Voorpagina Cultuur, Gastarbeiders, Maatschappelijk

Hè hè Nederland Radicaliseert!

Leyla Cakir is gastarbeider bij wijblijvenhier.nl

Voel jij je Nederlander? Ben jij een praktiserende moslima? Heb je seks voor het huwelijk? Mag jij je partner zelf kiezen?  Ben jij voor vrijheid van meningsuiting? Wat vind jij van moslimterrorisme? Voorzitter?? Van de moskee? Van het algemeen bestuur? Kan dat? Als Vrouw? En de mannen vinden dat goed? Hoe kan dat dan? Waarom draag jij geen hoofddoek? Een moderne gemeenschap dan?

Enkele van de vele vragen die ik regelmatig mag beantwoorden. Ja, ja dat voorrecht hebben wij, iedereen met een Islamitische achtergrond, nu eenmaal. Nooit tevoren is zoveel interesse getoond in de Islam, die toch een onderdeel vormt van mijn identiteit. Dus ik voel me ergens niet “bevooroordeeld”, maar eerder gezegend. Bedankt hiervoor!

Okay, let’s get to the point. Sinds ik vanaf 1999 in het moskeebestuur zit, wordt de Islam direct met het integratievraagstuk in verband gebracht. Een probleem: ‘integreren’ staat synoniem aan tolereren en assimileren. Nou, ik wil niet getolereerd worden, maar wat ik wél wil, is als gelijkwaardige burger volledig erkend en geaccepteerd worden. De Islam is nu eenmaal een onderdeel van mijn identiteit. Ik weiger de angst voor de Islam en het gevoel ‘schuldig te zijn aan radicale ideeën’ te accepteren totdat ik bewijs onschuldig te zijn. Het lijkt alsof wij getraind zijn in het bang maken van elkaar en het stimuleren van wederzijds wantrouwen.

De hedendaagse (re)acties bevestigen steeds de vooronderstellingen en angsten als: “Moslims kunnen niet integreren, want Islam en Democratie zijn onverenigbaar. Ze willen de boel overnemen en straks mogen wij niets zeggen” en “het Westen is anti-Islam”. Dit heeft maatschappelijke uitsluiting tot gevolg. Rechtvaardigheid en wijsheid tellen niet meer mee.

Iedereen radicaliseert

Het afgelopen jaar ben ik steeds meer tot de conclusie gekomen dat de gehele samenleving (on)bewust aan het radicaliseren is (al wil men dit al te graag ontkennen). We weten dat radicalisme en racisme hand in hand gaan. Het één kan niet zonder het ander. Wanneer ik dit uitte, stuitte ik op weerstand, met als argument dat racistische of superioriteitsgedachten niet persé tot geweld hoeven te leiden en dit daarom niet gelijk staat aan radicalisme. Het hebben van deze gedachten zou zelfs geen bedreiging hoeven te zijn voor de samenleving. Laten we wel wezen: het uitoefenen van geweld is het eindpunt, en dan ben je in feite al te laat. Men vergeet voor het gemak het beginpunt van radicalisering dat begint met het hebben van superioriteitsgedachten en de consequenties hierbij te aanvaarden.

Het is uiteraard zorgwekkend dat mensen zich daadwerkelijk aansluiten bij radicale groepen, maar deze zijn gering in aantallen. Wat zorgwekkender is, is dat mensen begrip kunnen hebben voor acties van radicalen. Stilzwijgend supporten zorgt ervoor dat radicalen zich gesterkt voelen. Als we vaststellen dat het radicaliseringproces al begint met het hebben van superioriteitsgedachten en dat gedachten onze handelingen beïnvloeden, houdt een vraag mij nog bezig: waar ligt de grens van ingrijpen (aangezien wij geen gedachtenpolitie hebben) en hoe in te grijpen? Hoe het denken als “moslims zijn domme apen die nog geloven in sprookjes” en “niet-gelovigen zijn straks steenkool in hel” te bestrijden? Nu er onderzoek is geweest onder de Nederlandse bevolking, kan ik alleen maar denken: “hè hè, eindelijk wordt nu toegegeven dat Nederland aan het radicaliseren is en kan niemand dit meer ontkennen”.

In mijn opinie zou het hoofddoel in de aanpak van radicalisering niet het overtuigen van de radicalen van hun ongelijk zijn, maar het gematigd houden van de gematigden. Anders wordt het dweilen met de kraan open. Ook is het van belang om angst weg te nemen bij alle burgers. Voorkomen dat het bekende “what we fear is what we create” een self-fulfillingprophecy wordt.

Wie hebben we hiervoor nodig? Simpelweg iedereen:

 

  • Een overheid die getuigt van rechtvaardigheid en wijsheid.
  • Onderwijs dat zich bewust is van zijn belangrijke rol.
  • Welzijnswerk waarin niet alleen in goede tijden geïnvesteerd wordt, maar juist ook in slechte tijden, wanneer het het meest nodig is.
  • Media die niet alleen macht hebben, maar ook verantwoordelijkheid willen dragen.
  • Bedrijven, politie, kerken, moskeeën en alle andere organisaties en burgers die de polariserende samenleving zat zijn en bereid zijn een bijdrage te leveren aan een opbouwende samenleving.Wat hebben we nodig?

    Nadat we het bovenstaande eerst hebben erkend, hebben we een nieuwe verlichting of revolutie nodig gericht op mentaliteits- en gedagsverandering. De kracht van het woord en gedachten niet onderschatten. Wederzijdse erkenning en acceptatie is het fundament, waarop de samenleving verder gebouwd kan worden. Hiervoor kiezen en hierin geloven is de start.

    Dan is de kunst om niet te handelen vanuit de kracht van de radicalen, maar van onze eigen kracht uit te gaan. Het recht zit niet in kracht, maar de kracht zit in het recht. Een alliantie tussen alle gematigden is nodig in deze strijd tegen radicalisering. Kennis, kennis en nog eens kennis en met een pro-actieve en zelfkritische instelling de revolutie van deze eeuw bewerkstelligen.

    Persoonlijk houd ik er niet van om mezelf in een slachtofferrol te stoppen en kom ik op voor mijn rechten als burger, gebaseerd op gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. Waarden als ‘open minded’ zijn, zonder oordeel naar de ander kijken, niets doen wat ik zelf ook niet zou willen, proberen eenheid in verscheidenheid te creëren, met vertrouwen, met open deuren, met een transparante dialoog en met broeder- en zusterschap, daar sta ik voor.

    Ghandi zei ooit dat wantrouwen een teken is van zwakte. Kiezen we ervoor dat de mens zwak blijft, of gaan we voor vertrouwen dat een teken is van sterkte?

    Leyla Cakir(27) is intercultuur opbouwwerkster en voorzitster van de Ihlas-moskee in Sitterd-Geleen.

 

Leyla Cakir werd bekend als de eerste vrouwelijke moskeevoorzitter van Nederland en is momenteel voorzitter van de moslimvrouwenorganisatie Al Nisa.

Lees andere stukken van