Voorpagina Cultuur, Gastarbeiders, Geschiedenis

Help! Een moslim in de kerk

Onze spoorzoekers: Nadia en Fatiha zijn gastarbeiders bij wijblijvenhier.nl en schrijven over gastarbeiders.

Ali, één van de eerste Marokkaanse gastarbeiders in Nederland, wist op een bijzondere manier invulling te geven aan het begrip “integratie”. Hij zat als Moslim namelijk elke zondag in de kerk tussen de Christenen.

Hij kwam naar Nederland om geld te verdienen, en na verloop van tijd weer terug te keren naar zijn Vaderland. Dus zich verdiepen in de identiteit van de Nederlander was eigenlijk niet aan de orde. Hoewel de meeste van zijn lotgenoten voornamelijk hun dagen vulden met hard werken en hun vrije tijd met eigen landgenoten doorbrachten, deed hij het anders. In een pension wonen met andere gastarbeiders was niets voor hem. De drukte en het gebrek aan privacy stond hem tegen, dus ging hij op zoek naar een eigen onderkomen. Zijn werkgever bood hem aan om bij hem en zijn gezin in te komen wonen. Hij kreeg een eigen kamer, en werd als volwaardig lid opgenomen in het gezin.

Ali werd in het gezin dagelijks geconfronteerd met de voor hem vreemde gebruiken van zijn gastland. Vooral de nieuwe religie werd in zijn ogen alles behalve logisch belijd. Zijn werkgever en zijn gezin waren Christenen. In huis werd er om die reden ook geen televisie gekeken. Echter was het wel zo dat de broer van zijn werkgever, ook overtuigd Christen, onder andere televisies verkocht. Ali vond dit een beetje vreemd. Hijzelf at bijvoorbeeld geen varkensvlees omdat hij Moslim is. Maar wat hij ook meekreeg vanuit zijn Islamitische opvoeding was dat je noch varkensvlees mocht eten, noch varkensvlees mocht verkopen. Dus waarom kon dat in dit Christelijke gezin wel?

Als jonge Marokkaan, opgevoed volgens de Islamitische richtlijnen, viel het voor hem dan ook niet mee om de waarden en normen van zijn nieuwe leefomgeving te begrijpen. Maar deze gastarbeider liet zich niet gauw uit het veld slaan. Hij besloot om een kijkje te nemen in het leven van de Nederlandse Christen. Iedere zondag ging hij naar de kerk. Niet omdat hij zich bekeerd had tot het Christendom, of met het idee speelde om deze religie tot de zijne te maken. Nee, hij wilde wel eens weten waarom deze in zijn ogen vreemde Nederlanders de dingen deden zoals ze dat deden. Voor hem was dit de manier om de gewoontes van zijn gastland te begrijpen. Hij hoorde de preken aan, sprak met de kerkgangers en stelde zich open voor de vreemde zaken.

De Marokkaanse gastarbeiders die hem kenden, begrepen niets van hem en hadden het idee dat hij de weg volledig kwijt was. En ook de Nederlanders vonden deze getinte mediterrane man een rare vogel. Maar uiteindelijk wist deze man op zijn eigen manier de gewoontes van het land, waar hij tot op heden nog steeds woont, eigen te maken. Hierdoor bereikte hij in een raptempo de top van de maatschappelijke ladder en levert hij tot op de dag van vandaag een positieve bijdrage aan de Nederlandse maatschappij.


Nadia Bouras en Fatiha Laouikili maken deel uit van het project ‘Spoorzoekers Cultureel Erfgoed Marokkaanse Migranten’. Zij verzamelen en bundelen verhalen en beeldmateriaal van migranten met als doel het opsporen en bewaren van het cultureel erfgoed van Marokkaanse migranten, die tussen 1960 en 1980 naar Nederland zijn gekomen.