Voorpagina Algemeen

Wanneer feiten ophouden te bestaan…

In een land met vrijheid van meningsuiting… correctie… In een land en wereld waar je veel geconfronteerd wordt met “vrijheid van meningsuiting” begon ik me de afgelopen dagen af te vragen wat een mening nu precies inhoudt. Welke gevolgen heeft het hebben van een mening in welke situatie? Wat is de minimumleeftijd van het hebben van een mening en de minimum leeftijd waarop je beroep mag doen op de “vrijheid van meningsuiting”. Vooral: Wanneer nemen we iemands mening serieus en wanneer niet?

Op het moment dat redeneren met feiten ophoudt en je aangewezen bent op je mening en het uitkomt dat je verschillende meningen hebt. Wat houdt dat in? Is het dan zaak om te stoppen en het over iets anders te hebben?

Het probleem is dat een “mening”  niet verkeerd kan zijn. Ik zou niet mogen zeggen “je hebt een verkeerde mening”. Althans, dat zou heel ongelukkig zijn om te zeggen, zeker in de tijd waarin we nu leven. Als het over meningen gaat dan hebben we het niet over goed en fout, maar over “verschillend”.  De grens van vrijheid van meningsuiting is dat je mening niet mag zijn dat iemand anders een mening niet mag hebben.

Wat is een “mening”? En in hoeverre vormt een mening een persoon? Een mening overkomt je. Afhankelijk van wat je leest, weet, waar je leeft, met wie en in welke omgeving. Vooral, in hoeverre je in staat bent de lijn daar te trekken waar feitelijke informatie ophoudt te bestaan. Een mening is een kwestie van geloven. Het overkomt je zonder dat jezelf dat op die manier opzet. Je hersenen verwerken de informatie die ze tot hun beschikking hebben en vormen daar een mening van. 

Sommige mensen vormen een mening en zijn zich erg bewust van het feit dat het een mening is. Zij kunnen van mening veranderen, alhoewel ze niet kunnen besluiten dat ze van mening veranderen. Iemand zou over bepaalde dingen kunnen nadenken, de feiten op een rijtje zetten, ze nog een rondje laten doen in zijn/haar hersenen en daardoor een andere mening vormen. Dat kan, maar niet op commando.

Weer anderen vormen een mening en doen alsof het een universele waarheid is. Ze houden zich stellig (lees: koppig) hieraan vast. Zij vergeten dat het een mening is en je kunt het ze niet kwalijk nemen. Zij geloven dit. Zelfs met het verzamelen van informatie zijn ze selectief. 

Ik kan het dan niet helpen te denken. Als we alle feiten op een rijtje hebben. Kunnen we het dan niet hebben over een “goede” mening en een “foute” mening. Of hebben we het dan niet over een mening meer, maar over een “feit”. Wat is het belang van de vrijheid te roepen wat je mening is, ook al is die niet op feiten gebaseerd? Een mening die op een mening gebaseerd is, gaat dat niet te ver?

En..

Wat nou met mensen die hun mening opdringen als feiten (met alle gevolgen van dien) en zich dan toch nog als bange vogeltjes verschuilen achter de “vrijheid van meningsuiting”. Hebben zij dit recht? Wanneer is een mening geen mening meer maar propaganda?