Voorpagina Algemeen, Politiek

Egypte: Revolutie 1.5

“We hebben de kop van het systeem in januari afgehakt”, zegt een vriend die dag en nacht op Tahrir heeft gestaan in de afgelopen dagen, “maar het lichaam blijft onaangetast.” De geschiedenis herhaalt zich voor de dappere activisten op Tahrir, maar deze keer is het leger niet de ‘beschermer’ maar de vijand.

Sinds het massaprotest op het Tahrirplein in Cairo van afgelopen vrijdag is de onafgemaakte Egyptische revolutie weer in volle beweging. Opnieuw domineren heftige straatgevechten onder dikke wolken van traangas de berichtgeving. Een spotprent die werd rondgedragen op Tahrir gedurende de afgelopen dagen geeft goed weer wat er fout is gegaan met de revolutie, en hoe deze opstand verschilt van de gebeurtenissen eerder dit jaar: op de foto zitten de leden van de militaire junta, die sinds de revolutie het land “bestuurt”, rond de tafel, maar in plaats van hun eigen gezicht dragen zij allen het hoofd van Mubarak op hun schouders. “We hebben de kop van het systeem in januari afgehakt”, zegt een vriend die dag en nacht op Tahrir heeft gestaan in de afgelopen dagen, “maar het lichaam blijft onaangetast.”

Hij had het niet beter kunnen uitdrukken. Sinds ze in januari onthaald werden als de ‘bevrijders van Egypte’ hebben de generaals in de militaire raad zich ontpopt tot trouwe erfgenamen van het Mubarak regime: politiegeweld, de berechting van gewone burgers voor militaire rechtbanken, beperkingen op publiek protest en censuur van kritische stemmen. Daarnaast zijn valse en propagandistische berichtgeving via de staatsmedia nog altijd aan de orde van de dag. Van de belangrijkste revolutionaire eisen is nog weinig terecht gekomen. Tien maanden na de revolutie is er nog geen duidelijke termijn voor de overdracht van het landsbestuur aan een democratisch gekozen president, de noodwetgeving – en diens beperkingen van belangrijke burggerrechten – is nog altijd van kracht, en – ondanks het feit dat de minister van Binnenlandse Zaken achter de tralies zit – is de gehate Binnenlandse Veiligheidsdienst nog nauwelijks hervormd. Voor veel Egyptenaren kwam de druppel twee weken geleden, toen de militaire raad een serie bovengrondwettelijke principes aankondigde welke vergaande en ontransparante uitvoerende macht voor het leger waarborgen. Zelfs voor de Moslim Broeders, tot nu toe erg knus met het leger, was deze beperking van het democratische proces een stap te ver. Samen met Egyptenaren van alle rangen, standen en ideologische overtuigingen gingen zij terug de straat op.

Het nieuwe-oude regime reageerde volgens het bekende scenario. Het enige dat ze kennen: bruut geweld, betichtingen van buitenlandse inmenging, rhetorische verwijzingen naar het belang van stabiliteit, en vervolgens het ontkennen van enige schuld aan het oplopende aantal doden en gewonden. Vandaag kondigde de militaire raad zelfs de opening van een eigen “veldhospitaal” in Tahrir aan, waar mensen prompt tegen zijn gaan demonstreren.

De geschiedenis herhaalt zich voor de dappere activisten op Tahrir, maar deze keer verwachten mijn vrienden aan de frontlinie een langere en meer verbeten strijd. Deze keer is het leger niet de ‘beschermer’ maar de vijand, en heeft zich voor het eerst bereid getoond om de eigen troepen te mobiliseren voor de geweldadige suppressie van de burgerbevolking. Na vijf decennia feitelijke militaire dictatuur zijn de financiele en institutionele belangen en verwikkelingen van het leger diep verbonden met de corruptie van het Mubarak regime. Afstand nemen van het politieke proces en toegeven aan Tahrir betekent voor de generaals blootstelling aan dezelfde juridische onderzoeken waar hun voorgangers nu voor achter de tralies zitten.

Mogelijk nog belangrijker voor de toekomst van Egypte zijn niet de ingebeelde ‘buitenlandse handen’ die de activisten in Tahrir zouden manipuleren, maar de werkelijke buitenlandse steun van de Verenigde Staten, en in mindere mate de EU, aan de Militaire Raad. De VS steunt een “democratische transitie” zolang het leger de ‘stabiliteit’ in de regio – lees: een vredige en economisch lucratieve relatie met Israel en de vette Amerikaanse wapendeals – kan waarborgen en de Moslim Broederschap zich voegt naar de onafhankelijke rol van het leger in de buitenlandse politiek. Nu de alliantie tussen leger en de Broederschap in gevaar is, en de Militaire Raad de steun van het volk met iedere martelaar die valt sneller verliest, komt Obama niet verder dan een zwakke oproep tot een staakt-het-vuren.

De dappere activisten op Tahrir en andere pleinen in alle stadscentra van het land weten allang dat ze de strijd voor de democratie op eigen kracht zullen moeten winnen. Op de bussen traangas die massaal tegen de burgerbevolking zijn ingezet in de afgelopen dagen – met ademhalingsproblemen, oogklachten, spierstuipen, en zelfs de dood als gevolg – staat duidelijk gedrukt “Made in the U.S.A.”. Het international recht verbiedt het gebruik van dit gas in oorlogsvoering, maar tegen de eigen burgerbevolking kan het Egyptische leger onbelet deze vorm van collectieve marteling inzetten.

Rahma Bavelaar is antropologe en doet promotieonderzoek naar interreligieus huwelijk en politieke en literaire discoursen rondom religieuze minderheden in Egypte. Ze is medeoprichter van Meld Islamofobie en woont tussen Egypte en Nederland.

Lees andere stukken van Rahma