Voorpagina Gastarbeiders, Recensies

Boek: Statistieken der religies

Roukayya Oueslati is gastarbeider bij wijblijvenhier.nl

Telkens wanneer zij een vuur ontsteken dat tot oorlog leidt, dan dooft God het (Koran 5:64)

Gedreven door een ongekende nieuwsgierigheid naar de vorming van een nieuwe Joods-Christelijk Islamitische traditie in Nederland, heeft de arabist Jan-Jaap de Ruiter de essaybundel Statistieken der religies geschreven.

De in het oog springende aanwezigheid van de Islam in Nederland is zeer recent en daarom kan er nog niet van een Islamitische traditie gesproken worden. Overigens is het volgens de Ruiter aannemelijk dat een dergelijke traditie gevormd zal worden.

“Want wat de toekomst ook brengen moge en of we het willen erkennen of niet: In dit land gaat zich een Joods-Christelijk-Islamitische traditie ontwikkelen.”

De Ruiter ergert zich aan de verkettering van de Koran en de moslims en aan het ophemelen van de Joods-Christelijke traditie, terwijl zij in essentie niet veel van elkaar verschillen. In de essaybundel wordt getoond hoe zowel het Oude en Nieuwe Testament als de Koran zich uitspreken over gemeenschappelijke thema’s. Hoe wordt er in deze bronnen geschreven over mannenliefde, barmhartigheid, dieren en zondaars? De bevindingen worden verbonden met heersende vragen en gedachten die tot op de dag van vandaag leiden tot verhitte discussies over integratie en de verenigbaarheid van verschillende culturen en religies.

De analyse die gebruikt wordt om een beeld te vormen van wat de diverse heilige geschriften te melden hebben over een bepaald thema, is de analyse van de statistiek. Hoe vaak komt een bepaald woord of begrip voor in dit of dat heilig boek? Komen de woorden of begrippen relatief even vaak voor in het Oude testament, Nieuwe Testament of Koran, of zijn er beduidende verschillen? Aan de hand van het aantal keren dat een woord voorkomt in een heilig geschrift wordt geconcludeerd hoeveel belang er aan het thema gehecht wordt.
 
Maar het is ook juist deze statistische methode, die er voor zorgt dat er een zeer beperkt beeld gecreëerd wordt van de drie religies. Zo wordt er gekeken hoe vaak het woord Jihad voorkomt in de Koran, wat slechts vier maal is, maar wordt het woord qitaal achterwege gelaten, wat beduidend vaker voorkomt en tot dezelfde categorie behoort. Dit kan mogelijkerwijs leiden tot verkeerde conclusies. De schrijver is zich hiervan bewust, maar heeft genoeg van de structurele negatieve beeldvorming rond de Islam, die afgeschilderd wordt als een extreem gewelddadige leer. Daarom probeert hij in zijn essaybundel aan te tonen dat “de vergevende God van de Koran de balsem is op de verzuurde en verbitterde Joods-Christelijke ziel.”

De essays zijn amusant om te lezen, maar blijven erg aan de oppervlakte. Voor wie zich serieus in het onderwerp wil verdiepen en de verschillende kwesties scherper in beeld wil krijgen, blijft bestudering van andere literatuur noodzakelijk.


Roukayya Oueslati (19) studeert Algemene Gezondheidswetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Haar grote passie is reizen en daarnaast leest zij graag.