Voorpagina

Ik heb niks gedaan!!

Aanmoedigingsprijs

Sander is onderweg naar school. David, zijn vriend, kan vandaag niet mee, hij moet naar de dokter. Hij komt pas om 12 uur. Zonder hem is het niet leuk . Hij maakt allemaal leuke grapjes. Hij haat het om alleen naar school te gaan. Hij is aangekomen op school. Het is best wel druk op het schoolplein. Hij ziet gelijk zijn vrienden in het hokje bij het fietsenhok. Hij gaat naar hen toe. Ze praten over het huiswerk. Ali heet zijn huiswerk niet gemaakt. Hij neemt het over van Lisa.

De bel gaat. Ze gaan naar binnen. Ze hebben geschiedenis. Hij is helemaal vergeten om op het rooster te kijken. In de klas vindt hij het maar saai. Hij haat meester Kas. Sander vindt dat hij saai is. En ongeveer de helft van de klas is het er mee eens. Ze vallen bijna in slaap. Eindelijk is het pauze denkt Sander wanneer de bel gaat. Hij gaat naar de aula. Zijn vrienden komen bij hem staan. Ze praten over meester Kas die heel saai les geeft. Sanne zegt dat hij echt saai is. Sander is het daar mee eens.

Nadat de bel gaat, gaat Sander naar de les. Ze hebben wiskunde. Daar is Sander heel goed in. Ze krijgen een proefwerk. Meester Jop deelt de proefwerkblaadjes uit. Sander begint er gelijk al aan. Hij is als eerste klaar. De bel gaat. Hij zegt zijn vrienden gedag en pakt zijn fiets. Hij wacht op David, maar hij komt niet. Sander roept David, David komt eraan en dan gaan ze.

Sander komt moe thuis aan. Zijn vader en moeder zitten nu te werken en zijn zus is ook irritant. Hij gaat op de bank zitten en doet de tv aan. Er is een leuke serie op tv. Hij maakt even snel een boterhammetje klaar en dan zit hij op de bank. Terwijl hij zit te eten gaat zijn mobieltje. Hij neemt op, het is David. Hij vraagt of hij mee wil naar de bioscoop. Sander heeft daar geen zin in, maar als hij hoort dat Sema ook komt, vindt hij het goed. ‘Ik kom je halen’ zegt David en hangt op.

Sander doet de tv uit en kleedt zich om. Hij wil er op tijd zijn. Hij hoopt dat Sema er ook al is. Sema is er, ze praten over de tv serie. Hij vindt die serie maar saai. Wanneer hij thuis komt, is zij vader en moeder er al. Ze doen het nieuws open. Sander gaat naar boven om zich om te kleden. Wanneer hij beneden is, kijken zijn ouders heel raar naar hem. Hij vraagt wat er is. Zijn ouders zeggen dat hij dat beter weet. Hij zegt waar ze het over hebben. Hij kijkt naar de tv en dan pas ziet hij wat er aan de hand is, ze beschuldigen hem van drugs verkoping.

‘Geloven jullie dat echt?’ Vraagt Sander. Zijn ouders kijken hem streng aan. ‘Naar je kamer jij’ zegt zijn vader, ‘je hebt 2 jaar lang huisarrest je mag ook je vrienden zien. En ik neem je telefoon in beslag. Je computer mag je ook al vergeten. Je mag ook niet naar beneden, alleen om te eten.’

Nadat Rebecca naar school is gegaan, is hij alleen thuis. Zijn ouders gaan vroeg naar werk. Vannacht heeft hij erover nagedacht om weg te lopen… hij pakt zijn tas in, alles wat hij nodig heeft, zit erin en hij had ook al spaargeld. Hij pakt het geld en denkt erover om naar zijn oom in Spanje te gaan. Hij pakt de huistelefoon en belt zijn oom op en zegt dat hij daarnaar toe komt maar dat hij het tegen niemand moet zeggen en dan pakt hij zijn tas en gaat naar buiten.

Hij is onderweg naar het station. Hij kijkt naar de tickets naar Spanje. Het duurt 12 uur om in Spanje te komen. En het is best wel duur. Hij moet 75 euro betalen. onderweg valt hij in slaap. Wanneer hij er is, belt hij zijn oom op, dat hij hem moet halen. Hij vertelt alles aan zijn oom. Zijn oom is een politie agent en zegt dat hij het gaat onderzoeken. Zijn oom moet naar het bureau en zegt dat Sander moet gaan slapen want het is 2 uur ’s nachts. Sander valt gelijk in slaap.

Zijn oom is er weer. Wanneer Sander hoort dat het een misverstand was is hij blij maar wie heet het dan gedaan? Vraagt hij. ‘Dat is nog niet zeker’ zegt zijn oom. Ik kwam om het te zeggen dat het een misverstand was. Ik ga weer naar het bureau om het verder te onderzoeken. ‘Wat moet ik eten ‘ vraagt Sander. ‘ Kijk maar in de koelkast’ zegt zijn oom . ‘Ik kijk wel ga jij maar’ zeg ik. Ik wil er snel achter komen wie het heet gedaan.

Vanavond komt zijn oom weer maar dan met een blij gezicht. ‘Ik weet wie het gedaan heet maar ik denk dat je er niet zo blij mee zal zijn . ‘Zeg het nou maar’ zeg ik. ‘David heeft het gedaan en hij heeft jou aangegeven ‘ ‘Maar David zou toch niet zo iets doen ‘? ‘Hij heeft het gedaan ik weet het zeker. Bel gauw je ouders op en vertel ze dat ik het heb onderzocht en het heb opgestuurd naar de politie in Nederland.’

Ik toets het nummer van mijn vader in. En zeg dat ik niks heb gedaan en dat oom het ook heeft onderzocht en dat het de schuld van David is. Mijn vader zegt dat ik mijn oom de telefoon moet geven, dat doe ik . Mijn oom zegt dat ik echt niks gedaan heb. Dan gelooft mijn vader me. Wanneer we klaar zijn belt mijn vader me na 20 minuten terug. ‘De politie heeft gebeld dat het een misverstand was’ zegt hij. Ik kom terug zeg ik en zeg dat mijn oom me naar de station moet brengen.

Wanneer ik er ben zoek ik gelijk tickets naar Nederland. Ik heb er een en koop het gelijk, zeg mijn oom gedag en stap in de trein. Wanneer ik er ben staan mijn ouders en mijn zus op me te wachten. Ze geven me een knuffel en we gaan naar huis.