratiebron hebben om goed te doen, ook nog eens hopen met zijn of haar goede werk in het paradijs te komen: Een tuin zo ruim als hemel en aarde samen .. [3:133].
Daarom zegt soera Al-‘Asr dat er mensen zijn die niet verliezen, die geen losers zijn: Uitzonderlijk zijn zij die geloven en goede werken doen, en elkaar zeggen goed te doen in waarheid, en daarmee door te gaan met geduld.
In de Koran wordt op veel plaatsen een verband gelegd tussen geloven en doen. Er zijn redenen om goede daden te doen. Geloof zonder goede daden komt niet echt tot leven en kan daardoor verzwakken. Maar werk, zonder geloof in het doel van dat werk, kan zinloos lijken. Het is dus beter om te beseffen waarom we iets doen. Onze daden worden beoordeeld naar onze bedoeling. Buiten Allah zijn we zelf de enige die allebei kent: daad en bedoeling. Het gaat om wat er met ons gebeurt door dit werk en de bedoeling die we ermee hebben. Wat we doen, zien of weten de mensen om ons heen. De bedoeling kent Allah.
Het geeft een fijn gevoel dat er een God is die onze bedoeling kent, ook als het werk niet slaagt. Allah kent de bedoeling en daar heb je echt iets aan, je wordt er beter van. Dat wil zeggen dat we meer profijt hebben van ons werk als we achter het doel van ons werk staan. Iemand die aan de lopende band staat, doet dat vaak alleen om zijn of haar gezin te onderhouden. Dan geeft het gezin onderhouden voldoening. Het werk zelf hoeft niet altijd voldoening te geven. Meestal zoek je daarnaast naar iets waar je blij van wordt. Vaak is dat vrijwilligerswerk ,werk voor een goed doel waarvoor je niet wordt betaald. Of een hobby.
Het laatste woord van de soera is Sabr: geduld, verduren, weerstand tonen, verdraagzaamheid. Het wordt wel de helft van geloof genoemd. De andere helft is dankbaarheid. Het leert ons standvastig te zijn in ons geloof.
In weinig woorden zegt de soera heel veel. Het is goed om tegen iemand te zeggen dat hij of zij het goed doet en ermee door moet gaan. Dat we vooral moeten doen wat we echt menen; het moet de waarheid zijn die we zeggen. Dat is allemaal niet zo makkelijk. Dus hebben we zelf geduld en vragen we anderen om geduld te hebben. In de vertaling komen de woorden ‘tijd’ en ‘verlies’ zo dicht bij elkaar dat de koppeling snel is gemaakt: het gaat over tijdverlies. Dat is er niet ver naast. Maar dan niet in de betekenis van ‘tijd is geld’. De soera gaat over de onbegrijpelijke wijsheid van geboorte, leven en dood. En over de betekenis die we in ons leven zoeken en vinden. Besteden we onze tijd op een manier die ons leven verrijkt? Of zijn we de tijd van ons leven aan het doden? Het is overgeleverd dat iedere keer wanneer twee van de metgezellen van de profeet elkaar ontmoetten, ze niet uit elkaar gingen of ze hadden deze soera gelezen en elkaar de vredesgroet gegeven. Het is geen slecht idee om dat te doen.
[1] Douwe Draaisma. (2001). Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt, werd vertaald in het Engels (Why Life Speeds Up As You Get Older), het Frans (Pourquoi la vie passe plus vite à mesure qu’on vieillit) en het Duits (Warum das Leben schneller vergeht, wenn man älter wird: von den Rätseln unserer Erinnerung).
Dit is deel 30 van Jouw Dagelijkse Dosis. Iedere dag in de Ramadan schrijft, presenteert of declareert een team van gasten een reflectie over de juz’ die praktisch de hele oemmah die dag leest. Alle lezers worden uitgenodigd hetzelfde te doen, en hun eigen reflectie op de juz’ van de dag in de reacties te plaatsen.
Eén reactie op "Een pit van juz’ Amma: De Tijd – Juz’ 30"
Mooi! Helder beschreven. Dank!