Voorpagina Ervaringen

Hajj is geduld

Dit jaar mocht ik op hajj gaan. De ervaringen van hajj zijn echter zo divers dat je jezelf erop betrapt te denken: oh wat ben ik blij dat mijn geliefden dit niet hoeven mee te maken. Toch zou je willen dat ze in je hart konden kijken en konden proeven van je geluk.

Op een zondagochtend stond ik met me meissie op Schiphol. Ik zou weer afscheid van haar nemen voor een week of vier en dat vonden we allebei maar niks, zelfs al was het omdat ik de Hajj zou gaan verrichten (de islamitische pelgrimstocht naar Mekka).

Om me heen zag ik veel nieuwe gezichten: Somalische broeders en zusters uit Den Haag, Javaans-Surinaamse broeders uit Groningen, een Nederlandse broeder uit Sittard, een Nederlandse zuster uit Enschede en twee Afrikaanse broeders uit de omgeving Rotterdam. En ik, schreef de gek.

Tot mijn grote verbazing zag ik brada Pino er ook staan, met een tasje met heel veel eten. Gamperviolennikkel, die man is zó stoer: zelf had hij een dag ervoor te horen gekregen dat zijn eigen Hajj niet door zou gaan.

Voor degenen die weten: je weet wel waarom; voor degenen die niet weten: Hajj is totaal onplanbaar wegens gebrekkige organisatorische kwaliteiten, minimale professionaliteit en betrouwbaarheid van overheid, veel reisbureaus, flink wat hoteliers, vervoerders en ga zo maar door. Treurig maar waar.

Toch stond Pino daar als een bikkel, de verpersoonlijking van broederschap: wensen voor je broeder wat je voor jezelf wenst (waarbij dit gaat om broederschap in de mensheid, niet alleen binnen de Islam!). Je zult begrijpen dat ik veelvuldig aan hem en zijn familie heb gedacht in mijn gebeden. Moge Allah swt hen allen de pelgrimstocht laten maken!

Ik zou nog veel aan hen denken, de achterblijvers: aan Pino, maar vooral ook aan de missus, terwijl ik daar door de woestijn heen hobbelde, de ommegang om de Ka’ba maakte, en de vele uren die ik op diverse bussen moest wachten. De ervaringen van Hajj zijn zo divers, stuiteren je zo van Himmelhoch jauchzend zu Tode betrübt, dat je jezelf erop betrapt te denken: oh wat ben ik blij dat mijn geliefden dit niet hoeven mee te maken (terwijl ik vertrapt wordt bij de Jamaraat, onderweg naar Muzdalifa of nadat ik buiten bewustzijn ben geraakt tijdens  mijn afscheidstawaaf).

Toch wens je ze er juist weer wél bij op het moment dat je er helemaal doorheen zit en een stel Londonse Afghanen je een kopje groene thee met kardemom aanbieden, of wanneer een gelouterde Hajji je wat tips geeft en je de volgende dag toch ongeschonden van de jamaraat komt. Je zou willen dat ze op dat moment in je hart konden kijken en konden proeven van je geluk.

Maar ze waren er niet. In Zijn Wijsheid heeft Allah besloten mij wel te laten gaan en dat is geen kleine verantwoordelijkheid. Terwijl ik bijna alles en iedereen vervloek omdat we voor de zoveelste keer genaaid zijn door een taxichauffeur en ik klaar ben om die gast zijn geld uit zijn portemonnee te trekken (doodleuk ons halverwege eruit gooien, geen idee waar we zijn, tenzij we het dubbele willen betalen) – tijdens dit alles besef ik: misschien had me meissie hier rust in de tent gebracht, misschien had Pino hier wel verstandig mee omgegaan.

Later die avond, zoals elke avond en ochtend, zit ik op het dak van de moskee te Mekka mijn woede te koelen met ijskoud water van de Zam Zambronnen – er waait een koel briesje, wat bijna de warmte en de smog van deze vuilnisbak van een stad doet verdrijven.

Ik ontspan, en langzaam klimt de liefde weer in mijn hart. Honderden mensen kunnen me nu irriteren, tegen me aan lopen, me wegduwen, telefoneren tijdens mijn gebed – kom maar op, ik kan jullie hebben. Maar na de 101’ste lijk ik er toch weer klaar mee te zijn. Hajj is geduld, maar op dat gebied heb ik nog veel te leren.

يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا اسْتَعِينُوا بِالصَّبْرِ وَالصَّلاةِ إِنَّ اللَّهَ مَعَ الصَّابِرِينَ

Oh jullie die geloven, zoek hulp met geduld en met het gebed.  Voorwaar, God is met de geduldigen. (QS 2:153)

(Was ik er maar een van.)

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van