‘Moet ik over de hele juz’ wat schrijven?’, vroeg ik. ‘Dat mag, maar je mag ook over een aya of zelfs één woord schrijven’, antwoordde hij. ‘Als het jou maar geïnspireerd heeft!’. Het is alweer een tijd geleden dat ik soerat an- Nisa bewust en onderzoekend heb gelezen. Wat een heerlijke tijd was het, toen ik nog theologisch met de Qoer’aan bezig was. Ik mis het zo!
De derde aya van soerat an- Nisa (die overigens tot Juz 4 behoort) brengt me al gauw terug tot die heerlijke tijd. De aya gaat over het huwen van 1, 2, 3 of 4 vrouwen. De aya daarna behandelt de bruidsschat. Ik moet denken aan mijn allereerste stage vanuit de HBO lerarenopleiding (islam). Een havo 3 groep, met jongeren in de leeftijd 15-16 jaar, zat voor mij. Ik had al een aantal weken het vak ‘Rituelen in het christendom’ gegeven en had beloofd dat de eerste les van het nieuwe thema ‘Islam’ een les zou zijn waar ze mij van alles mochten vragen. En dat deden ze!
‘Mevrouw, wilt uw man ook vier vrouwen?’, vroeg een jongen met kort blond haar en grote grijns op zijn gezicht. ‘Haha’, antwoordde ik, ‘dat heb ik hem ook wel eens gevraagd, maar hij antwoordde dat een halve van mij, voor hem al wel genoeg zou zijn. ‘Ooo’, riep zijn beste vriend, ‘u had zeker teveel bruidsschat gevraagd hè? Ik moest erom lachen. ‘Weet je hoe hìj het me ooit heeft uitgelegd?’
Ik overdreef met uitgebreide handgebaren dat hij altijd zei ‘dat zelfs als er een halve variant van mij zou zijn, hij alsnog de gelukkigste man ter wereld was’. Ik eindigde met een hartjesgebaar, dat veranderde in een boks die ik gaf aan Z. Een stoere meid, die ooit huilend in de klas had gezeten, omdat haar vriendje agressief was geworden en ze erachter was gekomen dat hij was vreemdgegaan. We hadden toen een lang gesprek over zelfrespect, het niet accepteren van vernederingen, en de klas had haar die les gesteund om de relatie te verbreken. Het ging nu ontzettend goed met haar.
Ze gaf me een boks terug en vroeg heel eerlijk: ‘Maar in uw geloof mag het wel, toch? Meerdere vrouwen? En die bruidsschat,’ ze keek bedenkelijk, ‘dat is toch wel een beetje alsof je een vrouw koopt. Vrouwen krijgen misschien geld maar moeten veel meer. Die zijn wel een beetje minder dan de man. Of gelooft u ook niet in die dingen uit de Qoer’an?’ ‘Net als die oorlog tegen ongelovigen enz. Dàt gelooft u niet toch?’, vult de ‘bruidschat-jongen’ aan. ‘Mooie theologische onderwerpen, jongens. Weten jullie nog meer onderwerpen die in soerat an-Nisa vermeld staan’, vroeg ik hen? Heuh, in wat?
Het was een begin van een geweldig curriculum godsdienstlessen over de islam, niet lang nadat politicus Geert Wilders een film ‘Fitna’ uitbracht en, geheel uit de context, strooide met aya’s uit soerat an-Nisa. Het slaan van vrouwen, ongelijkwaardigheid tussen man en vrouw, goedkeuren van slavernij en het doden van ongelovigen, werden als een Qur’anische visie gepresenteerd. Ik werd als beginnende godsdienstleerkracht uitgedaagd om deze thema’s met de leerlingen te behandelen.
Ik behandelde de tafsier (Qur’an exegese) en probeerde ze inzicht te geven hoe teksten uit de Heilige Boeken geïnterpreteerd konden worden of gaf gewoon weer basislessen begrijpend lezen, zoals ooit geleerd op de Pabo. Dit deed de klas begrijpen dat de meeste moslims inderdaad geloven in alles wat er in de Qur’an staat. En dat de Qur’an in zijn totaliteit juist een boodschap van rechtvaardigheid, vredelievendheid en gelijkwaardigheid predikt. Dat niet elke moslim zich aan deze Qur’anische boodschappen hield was echter ook een constatering. Na het einde van de periode hadden zowel de leerlingen als ikzelf enorm veel geleerd.
