Voorpagina

De hut

Het beste stuk

Door Abderrahmane Faris van de Al Furkan. Dit stuk maakt deel uit van het Wie Schrijft Die Blijft schoolproject.

De meivakantie is voorbij en Roy, Kay en Dave lopen net de school uit.

Kay zegt: “Zo, wat gaan jullie doen in de vakantie?”

“Ik zou wel naar Efteling willen gaan,” zegt Dave.

“Ik zou een hut willen bouwen,” zegt Roy.

“Fantastisch plan!” zegt Kay. “We gaan een hut bouwen met z’n drieën. Maar het moet wel geheim blijven.”

De andere twee knikken instemmend. Net als ze willen vertrekken komt Jan, een nieuwe jongen uit hun klas.

“Hey!” roept Jan. “Wat gaan jullie doen?”

“We gaan…” Maar verder komt Roy niet want Kay en Dave stoten hem aan.

“Het moet geheim blijven! Anders weet iedereen er straks van.”

Roy zegt meteen: “Naar huis, we zijn zo moe.”

“O, oké dag!” zegt Jan. En hij loopt weg.

“Oen!’ zegt Kay. “Je had het bijna verraden!”

“Sorry’, zegt Roy. “Maakt niks uit”, zegt Dave.

“Kom laten we naar mijn huis gaan om te beginnen”, zegt Kay.

Na 10 min zijn ze bij het huis van Kay aangekomen.

Dan roept Kay naar zijn moeder: “Mam! Mag ik wat planken en spijkers uit de schuur halen?”

“Oké, als je maar voorzichtig doet”,  zegt mam.

De jongens lopen naar de schuur.

“Oké, haal die planken daar in dat hoekje hier”, zegt Kay.

“En ik pak de spijkers.”

“Waar gaan we de hut bouwen?” vraagt Roy.

“In mijn tuin want daar heb je een hele grote boom”, zegt Kay.

“Laten we beginnen!” zegt Dave opgewonden.

Na 2 uurtjes zijn ze klaar.

“Wat is hij mooi geworden!” zegt Dave.

“Zeker!” zegt Roy. “Ja, jongens we hebben goed werk verricht”, zegt Kay.

“Laten we er wat spullen in doen”, zegt Dave.

“Ja! Goed idee”, zegt Roy.

Ze hebben er horloges, een telefoon, een camera en een paar munten van 2 euro.

“Het begint al donker te worden”, zegt Roy. “Ik ga maar naar huis.”

“Ik ook”, zegt Dave.

“Doei”, zegt Kay.

En voordat Dave wou weggaan zag hij Jan verstoppen.

“Wat doe je?” vraagt Dave.

“Niks”, zegt Jan. En hij rent weg.

Een beetje raar, denkt Dave. En hij gaat naar huis.

De volgende dag

De volgende dag gaat Kay zonder te ontbijten naar de hut. En opeens ziet hij dat er een munt van 2 euro is gestolen. Hij belt Roy en Dave op. Ze komen er zo snel mogelijk aan zeiden ze.

Na 5 minuten waren Dave en Roy aangekomen. Ze rennen naar binnen en zien Kay daar zoeken.

“Wat is er gestolen?” vraagt Dave. “Een munt van 2 euro.”

“Maar wie kan het zijn?” vraagt Roy. ‘Wacht eens even, zelfs de horloges zijn weg!”

“Wacht!” zegt Dave. “Ik zag Jan gister voordat ik wegliep heel raar doen. Hij zat te verstoppen en toen rende hij hard weg. Misschien is hij het wel.”

“We kunnen niet zomaar iemand beschuldigen”, zegt Kay.

“Laten we middernacht onszelf gaan verstoppen in de hut dan kunnen we zien wie het was.” De andere 2 zijn het ermee eens.

’s Nachts

Het is zover het is middernacht. Kay vroeg of hij in de hut mocht slapen en Dave en Roy vroegen of ze bij Kay mochten slapen.

Iedereen zoekt een plekje om te verstoppen. Kay achter een kist en Dave heeft een grote doek over zich heen gezet en Roy achter een stoel. En nu is het alleen afwachten tot de dief komt. En ze hadden ook een val gezet.

En opeens horen ze iets. Dat is de val! Toen ze het licht aan deden was het gewoon een kraai! De jongens beginnen te lachen.

“Maar natuurlijk!” zegt Dave.

“Kraaien houden van glimmende dingen. Probleem opgelost!” zegt Kay.

“Laten we maar gaan slapen.”

De volgende dag gaan Kay, Roy en Dave lekker chillen in hun hut.