Voorpagina Cultuur, Ervaringen

Pakistan door Indiase ogen

Het felbegeerde Pakistaanse visum

Ok, dan! Ik was binnen. Na eerdere afwijzingen had ik niet gedacht dat ik uiteindelijk toch nog een keertje Pakistan binnen zou komen. Het kost namelijk de nodige moeite, frustraties, irritaties en geduld om als Indiër aan een visum voor Pakistan te komen (en vice versa). Als je al geen vijanden van elkaar was, dan zorgen ze er bij de ambassade wel voor dat je het wordt. Maar wonder boven wonder (kan helaas niet op de details ingaan) kreeg ik dit keer wel een mooi groen, ouderwets met de handgeschreven, Pakistaans visum in mijn paspoort.

Bij de paspoortcontrole op Lahore Airport zaten twee jonge meisjes, die nogal zenuwachtig de stempeltjes op de juiste plaats zetten. In hun haast hadden ze niet  gezien dat ik in India geboren was en kon ik na een stempeltje rustig doorlopen. Dat ging wel erg makkelijk. Had ik voor niks van te voren een hele ondervraging gerepeteerd. Toen ik me naar de ‘transit lounge’ verplaatste, waar ik nog vijf uurtjes moest wachten voor een binnenlandse vlucht naar Karachi, klonk ineens de oproep voor het ochtendgebed door de speakers van het vliegveld. Tien minuten later stond ik (toeval of niet?) uitgerekend tussen een rijtje Pakistaanse militairen het gebed te verrichten.  Nou, als ze nu al niet doorhebben dat er een Indiër tussen hen staat, dan zal ik de rest van de reis ook wel overleven.

 

Op traditionele wijze wordt iemand door de politie gestraft op straat

Karachi

Karachi is de grootste stad van Pakistan met bijna 15 miljoen inwoners en is verwikkeld in een felle strijd met Lahore over welke van die twee nou de leukste stad van Pakistan is. Over Lahore kan ik helaas (nog) niet oordelen, maar Karachi is een toffe stad. Er is misschien niet veel meer te doen dan op het strand te chillen, shoppen en eten, maar hóe? Vooral over het eten zou ik wel een heel boek kunnen schrijven. Ik kan nu dan ook zonder twijfel zeggen dat Pakistan hierbij officieel het lekkerste eten ter wereld heeft.

Ik heb volgens mij dan ook alles gegeten wat er te eten viel en het was allemaal heeerlijk, niet te overtreffen: Nihari, Paya, Haleem, alle 34 verschillende kip- en lamgerechten  – korma, karhai, tikka, curry, jalfrezi, om maar enkele te noemen – sheekh kabab, shami kabab, bihari kabab, chapli kabab, nargisi kabab, pulao, biryani’s en een ook voor mij nieuw gerecht: Kattakat. Kattakat is in een soort van wok op traditionele wijze bereidde mengsel van geitenhersenen, lever, nieren en testikels. Uiteindelijk krijg je dan een soort van shoarma-achtig mengsel gemixt met allerlei kruiden en het smaakt verrassend lekker, vooral met een verse warme naan uit de oven. (zie google of de plaatselijke Indiaas-Pakistaanse restaurant voor een beschrijving)

That's what I'm talkin' about

Als je ziet hoeveel restaurants er in Karachi zijn (soms wel vier verdiepingen hoog en altijd volgeboekt), dan begrijp je niet dat er in hetzelfde land ook mensen wonen die honger lijden. Het lijkt alsof de hele stad de hele dag en nacht alleen maar aan het eten is. Karachi slaapt ook nooit. Om drie uur ’s nachts leeft het net zo als om vijf uur in de middag. Ik begrijp alleen niet waarom op elke muur in de stad iemand z’n mening of politieke voorkeur moet neerkladden. Ik heb verder zelf niks gemerkt van de onveiligheid, maar helaas staat Karachi ook wel bekend om de hoge criminaliteit en maffiabendes die elkaar afmaken.

Islamabad

De hoofdstad is een nieuwe moderne stad (pas een halve eeuw oud), omgeven door prachtige bergen en veel groen in de stad. Het is duidelijk te merken dat de politiek hier wel geld in steekt om het te ontwikkelen en te onderhouden. De stad ziet er dan ook netjes uit, met de prachtige Faisal moskee als uitschieter. Het is wel een vrij saaie stad met hier en daar een nutteloos gebouw (zoals het immense, maar leegstaande Pakistan-China Friendship Centre), maar de omgeving maakt veel goed. Een ritje door de bergen is wat dat betreft echt een aanrader. Met ongeveer vijf miljoen Afghaanse vluchtelingen in het land, kom je daarnaast onderweg ook regelmatig verdwaalde Afghanen tegen.

Faisal moskee is een van de grootste moskeeën ter wereld met een capaciteit van 74.000 mensen (200.000 kunnen er op de aanliggende stukken grond).

Islamitisch

Het is natuurlijk een Islamitisch land en als moslim geeft je dat toch wel een relaxed gevoel. Geen achterlijk gezeur over hoofddoeken, geen angst voor baarden, veel moskeeën (waar je ook bent, je kan altijd onderweg ergens bidden) en je kan overal eten. Natuurlijk heb je vooral op het platteland ook de nodige misstanden (onderdrukking/mishandeling van vrouwen, eigen rechtertje spelen en dat soort dingen) met onwetendheid en ongeletterdheid als belangrijkste oorzaken, maar ook dat is gelukkig geen taboe meer. Op de nieuwszenders wordt volop gediscussieerd over hoe dat soort misstanden aangepakt kunnen worden en ook vanuit religieuze hoek zie je dat men de religie niet wil laten kapen door extremisten.

