Voorpagina Ervaringen, Islam

Doe de da’wa

Ik heb zo’n pestpokkepleurishekel aan mensen die me proberen te overtuigen van hun religieuze gelijk dat een oom van me ooit zei: "Truly, Noureddine, I never considered you convertible material". Daarmee vooral niet doelende op mijn hekel aan auto’s of alles wat mechanisch is, maar meer op mijn aura van onbekeerbaarheid. Ik heb dit altijd verweten aan mijn weerstand tegen hel-en-donderprekers op mijn school in Mijdrecht en aan jehova’s die me doodpropagandeerde aan de deur in het gezelschap van een klein jongetje (denkende dat ze dan eerder naar binnen komen of zo) en aan gelovigen die humorloos alle heilige boeken in hun hoofd stampten zonder er inhoudelijk over te kunnen praten. Wist ik veel dat je (dit soort) bekeerders in alle religie’s tegen kunt komen.

Laat me jullie een verhaaltje vertellen: op een mooie vrijdag in maart kwam iemand bij mij thuis in het gezelschap van Oegtie B. (geen familie van Ali of Mo maar wel van mij). Laten we hem Maarten noemen. Maarten is een beetje verlegen en totaal niet religieus opgevoed; hij is ook geen lezer, niet bovenmatig geinteresseerd in politiek, filosofie of religie. Hij is daarentegen wel een ontzettend toffe peer met een kapotgoed gevoel voor humor en een oprechte, hetzij wat luie interesse in mensen en hun beweegredenen.

Ik ken Maarten nog uit back in the day van hiphopconcerten en de sneltram vanuit Amstelveen naar het centrum waar we beiden werkten. Ergens had Maarten een interesse in Islam opgedaan, maar de combinatie van verlegenheid en weinig lezen maakte het moeilijk voor hem om deze interesse uit te diepen. In 2006 kwam ik Oegtie B. weer eens tegen die me vertelde dat hij meer wilde weten over islam en of ik hem daarbij wilde helpen, als soort van da’wa*. Erm… nee dus. Misschien als hij het zelf vraagt. Maar eigenlijk wilde ik dat ook niet, want (zo dacht ik) andere mensen bekeren is evil.

Tegelijkertijd wilde ik het toch wel, want islam maakt mensen beter, (als ik dat niet dacht had ik er zelf ook niet voor gekozen, toch? Of niet?) Oeps. Da’wa-dilemma voor deze dude. Ik heb actieve bekering altijd problematisch gevonden omdat het vaak toch een beetje het midden houdt tussen hersenspoeling en pseudowetenschappelijke overdondering. Dus hoe ga ik in hemelsnaam (of in Allah swt’s naam) iemand oprecht uitnodigen tot de islam? Toen ik net tot moslim was geworden, probeerde ik het proces van bekering (of, volgens de orthodoxie, het proces van de terugkeer) voor mijzelf te analyseren en weer te geven. Het begon met drie dingen: langdurende onrust naar aanleiding van zingevingsvragen (wie is God, wat verlangt God van mij, wat wil ik doen voor God) en politieke en maatschappelijke onrust met veel nadruk op islam (waardoor ik heel veel vragen kreeg over de islam zelf) en een meisje (het zal eens niet zo zijn!). Deze drie elementen, gecombineerd met mijn voorliefde voor boeken, filosofie, wetenschap en sympathie voor de underdog (en een meisje!) leidden mij, alle lof komt Allah swt toe, op het pad van de islam.

Mijn ervaringen met bekerende gelovigen waren echter problematisch voor het accepteren van het idee van da’wa. Hoe bekeer ik iemand actief als ik sowieso een p.p.p.-hekel aan bekering heb en wanneer mijn eigen bekeringsproces zo specifiek voor mij was en tegelijk ook zo tergend traag? Vol met twijfel en zowel uiterlijk als innerlijk zoeken. Tja, zoals zovaak vind je het antwoord in ideeën als eerlijkheid, zelfreflectie, verantwoordelijkheidsbesef maar ook zeer zeker zelfbewustzijn. Uiteindelijk heb ik met mijzelf de afspraak gemaakt niet in de val van actieve bekering te belanden waarbij je strijdt met woorden om ongelovige of zelfs onwillige mensen te bekeren tot de islam. Dat soort discussies zorgt enkel voor een verharding van de harten en leidt zo goed als nooit tot echt geloof of geluk. Bovendien doe je er God swt ook weinig eer mee aan. Dus hoe dan?

