Voorpagina Algemeen, Cultuur, Islam, Jouw Dagelijkse Dosis 2019 / 1440, Ramadan, Spiritualiteit

Het boek en de profeet – Juz ‘26

Karen Armstrong schreef ooit dat de beste manier om Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem) te leren kennen, het lezen van de Quran is.

We kunnen er slechter aan doen dan Juz’ 26 open te slaan om dit te beseffen. Deze Juz’ bevat de hoofdstukken al Ahqaaf (46), Mohammed (47), al Fath (48), al Hoejoeraat (49), Qaaf (50) en een piepklein stukje van Adh Dhaariyaat (51).

Deze hoofdstukken bevatten een mix van Mekkaanse en Medinese verzen en dit komt ook tot uiting in de thematiek: we lezen over typisch Mekkaanse onderwerpen als voorgaande volkeren en hun profeten, de Dag des Oordeels en de wederopstanding in Ahqaaf, Qaaf en Adh Dhaariyaat.

En we lezen over typisch Medinese zaken als de strijd tussen de gelovigen en de polytheïsten, over de hypocrieten, over het verdrag van Hudaybiya, omgangsvormen en over etiquette in de hoofdstukken Mohammed en al Hoejoeraat.

Bij elk hoofdstuk en bij elke sabab un nuzul (reden van openbaring) stelt de tafsir van de tekst (zowel binnen de Quran als erbuiten) ons in staat om meer te leren over de profeet Mohamed (vzmh) en zijn tijd én over wat dat voor ons betekent.

Gevraagd door Sa’d bin Hisham (moge Allah tevreden met hem zijn) naar het karakter van de Profeet (s), zei ‘Aisha (moge Allah tevreden met haar zijn):

“Lees je de Quran? (..) Zijn karakter was de Qur’an.”

We zien hier dus een mooie interactie ontstaan tussen het lezen van de Quran en het leren kennen van onze profeet. Tussen Quran en Sunnah, tussen hikma wal Kitab, bevindt zich dan ook alle moois!

In hoofdstuk 46, al Ahqaaf lezen we over  het volk van ‘Ad. Dit volk bevond zich in het gebied van wat nu Jemen is en “naar hun werd gezonden, hun broeder Hud.” Tussen de regels door van het verhaal van de profeet Hud (vrede zij met hem) lezen wij de weerstand die de Quraysh ook hadden tegen de boodschap van de Profeet Mohammed (vzmh).

Elke aansporing van Hud kunnen we lezen als een aansporing van de Profeet Mohammed (vzmh):

“Degenen die zeggen: ‘Onze Heer is Allah’ en nadien het rechte pad volgen, noch bestaat voor hen vrees, noch zullen zij bedroefd zijn.” (46:13)

“Wees dus geduldig zoals de ‘bezitters van vastbereidenheid’ onder de boodschappers geduldig waren (Nuh, Ibrahim, ‘Isa en Mohammed en haast je niet voor hen. Het is op de Dag waarop zij datgene zien wat hun beloofd is, alsof zij niet langer hebben verbleven dan één enkel uur.” (46:35)

In het hoofdstuk met diens naam, sura Mohammed, verplaatsen we ons naar de tijd van Medina. We lezen hoe de profeet (vzmh) moet vluchten voor zijn leven, net als de vele metgezellen die hem volgden, maar zoveel ongeluk achtervolgt hen! De pesterijen van de Mekkanen, de oorlogsverklaring. We zien hier dat de theologische boodschap van Mohammed (vzmh) zich door ontwikkelt en er best heftige verzen worden geopenbaard:

“Wanneer jullie een ontmoeting hebben met de ongelovigen, sla op de nekken tot jullie hen machteloos hebben gemaakt en in voetboeien hebben vastgezet. Dan, wanneer de oorlog haar lasten heeft neergelegd, laat hen vrij of laat hen tegen het betalen van losgeld vrij. En indien Allah dat had gewild had Hij inderdaad zelf wraak genomen, maar [Hij deed jullie de strijd aangaan] om sommigen van jullie met anderen te beproeven. En degenen die worden gedood op de weg van Allah, hun daden doet Hij niet als vruchteloos verloren gaan.” (47:4)

Oorlog. Soms is er geen andere manier om je vrijheid te behouden. We leren hier dat je tot het gaatje moet gaan met verzet en dat er eer zit in het strijden op de weg van Allah, maar wanneer het mogelijk is: vrede, slachtoffers sparen en eventueel terugsturen voor losgeld (en de soenna leert ons dat dit niet alleen geld of goederen was maar ook losgeld in de vorm van onderwijs. Menig metgezel heeft zo leren lezen en schrijven).

In hoofdstuk al Fath (48) gaan we verder: de titel verwijst letterlijk naar een triomf of overwinning, maar misschien niet zoals je zou denken. Het betreft hier het verdrag van Hudaybiya, een verdrag dat voor vele moslims in eerste instantie onacceptabel was en ogenschijnlijk zelfs een verlies inhield.

