Voorpagina Maatschappelijk

Dubieuze moslimbobo’s perfect geintegreerd

Eerder verschenen in NRC Handelsblad op 4 juni

Alweer bijna een jaar zit de moslimgemeenschap zonder eigen omroep. Discriminatie in het omroepbestel? Welnee. Deze omissie is te danken aan ex- en aspirant-bestuurders met meer talent voor zwendel, nepotisme en tribalisme dan voor journalistieke kwaliteit.

Dat niet alleen. Oplichterij zagen we ook met het Persoons Gebonden Budget binnen islamitische zorgbedrijven. En wat te denken van islamitische scholen die gesloten worden wegens wanpraktijken en moskeebesturen die elkaar het Godshuis uitvechten. Als klap op de vuurpijl bleek vorige week ook nog de witte-boorden criminaliteit zijn opmars te maken: de directeur van het noodlijdende Forum (instituut voor multiculturele vraagstukken), Sadiq Harchaoui, schraapte via allerlei bonussen en schimmige privéconstructies een protserige levensstijl bij elkaar.

Na vele jaren van haast neurotische aandacht voor islamitisch getinte kwesties, wil het eerste instinct in de verdediging schieten, maar wezenlijker is de vraag: is er inderdaad zo veel mis binnen de moslimgemeenschap of wordt alles wat naar islam/multicultuur zweemt al te gretig onder het vergrootglas gelegd?

Wellicht een kip-of-ei-vraag, feit blijft dat de onmatige aandacht hoe dan ook praktijken blootlegt die het daglicht niet verdragen. De gewone moslimburger moet met lede ogen aanzien dat overal waarop het etiket ‘islam’ of ‘multicultuur’ is geplakt bijna als een voorbode klinkt van naderend onheil.

Zestig jaar nadat de eerste migranten in Nederland neerstreken, zijn we drukker dan ooit bezig elkaar te leren kennen. En passant wordt te verstaan gegeven dat wie zich geen Nederlander voelt, gerust mag vertrekken. De integratiecursussen, dialoogbijeenkomsten, Islam-handleidingen en minderhedenmonitors zijn niet aan te slepen. Welwillende zielen proberen de boel te sussen door te stellen dat het integratieproces nu eenmaal een kwestie van muddling through is en dat over enkele decennia ‘de cultuurkloof’ weerklinken zal als een echo uit een ver verleden. Minder optimistische stemmen geloven hier niets van en roepen onvermoeibaar dat de islam de grootste bedreiging vormt voor de binnenlandse vrede.

Beide groepen zitten echter in een cocon. Het integratieproces is in zeker opzicht allang geslaagd. Al bij de eerste generatie migranten ging het lampje langzaam branden: als je je kon beroepen op exotische wortels en toch aardig de liberale trom kon roffelen, werd je als held binnengehaald. Een zeldzaam dier, opgegroeid in die verfoeilijke en toch ook fascinerende islamitische omgeving. De Nederlandse overheid en publiek zaten te springen om vertegenwoordigers van dit allooi en die kregen ze: een alsmaar groeiende horde strak in het maatpak gestoken eerste en tweede generatie Turken en Marokkanen, die een ‘kritische blik’ werpen op hun achtergestelde geloofsgenoten en die Nederland zalvend bezweren dat met hen best zaken viel te doen. Deze ‘taboedoorbrekende’ representanten heten boegbeelden van ‘de geslaagde allochtoon’ (later: moslim). Ze worden bedolven onder applaus en prijzen, krijgen erebaantjes, nemen plaats in allerlei adviescommissies, worden de (linkse) politiek ingesleurd en zo gaandeweg verheven tot ideale knuffelberen.
Intussen weten we hoe knuffelberen eindigen: als rupsjes nooitgenoeg. Verwende prinsjes die menen dat zij (incluis familie en vrienden) recht hebben op dure auto’s, ongewenste intimiteiten en luxe hotelovernachtingen, intussen doen ze nog maar eens een greep in de kas. Zestig jaar na dato zijn het deze prototypes die het gezicht van de moslimgemeenschap bepalen, soms gekopieerd door hun zonen en dochters die de kunstjes vaardig overnemen.

Waar kennen we dit gedrag toch van? Doet dit niet verdomd sterk denken aan dat oer-Hollandse ‘old boys network’; omhooggevallen vastgoedjongens, graaiende bankiers en onverzadigbare politici die links lullen maar rechts vullen?

Omdat het Nederland maar niet lukt haar verzuilde denkwijze (ondanks alle verkondigingen van het tegendeel) los te laten en inmiddels bijna elke allochtoon bestempeld wordt tot ‘moslim’, gaat hij dit stempel ook uitmelken; de ene allochtoon gebruikt het stempel om te provoceren c.q. zich af te zetten (burqa, jurk, jihadistische hobbies), terwijl de ‘liberale’ ander het aanwendt als een ‘vraagstuk’ teneinde bakken belastingcenten binnen te smokkelen. De route is anders, het voertuig hetzelfde.

Hoogste tijd om alle rookgordijnen te laten vallen en het voor een keer toe te geven: de beroepsmigrant wist al vanaf dag één exact hoe zich hier succesvol te nestelen: charmant lachen tegen je naïeve broodheer, modieus trappen naar de achterban in wier naam je spreekt, en intussen handig je zakken vullen. Laten we het daarom maar duidelijk uitspreken: in ons moreelarme (handels)maatschappij zijn dubieuze moslimbobo’s perfect geïntegreerde rolmodellen.

Mohammed Benzakour & Nuweira Youskine

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie