De Perzische cultuur is een van de oudste culturen. Het is een hoogstaande en hoogontwikkelde cultuur waarin poëzie een voorname rol speelt. Poëzie heeft meerdere functies. Het is een kunstvorm die o.a. tot mediteren, filosofisch nadenken maar ook tot ontspannen stemt.
In Een karavaan uit Perzië zijn alle bekende (maar ook minder bekende) Perzische dichters en een kleine selectie van hun werk opgenomen. De hofpoëzie, religieuze en mystieke poëzie worden naast andere genres uitgelegd waarbij er per gedicht een korte uitleg gegeven wordt. Van iedere Perzische dichter wordt ook de achtergrond geschetst door de korte biografie van een paar regels waardoor het gedicht zelf ook meer in de context van de tijd en plaats is te plaatsen.
Sommige gedichten in de bundel zijn zijn al eeuwenoud. Toch zijn die nog steeds verrassend actueel. De toonaangevende dichter Roedaki heeft wijsheidsspreuken geschreven en van zijn hand is de volgende strofe:
De wereld is niet anders dan een droom
Wie wakker is, wordt dit al gauw gewaar
Wat hier goed lijkt, is slecht in werkelijkheid
Waar vreugde heerst, wordt droefheid openbaar
De verschillende dichtvormen zoals de ghazals worden verklaard en in ‘Een karavaan uit Perzië’ wordt ook duidelijk waarom het van andere dichtvormen afwijkt. De masnavi bekend in een van de tasawwuf tradities, is een “dichtvorm waarin alleen de halfverzen onderling rijmen”. Zo konden de gedichten langer worden met een verhalende of belerende inhoud.
Een van de bekendste soefi’s is Rumi en met zijn meer dan 3.200 gedichten heeft hij veruit de grootste verzameling ghazals in de Perzische literatuur. Als dichter heeft hij ook een speciale plek in de literatuur. Voor hem was de vorm ondergeschikt aan de expressie van mystieke gedachten en ervaringen. Daarnaast schreef hij op uitzonderingsbasis liefdeslyriek:
Uit heel de kosmos kies ik jou alleen.
Laat jij mij nu met mijn verdriet alleen?
Je hand schrijft met mijn hart als met een pen:
Het ligt aan jouw wanneer ik lach of ween.
Chaqani, een van de eerste grote dichters van Azerbeidjan in het noordwesten van Perzië was niet alleen een hofdichter, hij had hogere aspiraties zoals spirituele ontplooiing. In zijn verzen komen die aspiraties en verlangens tot uiting:
Het hart is een sjeik die mij onderwijst
En ik ben het kind dat zijn taal verstaat.
Als ik mijn hoofd buig, betaal ik mijn lesgeld,
Leg ik het op mijn knie, dan zit ik op school.
Een karavaan uit Perzië is een schat. Ieder gedicht ervan is even waardevol als een gouden muntstuk. Wie dit panorama van de Perzische poëzie in bezit heeft, zal zich zo rijk als een welvarende sultan wanen.
J. T. P. de Bruin | Uitgeverij Bulaaq | 2008 | 502 | ISBN 9789054601470 | € 19.50
2 Reacties op "Recensie: Panorama van de Perzische poëzie"
Pingback: Recensie: Panorama van de Perzische poëzie
Onze jeugd zou zoveel kunnen leren uit de levenswijsheden die deze mannen eeuwen geleden al op papier hebben gezet, ze gelden immers nog steeds. Er zijn weinig dichters die na hen nog zo krachtig hebben weten te schrijven.
Wij zijn nogal verslaafd aan subtiel geredeneer,
we zijn dol op het oplossen van problemen.
We maken constant regels
om problemen aan de orde te stellen
en de vragen die dat oproept te beantwoorden
om daarmee knopen te leggen
en weer los te maken.
Wij zijn als een vogel die een strik losmaakt
en hem dan weer aantrekt
om zijn vaardigheid te vervolmaken.
Terwijl hij almaar bezig is met knopen,
ontzegt hij zich het weidse landschap,
laat de weide achter zich
en laat zijn leven aan zich voorbijgaan.
Toch wordt hij de strik niet de baas,
maar worden zijn vleugels keer op keer gebroken.
Worstel niet met knopen
opdat je vleugels niet breken.
Bederf je verenkleed vooral niet
door prat te gaan op wat je jezelf aandoet.
(Rumi, II:3733-3738)
Het is zo zonde dat we onze literaire rijkdom zo vergeten zijn, of de levenslessen die we van wijze mannen zoals Behlul-i Dana (paeisgeleerde in Bagdat ten tijde van Harun Resid) kunnen leren ahv zijn vele voorbeelden.
Hırsı bırak da, yorulma;
Geçimde tamaha kapılma…
Niçin malı cem edersin;
Kime topladın bilemezsin!
Rızık vaktiyle ayrıldı;
Sû-i zan faydasız kaldı…
Her hırs sâhibi fakirdir;
Her kanaatkârsa zengin.