Voorpagina Algemeen, Cultuur, Gastarbeiders, Maatschappelijk

Innovaties

Hendrik Jan Bakker is gastarbeider voor wijblijvenhier.nl

Innovatie is de onder moslims gebruikelijke vertaling van het Arabische woord bid`a. Veel, met name ‘protestantse’ moslims gebruiken het om vernieuwingen in de religieuze praktijk mee aan te duiden die in hun ogen ongewenst zijn – nieuwlichterij dus. Vaak gaat het om lokale gebruiken die een islamitisch tintje hebben gekregen of historisch gegroeide rituele handelingen die niet duidelijk tot de koran of de overlevering zijn te herleiden.

In het bijzonder soefi’s moeten het ontgelden vanwege hun meditatieve bijeenkomsten, maar ook tegen het bezoeken van graven, het aanroepen van heiligen, het op bepaalde dagen bidden voor het zieleheil van een overledene en zelfs het vieren van verjaardagen wordt door bepaalde rechtzinnige groeperingen met regelmaat geageerd.

Intussen moet geconstateerd worden dat met name in de niet-Arabische moslimlanden het succes van de islam althans ten dele te danken is aan vermenging met lokale, voorislamitische gebruiken, waardoor het karakter van de islam in die landen soms aanzienlijk verschilt van de islam zoals die in de islamitische hartlanden wordt gepraktiseerd. Overigens is ook de islam in die kernlanden niet geheel vrij van pre-islamitische gebruiken die door latere generaties als het ware geïslamiseerd zijn.

Het soefisme was, tot het enkele decennia geleden bij wet verboden werd, ook in Saoedi-Arabië wijd verbreid en is daar ondergronds onverminderd populair. Sterker nog, de islam werd bijvoorbeeld in Indonesië geïntroduceerd door Arabische en Yemenitische soefi’s, waardoor de religie daar een sterke spirituele kant heeft!

Westerse islam

Een bijzondere ontwikkeling doet zich momenteel in het westen voor. Daar wordt onder gelovigen gestreden over de vraag of en in hoeverre er een ‘westerse’ islam kan en moet ontstaan. Analoog aan de manier waarop de islam in zuidoost Azië en Afrika beneden de Sahara is verspreid, zou die vraag positief moeten worden beantwoord. Een verschil is echter dat de verspreiding van de islam onder de bevolking van die landen door ‘zendelingen’ geschiedde en die bevolkingen vervolgens hun eigen kleur aan de nieuwe religie gaven.

In het westen is echter vooralsnog voornamelijk sprake van immigratie van grote groepen moslims uit traditioneel islamitische cultuurgebieden die zich voor de opgave gesteld zien hun religie in een nieuwe en soms islamvijandige omgeving opnieuw vorm te geven. Van grootschalige bekering en het als gevolg daarvan ‘inheems’ worden van de islam in westerse landen is nog geen sprake.

In dat licht is het niet meer dan logisch dat westerse moslims zich bij het vinden van nieuwe religieuze vormen veel meer op de landen van herkomst van hun (groot)ouders richten dan bekeerlingen dat zouden doen. Door moderne communicatiemiddelen is dat ook veel makkelijker dan in vroegere expansieperioden van de islam, terwijl directe toegang via cyberspace tot centra van kennis en gezag in het Midden-Oosten eveneens leiden tot een meer ‘onaangepaste’ vorm van kennisoverdracht.

Toch is er onder invloed van bijzondere omstandigheden wel degelijk sprake van typisch westerse ontwikkelingen. De grotere vrijheid van vrouwen in westerse culturen heeft bijvoorbeeld al geleid tot een mondiger houding van moslimvrouwen in geloofs- en juridische zaken – inmiddels aangeduid met de term genderjihad â€“ wat ook zijn weerslag heeft op ontwikkelingen in de ‘oude’ islamitische wereld.

