Voorpagina Algemeen, Cultuur, Islam, kinderboeken, onderwijs, Recensies

Recensie: ‘De 25 profeten in de Koran’

Franken. S., Naber N. en Mazen. N. (grafische vormgeving). De 25 profeten in de Koran. (2020). Parthenon. Nederlands.140 blz. Prijs ‌ 24,90

De 25 profeten in de Koran’ is een verhalen-, kunst- en doeboek. Het telt 140 pagina’s en is een gewichtig boek (892 gram), behoorlijk aan de maat (297×210 cm) en 14 mm dik. De profeten worden aan de kinderen voorgesteld, waardoor zij zich iets van die profeten kunnen voorstellen. Dat is ook precies wat er in deze blij makende en kleurrijke ‘glossy voor kinderen’ gebeurt.: hun voorstellingsvermogen wordt aangesproken. Een kenmerkend moment uit een profetenleven wordt voor kinderen toegankelijk verteld en met de werkvorm kunnen kinderen zich daarin verdiepen.

Ik citeer de achterkaft: ‘Een uniek concept om de profeten en hun boodschap te waarderen en te onthouden doordat je hoofd, hart en handen combineert. Je kunt lezen, tekenen, schilderen, illustreren, kalligraferen en geometrische figuren maken. De materialen waarmee je werkt zijn ecoline, klei, stof, potloden, kwasten, en naald en draad. En je kunt creatief zijn met natuurlijke materialen zoals een veer of een steen of met (afval)materialen die je gewoon thuis hebt liggen.’

Meestal denk je dan: ‘ja, ja, dat zal wel!’ Maar terwijl je door het boek bladert zie je het gebeuren. Het schuurt nét steeds tegen de creativiteit van zowel kind als leerkracht aan. Bijvoorbeeld op bladzij 5 waar elke profeet met één karaktereigenschap wordt benoemd. Daardoor kan hij gaan leven. Die woorden kunnen dan één voor één in het gesprek met de kinderen wat begrijpelijker worden gemaakt, want waarheidslievend, toegewijd, berouwvol en deugdzaam heb ik kinderen op het schoolplein nog niet vaak naar elkaar horen schreeuwen. Profeten zijn natuurlijk zwaargewichten in hun boodschap van licht en wijsheid en daar passen wel wat zware woorden bij. En het is absoluut een vondst om die kwaliteiten van de profeten zo neer te zetten. Het is aan de leerkracht en de ouders om die vondst te waarderen en tot leven te brengen.

‘Als kind iets leren over geloof doe je het best spelenderwijs’, mocht ik in het voorwoord schrijven. Is het niet prachtig om terug te gaan in de tijd en met een veer te schrijven? Terug te denken aan Noeh, de tweede Adam, en je af te vragen hoe dat was: de hele wereld onder water en jij en al die dieren overleven in een ark? Eraan herinnerd te worden dat mensen lang geleden ook al dachten dat ze veilig waren in hoge gebouwen. En dat ze Allah niet nodig hadden, totdat de profeet Hoed kwam bij het volk van de Aad? Dat de profeet Ibrahiem en zijn zoon Isma’íel de Ka’ba bouwden? En dat zelfs vandaag nog meer dan een miljard mensen in die richting bidden?

Dat de profeet Joesef een droom zag toen hij klein was. En in die droom zag hij elf sterren, de zon en de maan; en die bogen voor hem! En die droom kwam echt uit! Maar daarvoor wordt hij nog in een put gegooid, waardoor je leert dat zelfs een profeet ‘in de put kan zitten’ en hoe je er weer uitkomt, alleen al vanwege die prachtige sterrenhemel die je mag maken.  

En weet je dat de moeder van Moesa – toen hij nog een baby was – hem in een mandje op een hele grote rivier liet varen? Terwijl de profeet Moesa met zijn staf een weg door een nog veel groter water opent?  

Heb je gehoord hoe de kleine profeet Dawoed een reus versloeg en hoe wijs zijn zoon, de profeet Sulaiman was? En dat de profeet Isa al sprak in de wieg en blinde mensen weer deed zien? En dat je hem met een prachtige tekening een melaatse kan laten genezen?

Veel van die spannende momenten in de levens van de profeten zijn voor de een ‘asatiru’l awwalien’ – fabeltjes van de oudjes (archaïsch), zoals de Koran zelf opmerkt (6:25). Voor de ander is het wijze oertekst (archetypisch). Elk van die profeten stond met lege handen voor de mensen die zij van de oerwijsheid van geloof wilden overtuigen. Ze konden alleen godsbewustzijn en liefde voor God als proefondervindelijk bewijs aanvoeren. Ze beschikten niet over voetnoten die naar algemeen aanvaarde wetenschappelijke werken verwezen. Het was de stem van ‘een roepende in de woestijn’ zoals al van de profeet Yahya werd gezegd. Wat zo’n stem zegt kan alleen door de oergrond in de mens worden verstaan. En veroorzaakt dan een schok van herkenning. Wat wordt gezegd is ‘Hikmatun bâlighatun’ – eeuwige tijdloze wijsheid, zegt de Koran (54:5). Geen tijdgebonden fabeltjes dus. Een kind in contact brengen met wat er al in hem of haar leeft aan overgeërfde en onbewuste ideeën over de wereld waarin de ouders het hebben neergezet, is mooi werk. Dat kun je dus rustig over De 25 Profeten in de Koran zeggen: mooi werk.

  

Abdulwahid van Bommel was geestelijke verzorger voor moslims bij het Medisch Centrum Haaglanden, voorganger van het Moslim Informatiecentrum in Den Haag en directeur van de Nederlandse Moslim Omroep. Nu is hij docent geestelijke verzorging en schrijver.

Lees andere stukken van