Voorpagina Ervaringen, Maatschappelijk

Groene Moslims brengen de boerderij dichterbij

Veel eerste-generatie immigranten waren kleine boeren uit Marokko en Turkije die het hoofd nauwelijks boven water konden houden en daarom naar Nederland kwamen om voor weinig loon in onze fabrieken te werken. In de steden raakten ze het contact met de grond kwijt. Enkelen hadden na gezinshereniging het geluk om een volkstuin te kunnen huren, maar voor bijna alle immigranten en hun kinderen geldt dat ze weinig notie hebben van waar het voedsel, dat ze goedkoop bij de islamitische buurtwinkel of de supermarkt inslaan, vandaan komt. Voor geboren Nederlanders is dat vaak niet anders. In het land van herkomst werkten deze mensen traditioneel, kleinschalig, zonder kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en preventieve medicatie. Hun ene koe en hun tien schapen aten gras en kruiden en werden niet gevoerd met een uitgelezen eiwitrijk dieet van uit Brazilië geïmporteerde gentech soja, zoals in de intensieve veehouderij van West-Europa inmiddels de standaard is.

Geiten in een intensieve veehouderij

Maar het wordt steeds duidelijker dat de intensieve landbouw de bodem uitput, dat planten hun voedingswaarde verliezen, dat het kwistig strooien met bestrijdingsmiddelen leidt tot resistente ziekteverwekkers – zelfs bij de mens, waardoor ziekenhuisbehandeling soms niet meer mogelijk is – en dat herkauwers door eiwitrijk voedsel steeds vaker last krijgen van onbeheersbare epidemieën. Nog afgezien van het enorme landbouwareaal dat in derde-wereldlanden wordt gebruikt om aan onze vraag naar veevoer te kunnen voldoen.

Kippen in de intensieve veehouderij

Om te laten zien dat het ook anders kan en ook om mensen weer in contact te brengen met de grond waar ons voedsel vandaan komt, organiseerde de stichting Groene Moslims een picknick bij de boer. Boer Konijn uit Driehuizen heeft ca. 70 koeien en werkt volgens de biologisch-dynamische (BD) methode.

Bij een gezellige lunch met zelf meegebrachte gerechten uit verschillende culturen stelden de 15 deelnemers zich kort voor en hadden we het over de begrippen duurzaamheid en biologische landbouw. Daarna volgden we de boer op een rondleiding door de stal en over de weide.

Kleinschalig

Met 70 koeien, waarvan er gemiddeld 50 worden gemolken, is Konijn een kleine boer. Met de prijzen voor gangbare melk kun je met 70 koeien niet overleven, maar doordat voor biologische melk iets meer wordt betaald, is het toch te doen. Boer Konijn vertelde dat zijn koeien gemiddeld 20 liter melk per dag geven. In de intensieve veehouderij is 40 liter per dag geen uitzondering. Volgens BD-richtlijnen lopen zijn koeien een groot deel van het jaar buiten. Alleen ’s nachts en in de winter verblijven de koeien in de stal, waar ze vrij rondlopen en meer ruimte hebben dan op de meeste bedrijven gebruikelijk is. Als koeien te weinig ruimte hebben, voelen ze zich niet op hun gemak en uiten ze hun stress door met elkaar te gaan vechten. Om te voorkomen dat ze elkaar verwonden, worden de hoorns dan meestal afgebrand. Boer Konijn doet dit liever niet, omdat hoorns niet zomaar nutteloze versierselen zijn, maar organen die nodig zijn voor het bepalen van de hiërarchie in de groep en ook een functie vervullen bij het stofwisselingsproces. Er zijn aanwijzingen dat melk van koeien met hoorns (in natuurvoedingswinkels herkenbaar aan het Demeter keurmerk) meer voedingswaarde heeft en beter verdragen wordt door mensen met koemelkallergie.

In de zomer eten de koeien gras, klaver en kruiden uit bloeiende weiden en in de winter krijgen ze geurig hooi van eigen grond. Een honderdtal schapen (die op verzoek halal geslacht worden) zorgt ervoor dat die weiden ook in de winter begraasd worden. De mest die zich in de potstal ophoopt wordt eerst gecomposteerd en vervolgens worden de weiden ermee bemest. Door het composteren, kunnen de mineralen die in de mest aanwezig zijn beter door de planten worden opgenomen. Op deze manier hoeft er niets geïmporteerd te worden en gaat er ook niets verloren.

Koeien vieren de lente met de koeiendans

Islamitische voorschriften

De manier waarop boer Konijn met zijn dieren omgaat sluit goed aan bij de islamitische voorschriften. De koran en uitspraken van de profeet (vzmh) leren dat we dieren de ruimte moeten geven om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen, dat ze geschikt voedsel moeten krijgen en dat ze niet overbelast mogen worden. Volgens boer Konijn zijn dieren minder gestresst wanneer je ze een paar dagen van tevoren vertelt dat ze geslacht zullen worden. Het lijkt alsof ze zich hierdoor op hun dood kunnen voorbereiden. Ook leert de koran dat er een samenhang is tussen alles in de natuur en dat zoiets als het geven van eiwitrijk voedsel aan dieren, die van nature eiwitarm voedsel eten, dus gevolgen moet hebben voor de gezondheid van het dier en de kwaliteit van de melk. Koeien blijken hierdoor gevoeliger te worden voor woekerende infectieziekten zoals BSE en zelfs mensen blijken in toenemende mate allergisch op deze koemelk te reageren.

Groene Moslims pleiten voor een kleinschalige landbouw waarin dieren met liefde worden verzorgd. Stress kan worden verminderd door dieren voldoende ruimte te geven, door dichtbij de boerderij te slachten en door kleine slachthuizen in te richten waar handmatig wordt geslacht en waar voldoende ruimte voor de dieren is om na transport tot rust te komen. Door het gebruik van mobiele slachterijen is het transport van levende dieren niet eens nodig!

Minder vlees

Minder vlees eten zorgt natuurlijk ook voor het verminderen van pijn en stress bij slachtdieren. Het consumeren van vlees is voor moslims alleen onder strenge voorwaarden toegestaan. Hieruit zouden we kunnen afleiden dat vlees eten volgens de koran een gunst is en geen recht, en dat wij dus veel minder vlees zouden moeten eten dan we gewend zijn. Van onze Profeet (vzmh) is bekend dat hij alleen op hoogtijdagen vlees at en verder praktisch vegetariër was. Als alle 1 miljard moslims op de wereld zich aan zijn voorbeeld zouden spiegelen, zouden we het dierenleed enorm kunnen verminderen en zou er meer landbouwgrond beschikbaar komen voor de teelt van granen en groenten voor menselijke consumptie. Dit zou enorm helpen bij het oplossen van het wereldvoedselprobleem.

Lees ook het persbericht van de stichting Groene Moslims over halal slachten.

Ik was enkele jaren bestuurslid van de Stichting Groene Moslims en nam deel aan islamitisch-joods overleg om een verbod op onverdoofd slachten te voorkomen. Ik ben sinds 2007 bestuurslid van de Vriendenkring SEKEM.

Lees andere stukken van Hendrik Jan (Anne)