Deze Ramadan verblijf ik regelmatig bij mijn moeder, die heel de dag door de televisie aan heeft staan. Opvallend is dat ze geen televisie kijkt, maar dat zij naar de Qu’ran recitaties luistert die op een Arabische televisiezender te horen zijn. Ik denk dat de nodige moslimmoeders in Nederland hun dagen op deze manier doorbrengen gedurende de Ramadan: luisterend naar de Qu’ran, terwijl zij de dagen goed proberen door te komen.
Wanneer ik mijn moeder zo zie, helemaal in de ban van haar dagelijkse bezigheden gedurende deze Ramadan, dan realiseer ik mij heel goed dat onze gezegende Profeet Muhammed (vzmh) zonder moeder heeft moeten opgroeien. Sterker nog: hij groeide op als weeskind in een stammensamenleving, die bekend staat als een onsamenhangende maatschappij, waarbij het ethisch onvermogen doorklonk in bijna elk individu. Volgens de profeet leken de ondeugden de dagelijkse norm te zijn – in de zin dat de komst van de islam een geboorte van een nieuwe samenleving zou betekenen op het Arabische schiereiland. Profeet Muhammed (vzmh) was hiervoor verantwoordelijk. En in dit daglicht gaf hij geboorte aan een nieuwe samenleving, met als gevolg dat hij in zijn mannelijke en profetische hoedanigheid de moederrol innam binnen een nieuwe maatschappelijke orde.
Op deze nieuwe samenleving ga ik niet uitgebreid op in, omdat deze voor veel mensen al bekend is. De islam deed zijn intrede als maatschappelijke factor, met als gevolg dat dit ten koste ging van een idolen-samenleving. Het gaat mij niet zozeer om welke maatschappij er beter was, maar om even stil te staan bij de oorzakelijke factoren van de maatschappelijke transitie op het Arabische schiereiland.
Even los gezien van de mening die men heeft over de islamitische samenleving die profeet Mohammed heeft gecreëerd: met de nodige zekerheid kan er worden gesteld, dat de pre-islamitische samenleving anders was dan de maatschappij die zou volgen. Met betrekking tot het Arabische schiereiland had de openbaring een direct effect op de maatschappelijke transitie. In het hoofdstuk Al-Hijr worden daarom de unieke, verlichtende en voorspellende waarden van de Heilige Qu’ran uitgelicht: “Alif Lam Ra.” (15:2)
Hierbij gaat het voornamelijk om het verhelderen van het nieuwe wat nog komen gaat. Dit wil zeggen dat Het hoofdstuk in een voorspellende context geplaatst dient te worden, omdat het in Mekka is geopenbaard. In een seculier daglicht geplaatst valt goed te beargumenteren waarom profeet Mohammed weinig volgelingen had in Mekka. Hij diende het namelijk te doen met openbaringen met een voorspellende lading – in de zin dat de bewijslasten met betrekking tot een toekomstige transitie achterwegen bleven.
Sterker nog: omdat er geen directe bewijslasten waren, werden de voorwaarden gecreëerd voor ridiculisering en verdrijving uit Mekka. Dit gebeurde uiteindelijk ook. Vandaar het belang om Sura Al-Hijr in retroperspectief te plaatsen, vooral in de context waarin moslims Mekka overnamen en de wijze waarop dit heeft plaatsgevonden. Mekkanen die aanvankelijk de islam verwierpen, konden niet anders dan deze accepteren op basis van hetgeen eerder is voorspeld (15: 3-4).
In het verlengde hiervan komen wij bij het hoofdstuk van De Bij (An-Nahl: 16). We weten allemaal dat bijen qua voedsel afhankelijk zijn van fruit- en bloemensoorten, met als uiteindelijke resultaat dat er honing wordt geproduceerd. Metaforisch staat het bijenleven in de Qu’ran gelijk aan de ontwikkeling van het geloofsleven – in de zin dat geloven hetzelfde is als het produceren van goede honing, waarbij je sterk afhankelijk bent van fruit- en bloemensoorten. Geloven betekent daarom dat je sterk afhankelijk bent van bepaalde inspiratiebronnen. In het geval van de islam betekent het dat je onder andere afhankelijk bent van de Qu’ran.
Als ik de redenering doortrek, dan valt er goed te beargumenteren dat de maatschappelijke transitie op het Arabische schiereiland een afgeleide is van het woord van God. Profeet Muhammed (vzmh) heeft deze verspreid, met als gevolg dat er – volgens velen – de eerste en enige islamitische samenleving is gesticht op deze wereld. Anders gezegd: het tot stand komen van een nieuwe maatschappelijke orde wordt door veel moslims gezien als de productie van de meest zoete honing.
In deze juz’ heb ik geprobeerd stil te staan bij de maatschappelijke transitie op het Arabische schiereiland, en de factoren die hierbij horen. In juz’ 14 komt vooral het voorspellende kracht van de Qur’an aan bod, en de ‘honingzoete effecten’ zodra wezenlijke principes geëffectueerd worden. De hoofdstukken Al- Hijra en An-Nahl benadrukken vooral de uniciteit van de Qur’an – waarbij er veel oog is voor het in de praktijk brengen, en de zoete voordelen die het je dan oplevert.
Volg ons op social media