Voorpagina Ervaringen

Identiteitscrisis

Zo nu en dan wankelt mijn identiteitsbesef wel eens. Dat is dan na aanleiding van een discussie, opmerking of boek. Ik begin me dan sterk af te vragen: “Wat voel ik me nu?” Nederlands, Turks, niks? Deze keer begon het te wankelen naar aanleiding van het gesprek dat ik met mijn vader en moeder had. Het ging zo ongeveer:

Papa: “Je bent gewoon Nederlands Suzan.
Mama: “Nederlands? Haha, ze is tot op het bot Turks!” (sapına kadar Türk)
Ik keek mama fronsend aan.
Mama: “Wat? Voel je je niet Turks dan?”
Ik: “Wat is er Turks aan mij? Ja dat ik het van origine ben en dat ik de taal en cultuur ken. En voor de rest? In Turkije word ik ook niet als volwaardig gezien!”
Mama (sarcastisch): “Nee, je voelt je zeker Arabisch.”

Daarmee wees ze mij er goed bedoelend op dat de meerderheid van mijn vrienden niet Turks zijn. Dit gesprek doet me denken aan een Turks meisje dat me een armband cadeau gaf met allemaal boze oogjes. “Laat zien dat je Turks bent! Je lijkt echt veel op een Arabier!”, zei ze. Die armband heb ik nooit omgedaan. Een gesprek met een Nederlandse vrouw staat me ook nog goed bij:

Zij: “Je heet Suzan, dat is toch een Nederlandse naam?”
Ik: “Ik ben toch ook Nederlands?”
Zij: “Nee! Ik bedoel, je ziet er niet echt..”
Ik: “Ik ben van Turkse komaf, maar ik ben gewoon hier geboren en getogen!”

Van huis uit heb ik altijd meegekregen dat ik kleurenblind moet zijn. Mensen niet moet beoordelen op huidskleur, afkomst of religie. Openstaan voor anderen. Dat advies heb ik van harte genomen. Van Marokkanen heb ik een beetje Marokkaans en van Bosniërs heb ik met veel plezier een beetje Bosnisch geleerd. De Islam leert ons dat we allemaal gelijk zijn, ongeacht welke huidskleur of taal. We zijn tenslotte ook één oemma en allemaal kinderen van Adam en Eva. Dat stijgt boven al het andere uit. Wat ik me voel gaat verder dan landsgrenzen. Ik voel me wereldburger en boven alles.. ik voel me mens.

Toch lijkt het alsof het nodig is om je te typeren met een land of volk. Ik ben hier geboren, spreek de taal veel beter dan het Turks en ik juich voor Nederland. Net zoals ik ook voor Turkije juich en me daarmee bezighoud. Doodnormaal toch? Je houdt je immers bezig met dingen die je aangaan. Een deel van mijn familie woont daar, Turks is mijn tweede taal en ik kan geen genoeg krijgen van Istanbul.

We moeten beseffen dat we een deel uitmaken van Nederland en dat we gewoon Nederlanders zijn. Wel Nederlanders met een andere achtergrond, maar dat is juist een verrijking. Pas als dát besef bij ons doordringt, dringt het ook bij mensen door die nog steeds spreken over buitenlanders en allochtonen. Daarom zou ik zeggen: Ik ben gewoon een Nederlandse moslima van Turkse origine!