Voorpagina Algemeen, Ervaringen, Maatschappelijk

0900-Noureddine: hulp bij de liefde

Dat PVV’ers niet de enigen zijn die, zonder een vrouw aan te spreken, haar toch hun liefde kunnen betuigen, ondervond ik recent op station Spaklerweg, te Amsterdam. Voor me liep een fresh-geklede jongeman steeds kleiner wordende cirkeltjes om een meisje in trainingsbroek en bodywarmer. Ze had oordopjes in en bewoog zich af en toe naar links en dan weer naar rechts – meestal precies de tegenovergestelde kant waarin de jongen zich op dat moment bewoog.

Het zonnetje scheen en ik stond te genieten van mijn Shakey’s koffie. Uiteraard had ik mijn tram gemist maar ik zou niet te laat komen. Ik heb de neiging om in zomerse maanden steeds vroeger naar mijn werk te gaan.

Terwijl ik op Amstel aankwam en de gemiste tram nog net op zag trekken, pakte ik een zuidoost-tram, één haltetje, en besloot te chillen op Spakler – met stip een van de lelijkste stations in Amsterdam, maar wél in het zonnetje.

Ik leunde over een metalen kastje met een haspel erin (geen stoet-),  zodat ik mijn krantje kon neerleggen en tegelijk mijn koffie kon drinken. Potverdriedubbeltjes, wat voelde ik me in mijn sas!

Voor me liep een jongeman steeds kleiner wordende cirkeltjes om een blond meisje in trainingsbroek. Ze had oordopjes in en bewoog zich af en toe naar links en dan weer naar rechts – meestal precies naar de tegenovergestelde kant waarnaar de jongen zich op dat moment bewoog.

Het was geen lelijke jongen en overigens ook geen lelijk meisje. Zij had iets stoers over zich, hij zag er wel schattig uit. Toch klikte het niet. De jongen kwam dichterbij, nog dichter, nog dichter, tot hij haar bijna aanraakte. Ze vond het duidelijk niet leuk en draaide zich nog maar eens om. Toch zei ze niets.

Toen deed ik iets doms. Me meissie zou me die avond dan ook een flinke verbale schrobbering geven.

Ik besloot te helpen – na mijn recentste stuk leek het me dat ik zelf het voortouw moest nemen om deze maatschappij gezelliger te maken. Het kwam namelijk op me over dat de door de jongeman gehanteerde versiertactiek niet werkte. Dat moest op zijn minst vervelend voor hem zijn, en het meisje leek zich ook niet te vermaken.

Daarnaast leek de jongen met zijn nabijheid de grenzen van haar persoonlijke lichaamsruimte te overschrijden. Ik besloot hen te helpen. “Gozer,” zei ik, “volgens mij werkt dit niet. Misschien moet je van tactiek veranderen en de dame aanspreken. Zeggen dat ze er leuk uitziet of zo. Of misschien jezelf voorstellen. Dit wordt ‘m denk ik niet.”

Ik kreeg niet de reactie die ik verwachtte (of verdiende, al zeg ik het zelf). Zijn rondjes werden kleiner, maar in plaats van het meisje aan te spreken, richtte hij zich tot mij met de woorden: dief, klootzak en nog meer van zulks. Het leek me in ieder geval weinig relevant. Diefstal is een serieuze zaak en ik zou het heus nog wel weten als ik iets van hem gestolen had (zijn eer of zo).

Met “rustig, gozert,” probeerde ik zijn gemoed te temperen, “ik probeer je enkel te helpen.” Ik kwam blijkbaar niet goed over, want wederom was ik een dief, een klootzak, enzovoorts. Een vriend van me kwam bij ons staan en keek geamuseerd toe hoe ik de jongeman van advies probeerde te voorzien.

Mogelijk om beter uit te leggen wat hij bedoelde met diefstal, begon de jongeman, zonder haar toestemming, het meisje te filmen. Hij zei nog steeds niets tegen haar. Me dunkt dat iemand zonder permissie filmen toch een grove mate van privacy schending is. News of the World ‘aint got nuttin’ on him.

Ik merkte dat ik hier wat gespannen van werd en besloot wat harder te praten, misschien dat het meisje ondertussen mee kon luisteren en zelf kon bijdragen. Terwijl ik met verheven stem riep dat hij niet zomaar iemand kon filmen zonder toestemming, draaide het meisje eindelijk synchroon met de jongeman- zou nu die liefde op het eerste gezicht plaats kunnen vinden?

Het meisje leek uit Amsterdam-Noord te komen en gaf wat verbale pareltjes weg. De jongeman leek in de war. Tot wie moest hij zich nu richten? Hij besloot haar te negeren en zich vooral met mij bezig te houden.

Ondertussen stopte lijn 51 voor onze neus en besloten we met zijn allen, exclusief de jongeman, in te stappen. Terwijl de deuren nog open waren leek de jongeman al uitgepraat, dus ik wenste hem een fijne dag. Helaas voor hem, bleek dat toen de deuren eenmaal sloten dat hij toch nog iets te zeggen had. Hij vond het blijkbaar belangrijk en gebruikte lichaamstaal om zijn boodschap kracht bij te zetten: “dief, klootzak” riep hij, terwijl hij nog even op de ramen van de deuren bonsde.

Gelukkig maar, want ik had het vreselijk gevonden om afscheid te nemen zonder wat tegen elkaar te zeggen. Eind goed, al goed! Al leek de missus me vooral dom te vinden omdat ik blijkbaar een mes in mijn donder had kunnen krijgen. Het zal toch niet?!

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van