Voorpagina Cultuur, Ervaringen, Islam

Importjummah vs. Polderjummah

Dames en heren, zondag was voor mij een historische dag. Een dag waar ik lang op gewacht heb en een dag van grote betekenis voor de lokale moslimbevolking. A.s. vrijdag wordt namelijk voor het eerst in de geschiedenis van ‘mijn’ moskee (van de lokale Pakistaanse gemeenschap in Den Haag) de vrijdagspreek vertaald naar het Nederlands.

Dit lijkt op het eerste gezicht niet zo’n grote happening, maar het is wel een weergave van de tendensen die je binnen de Islamitische gemeenschap ziet. Deze ontwikkelingen beloven veel voor de komende jaren.

Even uitleggen waarom dit zo belangrijk is…

Geschiedenisles. Nederland was vies en daarom kwamen honderdduizenden schoonmakers dit land binnen. Naast een vrouw namen ze ook hun religie mee. Jarenlang hebben ze hier op dat gebied alles gedaan zoals dat in land van herkomst ook ging. Deze eerste generatie kreeg kinderen. Die studeerden hier en hadden hier hun vrienden. Op de middelbare school kwamen de kinderen erachter dat het blijkbaar wat uitmaakt dat hun ouders niet hier geboren waren en dat ze daarom ‘anders’ zijn. Dan gaan ze zoeken…

De generatie van Nederlandse moslimjongeren die hier zijn geboren wordt ouder. Eerst hebben ze jarenlang mee geveerd op de gebruiken van hun ouders als het aankwam op religie, maar het heeft niet altijd veel resultaat. Op dit moment zie je dat moslimjongeren weer massaal zoeken naar de Islam. En dan niet de gewoontes en gebruiken zoals geimporteerd zijn, maar een Islam waar ook zij wat aan hebben.

Nu bestaat onze moskee al sinds jaar en dag ook uit een vrouwentak en een jongerentak. De ruimte is te klein, dus vrouwen en mannen hebben hun eigen activiteiten. De vrouwen vaak actiever dan de mannen, maar het gaat goed. De jongeren hadden het ook naar hun zin jarenlang. Ze konden tafelvoetballen in de moskee, kregen huiswerkbegeleiding en ze konden lachen met andere vrienden. Deze jongerentak is nu ouder en vraagt zich af waarom de vrijdagspreek niet in het Nederlands kan.

Deze wekelijkse preek wordt in het Urdu gehouden. Nu begrijpen veel Pakistaanse jongeren Urdu wel, maar het is door de jaren heen toch een tweede taal geworden. Het Nederlands heeft de moedertaal verdrongen en zowel het uitdrukken als het vergaren van kennis gaat makkelijker in het Nederlands.

Zondag was hier een discussie over met het moskeebestuur. Voor het eerst in de geschiedenis van de moskee was er zo’n directe woordenwisseling met het voltallige bestuur erbij. Met wat vrienden hebben we dit ter sprake gebracht. De reacties waren gemengd. In eerste instantie leek het alsof de jongeren hun cultuur de rug aan het toekeren waren. Vragen als: "Welke moskeeën doen dit nou?" en "Zijn wij geen Pakistaanse moskee?" kregen we te horen. Ik kon de vragen begrijpen, maar ik wilde toch groeien met de moskee. Want de moskee hoort midden in de samenleving te staan, een samenleving met veel jongeren die wel willen, maar niet kunnen.

Na een goed gesprek met het moskeebestuur konden we elkaar uiteindelijk feliciteren onder het genot van Pakistaanse Chai (thee). Het bestuur vond uiteindelijk toch dat de jongeren inderdaad de toekomst zijn en dat zij de moslims van morgen zijn in Nederland. Als alles goed gaat, worden voortaan de vrijdagspreken in de laatste 10 minuten vertaald naar het Nederlands. Ik denk dat Nederland dit hard nodig heeft en ik hoop dat alle moskeebesturen inzien dat de jongeren erg actief zoeken naar een thuisbasis. Verbale confrontaties zijn gezond en onvermijdelijk op dit punt.

Voor mij is dit een mijlpaal. Een stap naar een moskee die er werkelijk is voor Nederlandse moslims. Een moskee die werkelijk in de samenleving staat.