Voorpagina Gastarbeiders, Maatschappelijk

Jong en onbezonnen

Famile Arslan is gastarbeider bij wijblijvenhier.nl

Wederom sta ik op om naar mijn werk te gaan. Op een of andere manier moet ik denken aan vroeger, toen ik jong en onbezonnen was. Vol idealisme en goede moed. Jaren later realiseer ik me: "Goh, wat was ik jong en onbezonnen".

Vaak denk ik terug aan de tijden waarbij mensen zo vijandig waren tegen andersdenkenden. Vaak denk ik aan de mensen die gebruik maakten van het gevoel, van de angst om een wig te drijven tussen de mensen. Ergens is het ook gelukt maar gelukkig heeft de dialoog gewonnen. In ieder geval voor enkele groepen.

Er zijn een aantal processen, zaken die altijd zullen wederkeren in de maatschappij. Er zullen altijd bewegingen zijn die gevoelens aanwakkeren en doen doven. Zo geldt het voor emancipatie. Altijd zullen er groepen zijn die zich moeten opwerken naar de maatstaf van gelijkheid en gelijkwaardigheid. De kloof tussen rijk en arm, het onderscheid tussen blank en zwart, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de gelijkstelling van allochtoon en autochtoon, de diversiteit tussen homo en hetero, de verscheidenheid in religies en etniciteiten, etc… Altijd zullen er weer groepen zijn die moeten emanciperen, hun plek vinden in de maatschappij.

Ik heb emancipatie vaak vergeleken met het verkeer, met name het invoegen op de snelweg. Daar kom je dan met je kleine, gammele maar o zo beminde auto. De invoegstrook is niet lang, je weet dat je vaart moet maken, de auto zit niet mee. En terwijl je denkt genoeg vaart te maken, heb je van die auto’s die je geen gelegenheid geven om daadwerkelijk in te voegen. Als ze doorrijden dan kun je na hen invoegen. Als ze vaart minderen kun je voor hen langs. Maar geen van beiden wordt gedaan. En daar sta je dan met het eind van de invoegstrook in zicht en nog steeds niet ingevoegd. Noodgedwongen ga je door op de vluchtstrook. Je weet dat het niet mag en dat je een bekeuring kan krijgen. Wat had je graag willen invoegen, de mogelijkheid om nu in te voegen is moeilijker en gevaarlijker maar je kreeg geen kans. Ineens, krijg je het gevoel, de kracht vanuit je onderbuik, het kan je niets schelen. Laat ze maar toeteren. Zodra de mogelijkheid zich aandient vlieg je op de snelweg. Iedereen toetert en maakt obscene gebaren. Het zal je een worst wezen, je rijdt met je gammele, kleine maar zo beminde auto op de snelweg, tussen de patserige, glimmende nieuwe auto’s. Je bent bewust van je verschijning maar trots rij je verder en geeft plankgas als je merkt dat iemand wil invoegen. Want je weet, hoe het voelt om achter te blijven. Je weet hoe het voelt om de kans niet te krijgen.

Het zijn kleine dingen, kleine woorden of handelingen waarmee je een ander in de gelegenheid stelt om verder te komen. Je geeft iemand de kans om … Om te werken, om te studeren, om te bestaan. Noem het zoals je wilt: emancipatie, integratie, assimilatie, participatie of enig ander woord. Ik noem het respect, ik noem het begrip. Noem ze zoals je wilt: allochtoon, migrant, niet-westers, moslims. Ik noem ze mensen, mensen en nogmaals mensen. En toch denk ik, vooral gezien het WK, dat de bal bij ons ligt. Een penalty zal zich niet voordoen dus we moeten ons door het middenveld worstelen.

Wederom sta ik op om naar mijn werk te gaan. Op een of andere manier moet ik denken aan vroeger, toen ik jong en onbezonnen was. Vol idealisme en goede moed. Jaren later realiseer ik me: "goh wat was ik jong en onbezonnen". Ik heb de plank volledig misgeslagen.


Famile Arslan (34) is geboren in Turkije en sinds 1975 in Nederland. Nu is ze advocaat en procureur in Den Haag.