Onlangs was ik op weg naar de berging waar de fietsen van alle bewoners ordentelijk naast elkaar staan. We hebben sinds kort fietsenrekken en er hangen camera’s, omdat er een fietsendief verscheen die zijn vaardigheden bruut tentoon wilde spreiden. Hij of zij wist in de berging te komen -die overigens alleen met een sleutel te betreden is; ik vraag me bijgevolg af of het geen bewoner van de Staete is geweest- en nam bij het vertrek prompt een paar fietsen mee. In de nieuwsbrief van de VVE werd uitvoerig uitgelegd, dat we onze fietsen verplicht in de rekken dienen te stationeren. Oh, en de vrouwen moeten de lage rekken gebruiken, omdat zij minder kracht dan mannen zouden hebben om de fietsen op te tillen. Absurditeit ten top uiteraard!
Bij het naar beneden gaan, kom ik een tweetal medebewoonsters tegen. Zoals we allen weten, staat Nederland bekend om haar klaagcultuur. Autochtone Nederlanders zouden dus geen autochtone Nederlanders zijn als ze niet hun kans zouden grijpen om te klagen over het weer, de VVE en -niet geheel onbelangrijk- de defecte lift. Er zijn er twee, maar dat een daarvan defect is, kan ab-so-luut niet!
De dames die de middelbare leeftijd hebben bereikt, zingen hun klaagzang alsof het de audities van X-factor betreft: de een overtreft de ander. Ik sta erbij en ik kijk ernaar. Mijn gedachten gaan al snel richting het schema dat ik in mijn hoofd heb zitten. In de verte hoor ik de vrouwtjes nog steeds zingen. Mijn blik rust op de buurvrouw van de negende verdieping. Dat is de verdieping van de penthouses. Ineens valt het mij op, dat ze enorm aan het zweten is. Het doet me denken aan de reclame waarin de nogal ranzige woordspeling “voortijdige zweetlozing” wordt gebruikt. Alhoewel ze zeker een paar busjes Axe en een doos tissues kan gebruiken, blijf ik gefascineerd naar haar kijken. Het gutst er langs alle kanten van af. Ze probeert met haar handen het zweet weg te vegen, maar het is vegen met de kraan open. Haar mascara loopt ook uit over haar gezicht door al het gewrijf. Ik voel me erg ongemakkelijk en doe net alsof ik niet verdrink in al haar lichaamsvocht. ‘Nou buurvrouw nu moet je echt ophouden met vegen, want je smeert al je mascara over je gezicht!’ De andere zangeres weet met deze tekst de ongemakkelijkheid enigszins te doen smelten (nog meer water!). Eigenlijk is het niet zozeer het feit dat de zwetende penthousebuurvrouw mij ongemakkelijk laat voelen. Nee! Het is de spiegel die zij mij voorhoudt, een confrontatie met mijn toekomst.
Twintig juni jongstleden ben ik 31 jaar geworden. Een jaar dichterbij zweetpartijen, opvliegers, (nog) dikker worden, onvruchtbaarheid en grijze haren. Straks sta ik er ook zo bij. Zwetend als een otter, mij verontschuldigend tegenover mijn gesprekspartner, naar maten 44/46/48 shoppend, melancholisch over de dingen die voorbij zijn, verlangend naar die goede oude tijd, bemoeizuchtig, iedereen in de gaten houdend, zuur, mijn geraniums water gevend… Gelukkig word ik al snel uit deze nachtmerrie gehaald. Het hondje van de zwetende buurvrouw snuffelt aan mijn schoenen en broek.
Ik kijk op mijn horloge en zie dat ik al op mijn schema achterloop. Ik moet als de wiedeweerga mijn kind ophalen van school. Mijn kindje dat de toekomst heeft. Ik besluit direct om bewust in het heden te gaan leven en te genieten van al het moois op deze wereld. Ik bedank de buurvrouw en zeg haar gedag. Ze kijkt me meewarig aan, omdat ze niet weet waarvoor ik haar heb bedankt. Eigenlijk had ik haar moeten vertellen, dat al haar gezweet niet voor niets is geweest: mijn leven heeft weer zin…
2 Reacties op "De tijdbom tikt"
Met 31 ben je toch in de kracht van je leven. Je hebt nog 30 jaar te gaan voordat ze je oud noemen en met een beetje goede wil kun je dat nog minstens 10 jaar uitstellen als je goed voor jezelf zorgt.
Iedereen wordt oud en hoe je oud wordt heb je voor een gedeelte zelf in de hand.
Haha gelukkig is zo’n verhaal ook over klagerige pubers te schrijven die zeker weten dat de hele wereld tegen ze samenspant.