Het is zaterdagavond als we van Tuzla in de richting van Sarajevo rijden. Het weer is buitengewoon somber voor de tijd van het jaar. Ik ben onderweg naar een afspraak met Elvir. Ik ontmoette hem begin mei in de Bosnische moskee in Nederland. Een gemeenschappelijke kennis stelde ons aan elkaar voor, nadat ik mijn plannen met betrekking tot Bosnië gedeeld had. “Ik ken iemand wiens verhaal verteld moet worden” verzekerde mijn kennis.
In de daaropvolgende weken onderhielden Elvir en ik regelmatig contact via Whatsapp. We leerden elkaar beter kennen en dat vormde het begin van een prille vriendschap. Toen ik Suikerfeest bij hem en zijn gezin vierde, ontstond het concrete plan om hem in Bosnië te bezoeken. Ik wilde de plekken bezoeken die ik inmiddels uit verhalen kende, maar waar ik geen beeld bij had. Het was een poging om de impact van de gebeurtenissen beter te leren begrijpen.
En zo zitten we een kleine maand later met elkaar aan tafel in een restaurant in Bosnië. Elvir ziet er zichtbaar vermoeid uit. In zijn geboortedorp in Oost-Bosnië worden de voorbereidingen voor de aanleg van een nieuwe weg getroffen. Net als veel andere bouwprojecten in Bosnië, verloopt ook dit proces tergend langzaam. “De vakanties in Bosnië zijn nooit echt vakantie” verzucht hij. “Heel mijn leven staat in het teken van de gemeenschap, maar ik ben moe. Mijn lichaam en geest zijn op.”
Elvir (47) werd in Pomol, een klein dorp in het voormalige Joegoslavië, geboren. Hij verloor zijn moeder op vierjarige leeftijd, waarna zijn vader de zorg voor hem en zijn broers op zich nam. Elvir is moslim, maar religie had geen prominente rol binnen het gezinsleven. In het tijdperk waarin president Tito met ijzeren hand regeerde, mochten etnische en culturele verschillen geen bedreiging voor de eenheid van Joegoslavië vormen.
Toen Elvir achttien jaar was, meldde hij zich aan bij het Joegoslavische leger. Daar kreeg hij de kans om zich tot luitenant te ontwikkelen. In dezelfde periode begon de eenheid in Joegoslavië af te brokkelen. Dat zou enkele jaren later leiden tot het conflict, dat door historici beschouwd wordt als het meest bloedige conflict sinds de Tweede Wereldoorlog in Europa. Ruim 140.000 mensen kwamen om het leven bij oorlogshandelingen, massamoorden en etnische zuiveringen.
De etnische spanningen en het oplevende nationalisme bleven ook bij Elvir niet onopgemerkt. “Toen ik in 1991 met het Joegoslavische leger in Montenegro diende, kwam ik tot de conclusie dat ik niet langer kon blijven. Daar waar het Joegoslavische leger voorheen bestond uit soldaten met verschillende etniciteiten, waren de meeste Bosniakken nu vertrokken. Ik was getuige van de agressie en ik zag hoe mensen wegvluchtten. Ik sprak daarover met soldaten van andere kazernes, maar ook zij konden mij niet overtuigen om te blijven.”
Op 1 maart 1992 kozen de Bosniërs met een referendum voor onafhankelijkheid. “Wij wilden niet leven in een groot Servië” zegt Elvir. Het is opnieuw een regenachtige avond als we onder de veranda zitten. “Zouden de Bosniakken in een groot Servië tweederangs burgers geweest zijn?” vraag ik aan hem. Hij glimlacht cynisch. “We zouden niet tweede, derde maar vierderangs burgers geweest zijn. We wisten toen al dat fundamentele mensenrechten niet gewaarborgd zouden worden.”
Elvir diende zijn laatste missie aan de grens met Montenegro toen hij tot de conclusie kwam dat hij niet langer kon blijven. Volgens hem werd het leger etnisch gezuiverd. Voorheen waren er soldaten met verschillende etniciteiten, maar in 1991 bleef hij als enige Bosniak van zijn afdeling over. “Wat zou er met me gebeurd zijn als ik gebleven was? Ik ondervond racisme en uitsluiting. Dat leger was er niet om mensen als mij te beschermen.” Daarom deserteerde hij begin 1991 uit het Joegoslavische leger waarna hij zich aansloot bij het Bosnische verzet om zich tegen de Bosnisch-Servische agressie te verdedigen.
De volgende dag vertrek ik samen met Elvir naar zijn geboortedorp gelegen in het kanton Srebrenica. Dit is de plek waar Elvir werd geboren en opgroeide. Het is de plek waar hij zich in 1992 aansloot bij het Bosnische verzet en waar hij in de zomer van 1995 de val van Srebrenica meemaakte. Vanaf hier liep hij maandenlang honderden kilometers machteloos door de bossen om het vrije territorium nabij Tuzla levend te bereiken.
Ik wil weten waar Elvir voor vocht. Een stilte volgt. Hij steekt een sigaret op, iets dat hij vaker doet wanneer ik een beladen topic ter sprake breng. “Ik vocht voor mijn dorp en mijn gemeenschap. Het is de enige plek waar ik me ooit huis gevoeld heb” zegt hij. Ik vraag hem of hij zich altijd zo bewust is geweest van zijn identiteit en de culturele gemeenschap waar hij onderdeel van uitmaakt. “In 1974 werden Bosniakken officieel als etniciteit in de grondwet erkend, maar ik was lange tijd vooral cultureel moslim. Er waren een aantal vaste tradities en we vierden bijvoorbeeld suikerfeest, maar ik was me niet heel bewust van mijn religieuze identiteit” vertelt hij.
Dat veranderde volgens Elvir in de aanloop naar het conflict. Daar lagen een aantal politieke gebeurtenissen en persoonlijke ervaringen met racisme aan ten grondslag. “Mensen wilden ons vermoorden vanwege onze etniciteit. Natuurlijk word je dan meer bewust van jouw identiteit.” Alhoewel Islam hem niet inspireerde om te vechten, vond hij wel steun in zijn religie. “Als je alleen op de vlucht bent, dan heb je Islam nodig” zegt hij.
Al ruim twee uur rijden we door de stromende regen. Het weer en de gespreksstof maken de sfeer tijdens de rit melancholisch. “Ik heb pijnlijke herinneringen aan deze omgeving, maar toch keer ik steeds weer terug.” De val van Srebrenica en de vlucht door de bossen naar het vrije territorium hebben de grootste impact op hem gemaakt. “Wanneer je wekenlang uitzichtsloos door de bossen vlucht en zo veel doden ziet, dan heeft dat impact. Dat krijg je nooit meer uit jouw hoofd.”
Dit verhaal (en dit gedeelte) verscheen eerder op Natasha’s eigen blog. We zullen met enige regelmaat stukken van haar delen, maar als je ze eerder wilt lezen, kun je altijd rechtstreeks bij haar terecht natuurlijk!
Afbeelding: pixabay.
2 Reacties op "Elvir"
Wat een indrukwekkende stuk zeg! Echter, ook een zeer treurige stuk; het blijft mij namelijk verbazen – wat wij mensen – elkander toch kunnen aandoen. Zucht, en nog is zucht.
M.T.S
Vervelend zeg. Maar er is ook een lichtpunt: de makers en onderhouders van de site hebben nu geleerd dat als je reacties wegcensureert je een bloeiende site compleet stuk krijgt in een paar jaar tijd, :D. Chapeau, heren!
Het kan heel goed dat deze reactie de laatste is die de site ooit krijgt, :D.