In de steden is het in ieder geval vrijheid blijheid: het maakt niet uit hoe je erbij loopt. De mix van zowel traditionele en meer westers geklede mensen kom je overal tegen, zowel buiten op straat als in kantoren en overheidsinstellingen. En als je net uit een Islamofoob Nederland komt, is het wel mooi om te zien dat uiterlijk er niet toedoet. Iedereen wordt gewoon geaccepteerd zoals die is.

Politiek

Er zijn maar liefst 31 nieuwskanalen in Pakistan (dit is geen grap, ik heb het geteld), dus je zou denken dat er ontzettend veel gebeurt. Dat blijkt echter wel mee te vallen. De mensen houden gewoon van nieuws. Misschien dat daarom ook elk nieuws ook meteen ‘breaking news’ is, al gaat het erover dat tijdens het WK cricket maar liefst vijf spelers hun verjaardag zullen vieren. In een reportage van 25 minuten volgen vervolgens alle ins en outs, achtergronden en serieuze analyses over wat voor effect de verjaardagen op de teamprestaties zullen hebben. Triomfantelijk wordt er nog gemeld dat er in het team van India niemand jarig is tijdens het WK! Met 31 nieuwszenders moet je natuurlijk een beetje inventief zijn met je scoops en primeurs.

Iedereen houdt van 'nieuws' in Pakistan

Wat de politiek van Pakistan betreft, is het feitelijk een constante herhaling van zetten, met steeds dezelfde mensen en families die af en toe van stoel wisselen. De mensen met geld (middenklasse en de rijken) leven in een prima land, hebben alles wat ze willen, kunnen tot op een zekere hoogte hun veiligheid kopen en genieten gewoon van het leven. De hoge prijzen van voedsel kennen ze van de nieuwszenders, maar in de praktijk merken ze er niks van. Niet dat Pakistan een tekort heeft aan voedsel, maar ze exporteren het liever naar het buitenland – levert meer geld op – dan dat ze het aan de eigen bevolking geven.

Als toerist geniet je van het land en heb je helemaal niet het gevoel in een ontwikkelingsland te zijn. Maar dat verandert als je met de taxichauffeurs, winkeliers of obers praat. Dan merk je hoeveel moeite het de gewone man kost om te overleven en hoe weinig ze serieus worden genomen. De mensen met geld leven in een totaal ander Pakistan dan de mensen zonder geld. Het verschil is zo ontzettend groot dat het niet te beschrijven is. Één ding hebben ze wel gemeen met elkaar: Ze klagen allemaal over hun politici en zijn het erover eens dat zij degenen zijn die het land kapotmaken.

“Waarom geen protesten dan á la Egypte en Tunesië?”, vroeg ik hen dan. De mensen met geld vonden het eigenlijk wel best, ze vonden altijd wel wegen om hun dingen te kunnen blijven doen en de mensen zonder geld vonden zichzelf te zwak om een vuist te kunnen maken. Van beide kanten was er eigenlijk weinig motivatie om in actie te komen. Maar wie weet raken ze ooit nog wel geïnspireerd, want eigenlijk wil iedereen wel échte verandering.

De Pakistaanse politiek... een dolle rit in een riksha.

Vooroordelen

Natuurlijk ging ik er als Indiër met de nodige vooroordelen naar toe, maar achteraf blijken de meeste vooroordelen ook echt vooroordelen te zijn geweest. Pakistan heeft gewoon een groot imago probleem. De mensen zijn er heel aardig, open, vriendelijk, gastvrij, behulpzaam (bijv. als je auto in een put vast komt te zitten) en over het eten schrijf ik dus nog wel eens een boek. Het land heeft verder heel veel potentie, maar door de politieke instabiliteit (eigenlijk al sinds de onafhankelijkheid) valt er amper iets aan lange termijnplanning – bestaat dat woord daar wel? – of visie te doen.

Ik ging er naar toe met de nodige bedenkingen, maar het land heeft me aangenaam verrast. Ik hoop alleen dat de politieke situatie daar verandert, want ik zou best nog veel meer van Pakistan willen zien. Er zijn namelijk zoveel mooie natuurgebieden, die óf door natuurrampen óf door onveiligheid niet meer te zien zijn. En er zullen vast nog veel meer gerechten zijn, die nog niet geproefd zijn. Het is alleen jammer dat het land zich niet echt kan ontwikkelen door de vele tegenslagen en slechte leiders die het heeft gehad, want er zit veel meer in het land dan eruit wordt gehaald. Volgens sommigen is daar een revolutie voor nodig, volgens anderen meer een wonder.

ReFlex is WBH’er van het eerste uur. Geboren in de jungle van India, opgegroeid in de straten van Rotterdam-West. Het leven is een paradox, dus is hij getrouwd met een Amsterdamse Pakistaanse. Hij is apotheker van beroep, Ajax-supporter van nature. Plezier haalt hij uit zijn islamitische studies, uit zijn sport en vooral uit zijn gezin en twee kinderen! Oh ja...en zijn naam is Jilani Sayed.

Lees andere stukken van