Voorpagina Algemeen, Bekeringsverhaal, Ervaringen, Islamofobie, Maatschappelijk, Media, Moslimhaat, Opinie, Persoonlijk, Politiek, Racisme, Samenleving

De dagelijkse strijd tegen vooroordelen

“Hey Nouredine/Marco, hoe is het nou? Jij bent moslim geworden toch? Hoe ervaar je al die kritische (negatieve) media-aandacht dan?”

Tot voor kort beschouwde ik het als een mogelijkheid om mensen over mijn persoonlijke geschiedenis te vertellen en ze uit te leggen hoe ik islam als een verrijking van mijn leven beschouw. Onder het mom van: slechte publiciteit bestaat niet. Wilders laat een brain-fart? Ik duid die ish en breng ons verder! Een kwinkslag en een verbaal schot voor de boeg en ik ga weer door!

Helaas zijn we inmiddels de fase van simpelweg slechte publiciteit ver voorbij en is vrij intensief haatzaaien eerder regel dan uitzondering. Een greep uit de laatste week:

Een van mijn geliefde docenten – orthodox, hanafi van achtergrond, salafi van invulling – is door anonieme bronnen van de Amsterdamse gemeente en door het NRC als ronselaar bestempeld. Met naam en toenaam in de krant. Naam van zijn werkgever erbij. Naam van zijn kind erbij.

Bewijzen? Anonieme bronnen, een poster aan de muur in een vereniging waar hij te gast was, een voormalige leerling die naar Syrië is gegaan. Tegenbewijzen? Mails, lezingen en video-opnamen waarin hij jongeren met klem afraadt af te reizen, niet opgenomen in het artikel, want te laat voor de deadline.

Persoonlijk bewijs: ik ben met deze fijne gast op reis geweest door Turkije en we hebben er uitgebreid over gesproken, over de onwijsheid van het strijden in situatie waarin je geen positieve bijdrage kunt leveren. Waar je als opstandige puber niets te zoeken hebt. Dat je je beter op Nederland en islam kunt richten, goed zijn voor je ouders, hulporganisaties steunen in Nederland. En ga zo maar door.

Nummer 2, vers van de pers: de vrouw van een zeer, zeer, zeer goede vriend van mij en de missus, is iemand die al jaren werkzaam is op het snijvlak van mens en maatschappij, van cultuur en religie. Een vakmens. Iemand met gevoel voor maat en traditie in haar religie. Die vervolgens doodleuk van salafisme wordt beschuldigd (alsof het bij voorbaat al een misdaad is om een vorm van orthodoxie aan te hangen), van steun aan moslimbroederschap, Hamas en weet ik veel wie, van het zijn wolf in schaapskleren, omdat ze…. “zwaar gesluierd” is en foto’s van mekka op haar profiel heeft.” Geen grap.Een vrouw met hoofddoek die vrijwillig naar Mekka is geweest. Oh hemel, de horror, de horror!

‘Gewoon’ even een greep uit de dagelijkse bak troep die ik en de mijnen over ons uitgestrooid krijgen. ‘Gewoon’ in de krant, op de tv, en sociale media laat ik dan nog even buiten beschouwing.

Vraag je me wat me dat doet dan zeg ik je eerlijk: het gaat me niet in de koude kleren zitten. Het doet pijn. Ik maak me zorgen over mijn moslimfamilie en over onze jongeren die klap op mentale klap krijgen.

Maar aan het einde van de dag maak ik de som op voor mijzelf: ben ik lief geweest voor mijn vrouw en naasten? Heb ik goed werk gedaan? Heb ik mijn hoofd en lichaam gezond gehouden? Heb ik aan mijn verplichtingen voldaan richting mijn Schepper? Als er een nee tussen zit -en er is altijd wel een nee – dan is er werk aan de winkel. Dat is niet erg want dat is des mensens.

En al die haters, haatzaaiers, kibbelende kroegtijgers en toetsenbordstrijders maken het misschien vervelend voor me als moslim, maar uiteindelijk zal ik blijven strijden met alles wat ik in me heb om die radicale gelijkwaardigheid waaraan ik me verbonden heb te eren, om mijn rechten me niet te laten ontnemen, mijn plichten niet te laten verzaken en me tot in het extreme in te zetten voor een betere wereld.

Niet schrikken: maar dat is mijn jihad.

Lobi, ouwes, want haat is er al genoeg.

Afbeelding: pixabay.

 

 

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van