Een bijzondere ontwikkeling die zich momenteel in Nederland voordoet zijn dialoogbijeenkomsten tussen gelovigen van de drie monotheïstische religies in een vorm die door de grondlegger van de islam en door zijn eerste volgelingen beslist nooit gepraktiseerd is. Met name onder invloed van de grote druk die sinds het optreden van Pim Fortuyn, 11/9 en de moord op Theo van Gogh op de moslims in Nederland wordt uitgeoefend om zich van bepaalde elementen van de islam te distantiëren zijn vele initiatieven ontstaan die tot meer begrip voor moslims en hun religieuze opvattingen moeten leiden.

Ramadanfestival

In het bijzonder wil ik hier wat nader ingaan op een geheel nieuwe invulling van het verschijnsel iftar. Een iftar was oorspronkelijk de lichte maaltijd waarmee in de maand ramadan ’s avonds het vasten werd verbroken. De profeet(vzmh) deed dit volgens overlevering met een dadel en wat water. Meestal gebeurt dit in familiekring, waarna (vooral) de mannen naar de moskee gaan voor het avondgebed. Soms vindt de iftar in de moskee plaats, gevolgd door een religieus programma.

In de westerse context, waar moslims vaak geïsoleerd van hun familie wonen, had de iftar al een andere sociale invulling gekregen. Moslimvrienden zoeken elkaar op om samen het vasten te breken en een spirituele dimensie aan de avonden van de vastentijd te geven.

Sinds vorig jaar is de iftar echter, onder invloed van vragen uit de samenleving aan ‘gematigde’ moslims om zich nadrukkelijker te profileren, een geheel nieuwe, maatschappelijke rol gaan spelen. In het kader van het Ramadanfestival, dat zich in 2005 nog in Amsterdam concentreerde maar dit jaar wordt uitgebreid naar de andere grote en enkele middelgrote steden met een sterke moslimpopulatie, is de iftar uitgegroeid tot de sociaal-religieuze gelegenheid bij uitstek om moslims en niet-moslims met elkaar in contact te brengen.

De organisatoren van het Ramadanfestival stellen niet-moslims in de gelegenheid om bij moslims thuis een maaltijd te gebruiken en zo op een ontspannen manier kennis te maken met mensen met wie ze normalerwijze geen of alleen zakelijke contacten onderhouden. Ook is het een gelegenheid voor moskeeën en maatschappelijke organisaties op islamitische grondslag om zich aan niet-moslims te presenteren, terwijl organisaties die graag met moslims in contact komen moslims uitnodigen om bij hen de maaltijd te gebruiken en over maatschappelijke thema’s te discussiëren. Ook onder elkaar grijpen moslims de iftar steeds vaker aan om zich met maatschappelijke vraagstukken bezig te houden.

Nieuwe vormen

Zo kunnen uit nood geboren geheel nieuwe (semi-)religieuze gebruiken ontstaan die, zonder afbreuk te doen aan de oorspronkelijke boodschap van de koran, een dimensie toevoegen aan het religieuze leven onder gewijzigde omstandigheden. Je zou zelfs kunnen spreken van nieuwe vormen die het mogelijk maken de sociale opdracht die de koran aan de mensheid heeft gegeven onder andere omstandigheden te verwezenlijken.

Tenslotte deden de religieuze leiders die Mohammed (vzmh) opvolgden niet anders. Ook zij bedachten de – onder toenmalige omstandigheden – best denkbare vormen om de islam te institutionaliseren. Het zou naïef zijn om te geloven dat, wat in de achtste en negende eeuw in een moslimsamenleving in het Midden-Oosten werkte, in ongewijzigde vorm in een seculiere westerse democratie met evenveel succes toepasbaar zou zijn.


Hendrik Jan Bakker is sinds 1997 moslim. Hij is geboren in Nederland en heeft een Indische moeder, Duitse grootmoeder en waarschijnlijk verre joodse voorouders. Hij heeft HBO museumwerk gestudeerd en een secretaresse-opleiding, momenteel is hij werkzaam als juridisch secretaresse. Hiernaast schrijft hij stukken en is beheerder van de websites abubakker.nl en mysubmission.nl.

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie