Dr. Sinan Çankaya heeft een bachelor in de culturele antropologie (Universiteit Utrecht), een master in conflict resolution (University of Bradford, cum laude) en is gepromoveerd in een onderzoek naar het in- en uitsluitingsproces van Turks-, Marokkaans- en Surinaams-Nederlandse politieagenten (Universiteit Tilburg). Hij werkte vijf jaar als adviseur, onderzoeker en trainer voor de politie Amsterdam-Amstelland. Sinan krijgt ‘s avonds regelmatig goede ingevingen en ideeën. ‘s Ochtend drinkt hij daardoor verplicht een espresso met een ristretto of roma capsule. Hij knakt verder graag zijn vingerkootjes, observeert nauwlettend anderen, luistert naar Damien Rice, Bonobo en Sıla, is heteroseksueel en ondertussen een middenklasser in de slechtste pracht/krachtwijk van Nederland. Hij is sceptisch over zelfobservatie en -reflectie. ‘Omdat mensen verhalenvertellers zijn’, heeft iemand hem ooit horen zeggen. Daaraan gerelateerd, soms waagt hij zich aan zijn grote droom: het schrijven van fictieverhalen. Ooit wil hij een filmscenario afronden. Zijn baard is zijn masker. Ook vindt hij die wel hip. Zodra mensen hem ‘taliban’ of ‘jezus’ noemen, neemt zijn baard enkele centimeters toe. Uit protest, denkt hij.

O ‘parallelle samenleving’, waar ben je?


 

Een parallelle samenleving zou naast de ‘normale’ samenleving bestaan en klaarblijkelijk is er geen contact tussen de twee ‘werelden’. Keklik Yücel, woordvoerder integratie van de PvdA, zegt dat bepaalde groepen mensen in de samenleving in een ‘parallelle samenleving’ leven. Mijn brein weigert mee te werken: hoe kan iemand zich zowel in de reguliere samenleving als ook in een parallelle samenleving bevinden, als die twee ‘werelden’ elkaar wederzijds uitsluiten?

Onderwerpen: Maatschappelijk

Witte Nederlanders zijn het meest gesegregeerd


 

Het is een bekend cliché: etnische minderheden zouden zich afzonderen. In reactie op het onderzoek van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), waarbij bijna zeven op de tien Turkse Nederlanders aan eenzaamheid zouden lijden, verklaart Özcan Akyol de eenzaamheid van Turkse-Nederlandse vanuit hun zelfopgelegde segregatie. Tijd voor een empirisch gefundeerde kritiek.

Onderwerpen: Maatschappelijk

‘Ik weet niet waar u vandaan komt, maar in Nederland doen wij dit niet’


 

Door duidelijk te maken dat ‘wij’ dit ‘in Nederland’ niet doen, construeert de politieagente etniciteit als een schijnbaar relevant gegeven in de situatie. Dit blijkt met name uit de zin: ‘Meneer, ik weet niet waar u vandaan komt, maar in Nederland doen wij dit niet, zo gaat dat niet in Nederland meneer.’ Daarmee onderscheidt de agente zichzelf van de man en reproduceert ze tevens de beelden van een groter ‘wij’ die kennelijk nooit verkeerd geparkeerd staat. Het moge duidelijk zijn dat ik geneigd ben te zeggen ‘wij’, witte Nederlanders.

Onderwerpen: Algemeen