‘Overpeinzen zij de Qoer’aan dan niet? Als hij van een ander dan Allah [gekomen] was dan zouden zij er veel tegenstrijdigs in vinden.(Soerat an Nisa: 84)
Mijn gedachtes aan de ‘goede, oude tijd’ stoppen en brengen me na het lezen van bovenstaande aya weer in het hier en nu. Ik geef zelf geen les meer, maar besteed mijn tijd nu op een islamitische basisschool waar ik coach en auteur ben van een godsdienstmethode voor kleuters. De islam, in zijn simpelste vorm. Daarnaast ben ik druk als moeder van drie jonge kinderen.
Wat haal ik nu zelf eigenlijk uit Juz 5, als ik al deze inhoud voor mijzelf overpeins? Ik wil iets ontdekken tijdens ‘de dagelijkse dosis’ wat mij nu inspireert, doet veranderen in denkwijze of in gedrag. Ik besluit nog één aya door te lezen alvorens ik de kinderen wakker maak voor school. Aha, een mooie ‘simpele’ aya. Misschien niet de meest diepgaande theologische aya maar wel praktisch, simpel en duidelijk! Hier kan ik concreet vandaag mee aan de slag.
‘En wanneer men jullie met een groet begroet, groet dan op een betere manier terug of beantwoord de groet. Allah rekent over alles af.’ (soerat an Nisa : 86)
Na het ochtendritueel lopen we wandelend naar de auto. Een oude dame met een grijze hoofddoek loopt ons tegemoet. Ik groet haar met een bescheiden glimlach van een afstandje en zeg, ‘As- salamoe ‘aleikoem!’. Ze kijkt me aan, staat stil, maar zwijgt. Haar felle, doordringende ogen bekijken me van top tot teen. Ze zegt nog steeds niets. Mijn dochter huppelt naast me en herhaalt mijn woorden. Even lijkt de vrouw uit haar doen, ze knikt en hoor haar iets mompelen wat lijkt op ‘aleikoem as salaam’. Bij het voorbij gaan voel ik de ogen branden in mijn rug en stap de auto in. Zodra de deuren dicht zijn, zegt mijn zoontje ‘Weyow mama, die vrouw is echt onbeleefd.’ ‘Ja’, bevestigt mijn dochter ‘ze zei niets terug en keek zo boos. Ik heb van juf geleerd dat als iemand ‘Salamoe aleikoem’ zegt, je altijd ‘aleikoem salaam’ terug moet zeggen. Ze begint enthousiast te zingen.
‘As salaamoe aleikoem, wa aleikoemoe as-salaam
As salaamoe aleikoem, wa aleikoemoe as-salaam
Ik wens jou de vrede, wens jij mij dat ook?
Ik wens jou de vrede. Ja, dat wens ik ook!’
Ik herinner me de allereerste les die ik vorig jaar heb geschreven. De methode is nog niet af, maar de lessen worden al wel in de praktijk uitgetest door de leerkrachten. Mijn dochtertje vertelt uitvoerig over die les. Dat ze een blinddoek op heeft gehad en ze een ‘salaam- spelletje’ deden. Dan werd ze rondgedraaid en moest ze raden wie haar ‘De Salaam’ had gegeven. Zij moest teruggroeten met ‘aleikoem salaam’ en raden wie het was. ‘Je kan ook met een lange groet ‘Wa aleikoem salaam wa rahmatoe Allahi wa barakatoe’ antwoorden’, vult mijn zoontje, vanuit de achterbank, aan. Dan krijg je 30 punten in plaats van 10. Hij legt haar de volgende hadith in eigen woorden uit.
Aboe Hoerairah zei : ‘Een man passeerde de Boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegeningen zij met hem) terwijl hij met een paar anderen zat en zei: “As-salaam ‘aleikoem (vrede zij met jullie).” De Profeet (saws) zei: “(Hij zal) tien hasanat (krijgen).”Een andere man passeerde en zei: “As-Salaam alaikoem wa rahmatoeAllaah (vrede zij met jullie en de Genade van Allah).” De Profeet (Allah’s vrede en zegeningen zij met hem) zei:“(Hij zal) twintig hasanat (krijgen).”Een andere man passeerde en zei: “As-Salaam ‘aleikoem wa Rahmatoellaahi wa Barakaatoeh (vrede zij met jullie en de Genade en Zegeningen van Allah).”De Profeet (saws) zei:“(Hij zal) dertig hasanat (krijgen).
Bukharie (586), An-Nasaa’i (368) en Ibn Hibbaan (493).
‘We hebben twee engelen die alles wat we doen opschrijven. Goede punten en slechte punten. Ze kunnen heel goed rekenen en later na je dood, op een speciale oordeels-dag, kijken ze welke punten het meest waren’, legt hij uit. Djunaid zit in groep 5 en is vanuit dezelfde methode tijdens de godsdienstlessen bezig met ‘de Zuilen van de Imaan’.