Da’wa door gedrag: proberen er voor te zorgen dat mijn gedrag dermate positief is dat ik op geen enkele wijze de islam in een slecht daglicht kan stellen. Maar ook doe ik da’wa door zo eerlijk en open mogelijk antwoord te geven op vragen die betrekking hebben op mijn geloof. Daarmee ga ik mijn verantwoordelijkheid dus niet uit de weg en zorg ik er juist voor dat ik genuanceerd en gebalanceerd leef, werk en praat. Het voordeel hiervan is dat ik da’wa kan doen met behoud van mijn eigen geweten, maar wel met mijn geloof als basis en als motivatie voor wat ik doe enn zelfs dan blijft het schipperen met mijn eigen gevoelens.

Terug naar Maarten. Ik flapte een hussie groenten en kruiden in de wok en roerbakte dat het een lieve lust was. Tijdens het eten hielp oegtie B. Maarten af en toe uit zijn woorden te komen. Opeens schoot ik tot mijn schrik in de da’wa-modus 1 en verzocht haar verder niet meer namens hem te praten. "Maarten," zei ik, "wat weet je, denk je, voel je over islam, God, of de plek van de Profeet (vzmh) in dit geheel?" Gamperviolennikkel, wat voelde ik me ongemakkelijk toen ik hem dit vroeg. Maarten sprak over zijn ontwikkeling en hoe hij in de loop van de afgelopen paar jaar zich steeds verder aangetrokken voelde tot de islam – de eenheid van God, de Profeet (s) als Zijn boodschapper en als voorbeeld voor de mensheid.

Zo keuvelden we wat verder, terwijl ik bedacht: verrek die gozert omschrijft gewoon de fundamenten van wat het betekent om moslim te zijn. Da’wa-modus ging naar niveau 2: "Maarten, watskeburt, je bent zo goed als moslim als je dit gelooft! Wat weerhoudt je nog om de shahada (geloofsgetuigenis) uit te spreken?" Tjemig de pemig, dit had ik nooit van mezelf verwacht. Ik doe de da’wa. Maarten bleef even stil. En nog even. Hij kreeg geen hap meer door zijn keel en keek voor zich uit, dacht na, wilde wat zeggen, maar bedacht zich en keek nog intenser voor zich uit. Ik dacht nog: zal ik da’wa-modus 3 ingaan? Nee dat doet me teveel denken aan voet tussen de deur en de verharding van het hart- ik moet het aan hem zelf overlaten. "Maarten," probeerde ik voorzichtig, "ik ga je niet proberen te overtuigen. Het enige wat ik voor je kan doen, is zeggen dat hetgeen je me net vertelt je zo goed als tot moslim maakt. Als je de shahada wilt uitspreken dan ben je welkom om dit te doen op elk moment. Verder hossel ik nu even wat Ben&Jerry’s als toetje en moet je er zelf over nadenken."

Uiteindelijk heeft hij zelf zijn keuze gemaakt. Welkom in islam, broeder! Alle lof zij God, de Allerhoogste. En nu maar hopen dat ik geen p.p.p.-hekel aan mezelf ga krijgen en later met het zoontje van de buurman deur aan deur ga met de vraag of u al Het Goede Nieuws heeft vernomen…

* Da’wa = Letterlijk ‘oproep’ of ‘uitnodiging’ maar het wordt vaak omschreven als de bekeringsactiviteiten van moslim en meestal foutief toegeschreven aan islamisten of fundamentalisten. Dit kan actief in de vorm van een gesprek of passief in jouw presentatie van jezelf als moslim.

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van