Voorpagina Jouw Dagelijkse Dosis 2019 / 1440, Ramadan

De Koran in context – Juz’ 15

Hoewel ik in mijn exegese van hoofdstuk drie in de Koran een pleidooi had gevoerd om ook Gods aanwezigheid in onze eigen leven terug te lezen, oftewel de boodschap van de Koran te assimileren in onze eigen leven, zal ik in deze exegese van hoofdstuk al-Kahf, hierbij een kanttekening maken. Hier zal ik juist een nadruk willen leggen op het feit dat bepaalde zaken in de Koran met name een betekenis hebben in de context van de openbaringsgeschiedenis. Dit zullen we vooral zien aan de hand van de bespreking van de abstracte vertellingen in hoofdstuk al-Kahf.

Nu begrijp ik dat dit onderwerp een beetje gevoelig kan zijn, aangezien mensen het liefst zien dat de Koran een uitgesproken mening heeft over alle praktische zaken van hedendaagse lezers. Een dergelijk vooroordeel leidt onontkomelijk tot de veronderstelling dat de Koran een hedendaagse lezer direct aanspreekt. Echter, dit is bijzonder naïef en in sommige gevallen – waar ik gauw op ga terugkomen – gevaarlijk.

Ten eerste, het feit dat de Koran in sommige gevallen gebruik maakt van generieke persoonsvormen zoals “jij” en “jullie”, wilt nog niet betekenen dat jij, de hedendaagse lezer, wordt aangesproken. Neem dit voorbeeld: “Vond hij jou niet als een wees?” (93:6) Als ik dit lees, snap ik bijzonder goed dat de “jou”, niet aan mij refereert, aangezien ik geen wees ben. Dit lijkt heel vanzelfsprekend en de meeste mensen maken deze vergissing niet, omdat ze snappen dat in de historische context hiermee de Profeet wordt bedoeld.

Echter, wanneer er opeens een vers als: “grijpt en doodt hen, waar jullie hen mocht vinden” (4:89), wordt gereciteerd, dan snapt men opeens niet dat dergelijke persoonsvormen hoe generiek ze ook mogen zijn ook historische referenten hebben.

Oftewel, verwijzen naar concrete historische personen/groepen en situaties. Integendeel, er wordt onoordeelkundig een generieke opdracht begrepen uit een dergelijk vers die alle toekomstige lezers, in welke context dan ook, ook zogenaamd zou adresseren.

Ik betwist niet het feit dat de vertellingen in al-Kahf, zoals de narratieven die gaan over de “mensen van de grot” (ashab al-kahf) of de “eigenaar van de twee hoorns” (dhu al-qarnayn), geen diepe spirituele betekenis hebben. Echter, ik wil vooropstellen dat deze vertellingen primair werden geopenbaard om de Profeet te ondersteunen. Dit wordt vooral duidelijk door openbaringsgeschiedenis onder de loep te nemen.

Naar verluidt waren de Mekkaanse polytheïsten bij de Medenische joden op bezoek om hen te ondervragen over de status van de Profeet. De Medenische joden antwoordden als volgt: “Vraag Mohammed drie vragen. Als hij deze vragen weet te beantwoorden, dan is hij een profeet. Echter, als hij deze vragen niet weet te beantwoorden, dan is hij geen profeet en mogen jullie met hem doen wat jullie willen.”

Zodoende werd de Profeet deze drie vragen gesteld: wat is het verhaal van de jongeren die hun eigen land hadden ontvlucht, het verhaal van de man man die naar het uiteinde van het oosten en het westen had gerezen en wat is de hoedanigheid van de ziel?

Wellicht raden jullie het al, maar de eerste twee vragen werden beantwoord met de welbekende vertellingen in hoofdstuk al-Kahf over de “mensen van de grot” (ashab al-kahf) en de “eigenaar van de twee hoorns” (dhu al-qarnayn). Met andere woorden, deze vertellingen waren volledig toegespitst op een historisch voorval, dat wil zeggen de ondervraging van de Mekkaanse polytheïsten.

Daarentegen wanneer men wel trachtte meer van deze vertellingen te maken, ontstonden er zeer opmerkelijke interpretaties. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de exegese van de Turkse denker Iskender Ture, die de vertelling van “de eigenaar van twee hoorns” (dhu al-qarnayn) herinterpreteert in bijna science-fiction achtige termen, dat wil zeggen als iemand die een heelal reis heeft afgelegd.

De aanleiding hiervoor ligt in alle waarschijnlijk in het feit dat Ture het verhaal van Dhulqarnayn zo aantrekkelijk mogelijk wilde maken voor de moderne wetenschappelijke geest. Echter, zulke interpretaties, gezien de eerdergenoemde historische context, zijn mijns inziens te ver gezocht.

Zoals aangegeven in de inleiding, sommige verzen in de Koran zullen pas volledig tot hun recht komen wanneer zij in hun specifieke historische context worden gelezen. Onoordeelkundig dergelijke verzen naar het heden vertalen, zal alleen maar leiden tot geforceerde interpretaties van de Koran.

Wat ik zeg is in principe niets nieuws, aangezien de Korantraditie zelfs een specifiek literair genre heeft dat puur alleen de aanleidingen, oftewel de context, van de openbaring (asbab al-nuzul) documenteert om vervolgens als referentie te gebruiken om de Koran beter te begrijpen. Maar zowel moslims als niet-moslims willen al te kortzichtig en snel de Koran laten spreken over zaken waar de Koran maar dan ook niets zegt.

Bron afbeelding

Jouw Dagelijkse Dosis 2019 / 1440:

Hoewel hij geboren is in de Koerdische regio van Turkije, kwam Yusuf als baby naar Nederland. Een aantal jaren geleden voltooide hij een onderzoeksmaster aan de Vrije Universiteit met een specialisatie in de godsdienstfilosofie. Momenteel doet hij een promotieonderzoek (PhD) voor de University of Edinburgh. Zijn onderwerp gaat over hedendaagse theorieën omtrent de interpretatieleer van de Koran.

Lees andere stukken van Yusuf