De achtergrond hiervan? De Profeet (vzmh) had een droom waarin hij zichzelf op umra (korte bedevaart) zag gaan naar Mekka. Omdat de dromen van profeten tot “wahy” (openbaring) behoren, werden paarden en kamelen gezadeld en gingen de moslims van Medina in ihraam (pelgrimskleed) naar Mekka. Maar het was nog immer oorlog.

Onder de indruk van de moed van de moslims sturen de Quraysh van Mekka onderhandelaren en het verdrag van Hudaybiya wordt gesloten: de profeet en zijn metgezellen zullen dit jaar niet Mekka binnen mogen treden maar het jaar erop wel. Daarnaast wordt er een 10-jarige wapenstilstand uitgeroepen waarbij wordt aangetekend dat iedereen die zonder toestemming naar Mekka vlucht, daar mag blijven, maar dat iedereen die zonder toestemming naar Medina vlucht wordt teruggezonden.

Ogenschijnlijk was dit verdrag geen triomf, want het leek in het nadeel van de moslims. Op de lange termijn zorgde het er echter voor dat de moslims in een periode van veiligheid sterker konden worden een gemeenschap konden bouwen. En op het moment dat het verdrag door de Quraysh alsnog werd geschonden en de oorlog opnieuw uitbrak, stond er een andere, sterkere gemeenschap op en kon Mekka zonder bloedvergieten worden ingenomen.

We lezen:

“Degenen die trouw zweren aan jou, zweren in feite trouw aan Allah, de macht van Allah is boven hun macht. En degene die zijn belofte van trouw verbreekt, verbreekt deze slechts ten nadele van zichzelf. En degene die zijn belofte jegens Allah vervuld, hem zal Allah een geweldige beloning verlenen.” (48:10)

Zo zien we ook dat in de periode na dit verdrag er ruimte is voor ontwikkeling. In de na-Hijra’se dagen in Medina komen bijvoorbeeld politieke vraagstukken aan de orde; maar ook rechtspraak, samenlevingsvormen, en natuurlijk etiquette en andere omgangsvormen.

In al Hoejoeraat (49) lezen we prachtige ethische overwegingen, zoals hoe om te gaan met fopnieuws: 

“O jullie die geloven! Indien een verdorvene naar jullie toekomt met een bericht, onderzoek dan eerst nauwkeurig de waarheid ervan, omdat jullie anders in jullie onwetendheid mensen kunnen beschadigen en later betreuren hetgeen jullie hebben gedaan.” (49:6)

Maar ook: hoe sta je gezond in het leven en maak je jezelf niet kapot van nijd en haat!

“O jullie die geloven! Vermijd teveel kwade vermoedens tov elkaar, want sommige kwade vermoedens zijn een zonde. Bespied elkaar niet en spreek geen kwaad over elkaar in elkaars afwezigheid. Houdt iemand van jullie ervan om het vlees van zijn dode broeder te eten? Jullie zouden het zeker walgelijk vinden. En wees je bewust van Allah. Allah is Berouwaanvaardend, Genadevol. (Tawwaab, Rahiem)” (49:12)

Husnul dhan. Van het goede uit proberen te gaan. Het is een quranisch gebod waar we als mens elke dag weer tegenaan lopen!

En wat te denken van de politiek van inclusiviteit? Natuurlijk: islam zal noch door profeet of Allah als secundaire religie worden gepromoot, maar als het op de diversiteit van afkomst aankomt, dan is de Quran helder:

“O Mensen! Wij hebben jullie vanuit een man en een vrouw geschapen. En Wij hebben jullie tot volkeren en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar leren kennen. De meest edelmoedige onder jullie bij Allah is degene van jullie die zich het meest bewust is van zijn verantwoordelijkheden. Inderdaad, Allah is Alwetend en Albewust.” (49:13)

En zo laveren we in de Quran van voorgaande volkeren, naar de tijd van de Profeet (vzmh), en zo pardoes onze eigen moment in. Want sommige zaken zijn tijdloos. In Qaaf (50) lezen we:

“[O Mijn Profeet] verdraag alles wat zij zeggen met geduld en prijs de lof van jouw Heer voor de opkomst van de zon en voor de ondergang. En prijs Hem in een gedeelte van de nacht en aan het einde van het knielen.” (50:39-40)

Want ook wij kennen weerstand vanuit de samenleving; ook wij kennen momenten dat we afgewezen dreigen te worden, geridiculiseerd worden, beschimpt en bespot. Maar dan is daar die realisatie dat al die voorgaande volkeren, al onze profeten, al die verhalen in de Quran – ze er zijn voor ons! Dat we weten wie we zijn, in welke traditie we staan en waarom we dit doen.

We doen dit omdat onze Schepper ons met liefde en barmhartigheid heeft geschapen. Omdat Hij wil dat we Hem kennen:

“En ik heb de djinn en de mens alleen geschapen opdat ze Mij aanbidden.” (51:56)

Ik wens jullie gezegende dagen. Moge Allah swt jullie gebeden verhoren, jullie vasten accepteren en het staan in de nacht gemakkelijk voor jullie maken.

1liefde.

Afbeelding: pixabay

Jouw Dagelijkse Dosis 2019 / 1440:

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van