Voorpagina Algemeen, Media

Verslaglegging Noorwegen: een mediale misstap

Ingezonden door: Rachid Eznaden

23 juli jongstleden heeft er een afschuwelijke tragedie plaatsgevonden in Noorwegen. Nadat er bommen waren afgegaan in één van de regeringsgebouwen in Oslo, besloot Heng Anders Behring Breiving tientallen tieners dood te schieten, die net waren begonnen aan een zomerkamp op het Noorse eiland Utøya.

Wie de mediaberichtgevingen over deze tragedie een beetje heeft gevolgd, merkt snel op dat er vanaf het begin een link is gelegd met het zogenaamde islamitisch jihadisme. Op een stellige manier probeerde men de aanname van het moslimterrorisme te bevestigen. Zo kwam de New York Times al snel met de volgende berichtgeving: ‘’A terror group, Ansar al-Jihad al-Alami (the Helpers of the Global Jihad), issued a statement claiming responsibility for the attack, according to Will McCants, a terrorism analyst at C.N.A., a research institute that studies terrorism. The message said the attack was a response to Norwegian forces’ presence in Afghanistan and to unspecified insults to the Prophet Muhammad. “We have warned since the Stockholm raid of more operations,” the group said, apparently referred to a bombing in Sweden in December 2010, according to Mr. McCants’ translation. “What you see is only the beginning, and there is more to come.’’

Deze invalshoek van de New York Times bleek onjuist. Waar de islamitische veroordelingen leidend waren in de pioniersfase van de mediaberichtgevingen, moesten deze worden verworpen toen het bleek te gaan om een 32 jarige Noorse man. Als de aanslagen in Oslo en Utøya niet als islamitisch ingekaderd kunnen worden, in welke context moet je ze dan plaatsen? De Telegraaf, NOS en andere mediale instituties mikken op dit moment op de psychotische gesteldheid van Anders Breiving. Vergelijken we de berichtgevingen over de Noorse kwestie met de gebeurtenissen in Duitsland, Alphen aan den Rijn en Apeldoorn, dan is deze shift in de berichtgeving enigzins voorspelbaar. Wordt de terreur niet door de islam gevoed, dan moet de oorzaak gezocht worden in de psychische gesteldheid van de individuele dader. Er wordt wel gerefereerd aan het christelijke geloof van Anders Breiving, alleen wordt deze niet als leidend gezien voor zijn terroristische daden. Zo makkelijk kan het soms zijn! De zoektocht van de media naar het ultieme kwaad, begint op deze manier zijn eigen patronen te weerspiegelen. Op zich is er niks mis met het gegeven dat de media op zoek gaan naar de hoofdoorzaak. Voor de liefhebbers van waarheid, is deze zoektocht een nobel streven. Sterker nog: als het aan mij ligt, zou iedere mediainstitutie een onderzoekende houding moeten stimuleren, in de jacht naar mogelijke hoofdoorzaken van gebeurtenissen.

Het punt dat ik echter wil maken, is dat de dominante media zich schuldig maken aan vooringenomen berichtgevingen in de Noorse zaak. Niet de feiten zijn leidend, maar een vooringenomen verhaallijn die een zogenaamd event moet over-hypen. De omgekeerde wereld dus! De balans tussen waarheidsvinding en een goede verhaallijn raakt zoek, omdat men de feiten niet serieus lijkt te nemen.

Wat hier de oorzaak van is, laat ik in het midden. Waar het accent op gelegd moet worden, is het volgende. Als de media enerzijds toch weten dat het opblazen van gebouwen vanzelfsprekend gelinkt kan worden aan moslimterroristen, en anderzijds het doodschieten van tieners automatisch gekoppeld kan worden aan psychopaten, dan rest de media alleen nog een mooie verhaallijn te construeren. De technici onder ons hebben goed kunnen zien hoe in alle hevigheid een post-9/11 beeldenconstructie tot stand is gekomen. En de scherpe luisteraars onder ons, hebben goed kunnen horen hoe snel de aanslag in Oslo in een islamitisch kader is geplaatst. We hebben dus overduidelijk kunnen waarnemen hoe de dominante media in hun berichtgevingen over Noorwegen te kort zijn geschoten. We mogen daarom rustig concluderen dat de media er flink naast zaten. Is dit een zorgwekkende ontwikkeling? Antwoord: ja!

Vooringenomen mediaverslagen omtrent gebeurtenissen zoals die in Noorwegen hebben plaatsgevonden, hebben het gemeenschappelijke kenmerk dat zij opereren binnen emotionele kaders. Het startpunt is emotie, en het eindpunt is emotie. Het gevolg is dat je met dergelijke mediaverslagen geen meter vooruit komt. Het bloed, de kapotte gebouwen, de paniekerige situatie, de huilende vrouwen, de ervaringsverhalen van mensen et cetera, die door de media onze zintuigen bereiken, blijven bij veel mensen in het lichaam opgekropt zitten. Zeker wanneer zij tot in den treure worden herhaald. Het resultaat hiervan is dat een populistische grondslag wordt gecreëerd, die door Geert haast op een sublieme wijze wordt uitgebuit. Want types zoals hij – Pim, Rita en ook Marcouch – refereren veelvuldig aan een ‘echt’ gevoel dat door miljoenen mensen wordt gevoeld. Ja, zij refereren aan een gevoel dat door de dominante media op een kunstmatige wijze is ingeleid. Paradoxaler kan het bijna niet meer! Je zou bijna zeggen dat heel de wereld 9/11 in levende lijve heeft meegemaakt.

De mediaberichtgevingen over Noorwegen laten duidelijk zien hoe op een kunstmatige manier bepaalde emoties worden verspreid. In plaats van de feiten te checken, slaat men razendsnel over op emotioneel geladen mediavertogen. Zo wordt het ‘levensechte’ gevoel gecreëerd dat ‘de’ islam de pik heeft op westerlingen, en dat buitenlanders kolonisten zijn. De waslijst is immers zo lang geworden, dat ik hem hier niet kan opsommen.

Wat ik hier nog wel aan wil toevoegen is dat verschillende politici goed op de hoogte zijn van de emotionele kaders waarbinnen de media opereren. Zo weten zij dondersgoed dat geladen uitspraken niet op hun feitelijke geldigheid worden getoetst, maar eindeloos worden herhaald in uiteenlopende mediaprogramma’s. Wederom, dominante mediapatronen laten duidelijk zien dat journalisten meer waarde hechten aan het tot stand brengen van emotionele golven, dan aan het checken van feiten. Was er sprake van het tegenovergestelde, dan was er minstens één van Geerts publieke boodschappen onderworpen aan een feitentest.

Kortom, ik vrees dat de dominante media onderwerp moeten worden van een publieke discussie. Ook vanuit een ethisch oogpunt lijkt mij dit noodzakelijk! Wanneer menselijke tragedies structureel op een kunstmatige manier door de media worden uitgebuit, wordt het tijd om je af te vragen in hoeverre hun werkwijze nog verantwoord is. Vooral als populistische geluiden zoals die van Geert invloed lijken uit te oefenen op een 32 jarige Noor.

Rachid Eznaden is 28 jaar en heeft socialogie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is een bescheiden jongen uit Amsterdam op zoek naar waarheid.

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van de WBH Redactie