‘Die mevrouw heeft weinig punten denk ik’, zegt mijn dochter. Ik leg haar uit dat het een oude vrouw is. Misschien was ze wel doof, of een beetje in de war. En misschien, kent ze de hadith helemaal niet!’, zegt haar broer. ‘Ik denk dat haar engelen wel ‘aleikoem salaam’ terug hebben gezegd’, bedenkt mijn dochter. Dat vind ik een mooie afsluiting.
We zijn op school en de kinderen rennen zoals altijd weer vrolijk op mij af. Brede glimlachjes, grote knuffels en veel salaams. Ik probeer alle kinderen een nog betere en vrolijkere groet terug te geven en ontvang zoveel positiviteit terug. Ik lees mijn allereerste les over groeten nog eens door. Ik zet er gauw nog een huiswerkopdrachtje voor de kleuters bij. ‘Groet iedereen vandaag met een betere groet’. Aan het eind van de dag komt Safiya mijn werkkamertje binnengehobbeld. ‘Heyyy mama’.‘Heyyy aleikoem’, antwoord ik. Ze lacht. O ja, assalaamoe ‘aleikoem, mama!
Onderweg naar huis rijden we langs de koeien. ‘Mag ik ook ‘salaamoe aleikoem’ tegen de koeien zeggen, mama. ‘Jij wel, lieverd. Allah houdt er van als we lief zijn voor dieren.’, antwoord ik. Mag ik het ook zeggen tegen de varkens?’ Ik moet hard lachen. Waarom niet?, vraag ik haar. Ze weet ‘t niet. ‘Ik eigenlijk ook niet’, beken ik haar.
‘Dit is theologie op high level!’, besef ik ineens. Ik ben benieuwd of hier een tafsier over te vinden is!
5 Reacties op "Simpele theologie? – Juz’ 5"
Lieve Atika,
Dit stuk is precies hoe ik je ken. En ook echt hoe jij bent als persoon. Overpeinzen en diverse uiteenlopende meestal islamitische vraagstukken uitzoeken, en vertalen naar de dagelijkse praktijk , met goed (dalil) onderbouwde bewijzen, met een gepaste dosis humor.
Je bent in staat om dit op diverse niveaus te doen en vind altijd wel de aansluiting bij de mensen.
Allahoema barik laha
I love you and i am proud of you.
Liefs
Habiba
Salaamu alaikum warahmatoullahi wabarakatouh.
Masha Allah, mooi stuk en heel erg leuk om te lezen. Hier mag zeker een vervolg op komen en ik zie het volgende artikel met plezier tegemoet.
Daarnaast vind ik het erg mooi dat onze zuster bezig is om de identiteit van onze kinderen een goede islamitische basis te geven. Het belang hiervan moeten wij erkennen en bovenal stimuleren. Moge Allah swt de schrijfster rijkelijk belonen.
@habiba – amien! Wat een tof bericht, mashallah. Ik doe mijn best maar de werkelijkheid is dat ik ook veel tekortkomingen ken. Je lieve woorden zijn dus , wat mij betreft, iets too much credits voor mij maar het zegt wel heel veel over jou, de steun en support die je mensen om je heen geeft en je liefdevolle,toffe karakter. Dankbaar 2 be surrounded nu people like u! May Allah bless ya
@broeder Mohamed –
Barakallahoe fiek voor je reactie en doe’a.
Amien, en ook voor de mensen die dit mogelijk maken. Het mogen meegeven van ons prachtige geloof aan kinderen is inderdaad belangrijk en prachtig werk. Toch blijft het dagelijks een hele grote uitdaging. Een bekend gezegde is ‘It takes a village to teach a child’. Ik geloof daar echt in en kan deze uitdaging dus zeker niet alleen. Wij hebben de gemeenschap nodig! Zowel de vrouwen als de mannen, jongeren als ouderen.Alle mensen met al hun verschillende karakters en kwaliteiten dragen bij om de jeugd een liefdevolle, sterke basis mee te geven. Een kleine, maar voor mij zeer waardevol iets, is erkenning en support. Daarom nogmaals mijn dank voor je reactie. Barakallahoe fiek.
“Ik denk dat haar engelen wel ‘aleikoem salaam’ terug hebben gezegd’, bedenkt mijn dochter.” zo ontroerend. de kinderen zijn nog dichtbij hun fitrah
Correctie:
Mahr/sadaaq is bruidsgave.
Bruidsschat is wat een vrouw aan een man geeft en dat hoort bij de hindoecultuur.