Voorpagina Maatschappelijk

Marokkaanse antisemitisch tuig?

Mijn kleine broertje en zusje van negen, een bijdehante edoch lieve tweeling, weten al veel van wat er allemaal speelt in de wereld en staan na het jeugdjournaal vaak klaar met een aantal hele logische maar onbeantwoordbare vragen. Nu ik me achter mijn laptop schaar, zitten ze stil en heel geïnteresseerd te kijken naar een programma van de NTR, ‘13 in de Oorlog’; een programma over joodse kinderen die dertien waren in de tijd van de Tweede Wereld Oorlog. Heftig en heel confronterend. Daar zitten ze dan, twee wijsneuzen die er helemaal niets van snappen. “Waarom deden ze zulke dingen dan bij de joden, het zijn toch ook gewoon mensen?”

Gedurende geschiedenislessen op school hebben ze de Tweede Wereldoorlog al behandeld. Begrijpen doen ze het wel, snappen zullen ze het nooit. Tijdens het buitenspelen, is de kans groot dat de tweeling in contact komt met kinderen die ‘jood’ als scheldwoord gebruiken.

De laatste tijd hoor je vaker over de problemen die bestaan tussen de Marokkaans-Nederlandse jeugd en de joden in Amsterdam. Deze kinderen worden geïndoctrineerd door vaders of broers die zich natuurlijk dood ergeren aan de situatie van hun Arabische broeders in Palestina. Zij weten niet anders dan dat deze zelfde joden na hun eigen ellende zelf een land hebben bezet. Zij zien wat de Palestijnse kinderen op dit moment wordt aangedaan en ze kunnen maar moeilijk iets begrijpen van de hele situatie van nu en van die van toen evenmin. Kun je dat deze kinderen wel kwalijk nemen?

Terug naar de vraag die de tweeling me stelde, over het hoe en waarom. Natuurlijk zijn joden ook mensen en waarom dit gebeurd is, is een vraag die we nooit zullen kunnen beantwoorden. Mijn zusje stelt mij deze vraag ook altijd bij soortgelijke beelden van Palestijnse slachtoffertjes. De vraag die dan volgt is “Maar waarom gebeurt dit dan en waarom helpt niemand hen”. Het schaamrood loopt me nog net niet op de wangen. Dit is een vraag die ik tot nu toe niet heb kunnen beantwoorden. Het zijn beelden waarvan je verwacht en hoopt dat ze uit een of andere geschiedenisfilm komen. Maar niets is minder waar, de beelden worden rechtstreeks uitgezonden via de satelliet.

Hoe leg je een negenjarige uit dat er een volksverhuizing heeft plaatsgevonden na diezelfde wereldoorlog, waarover zij net heeft geleerd dat de joden dingen zijn aangedaan die zo oneerlijk en onmenselijk waren? Niet, zoiets kun je niet uitleggen, niet zonder een bepaalde indruk achter te laten. “Ja inderdaad, het Israëlische behandelt de Palestijnen op een manier waarvoor de joden gevlucht zijn uit Europa.” De link die zij leggen met deze beelden, de eerst volgende keer als zo een sukkeltje in de speeltuin ‘jood’ als scheldwoord gebuikt, is helaas niet van afgrijzen maar van begrip.

De volgende stap is dat mijn snuggere zusje ophoudt met het verbeteren van haar speelmaatjes. Normaliter hoor je haar als eerste schreeuwen dat schelden niet stoer is en dat het joodse volk enorm heeft geleden. Stel je voor dat dit gaat veranderen in: “Ja inderdaad, zie je wat ‘ze’ de Palestijnen allemaal aan doen?”. Deze kans is klein, er is geen ‘13 in de oorlog’ van onze tijd. Er is geen serie op de publieke omroep die vertelt wat kinderen op dit moment meemaken in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. In de klas zal haar vooralsnog weinig geleerd worden over de onafhankelijkheidsverklaring van 1948. Enfin, inhoudelijk zal ik op haar laatste opmerking niets aan te merken hebben, het probleem is dat wat zal volgen. Haar juffrouw belt naar huis omdat zij aan antisemitisme deelneemt.

Er zal een link gelegd worden met haar Marokkaanse achtergrond en het heersende antisemitisme uit deze hoek. Of mijn moeder haar daar even op aan kan spreken. Mijn moeder zal gehoorzamen. Ik, daarentegen, zal haar toch moeten leren dat er inderdaad hele erge dingen gebeuren in het Midden-Oosten en dat wij daar helemaal niets aan doen. Zij zal vervolgen met hoe erg en zielig het allemaal is en ik zal haar niet kunnen troosten. Er zal voorlopig ook weinig verandering in komen.

Het enige wat wij nu kunnen doen, is de geschiedenislessen van tegenwoordig aanpassen. Waarom worden er basisschoolboeken vol geschreven over de Eerste en Tweede Wereldoorlog en is er zo weinig terug te vinden over een conflict dat al meer dan 60 jaar duurt. Wij leven in een tijd waarover men later precies dezelfde vragen gaat stellen als dat mijn broertje en zusje nu doen over de ellende van de Tweede Wereldoorlog. Het minste zou een net zo’n interessante afleveringenreeks zijn, zoals die er is over de kinderen van de Amsterdamse Jodenbree.

Als we hen wat meer bijbrengen over de situatie in het Midden-Oosten en leren dat nuanceren een groot goed is, dan zal mijn zusje me minder moeilijke vragen stellen. Hopelijk voorkomen we door de vergaring van diversere kennis ook nog heel wat bekladde synagogen en verguisde rabbijnen in de toekomst.

Ingezonden door Insaf idrissi

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie