Voorpagina Algemeen, Recensies

Lang leve Istanbul en Elif

Je begrijpt dat ik dit verhaal niet zo maar kon laten schieten. Een soefi, een Schot, Amsterdam, koffie in Istanbul? Dat is toch gewoon keiharde lotsbestemming, of niet soms?!

Vergeef me, maar na de viezigheid van Mekka en Medina voelde ik me zo op mijn plek op het vliegveld van Istanbul – waar de koffie warm en sterk was, de wc’s soort van schoon en de boekenhandels strak ingericht. Het leek wel een vorm van thuiskomen, belachelijk eigenlijk.

Ik schuifelde van de foodcourt vandaan en liep richting een koffietoko. Big Ass Coffee, abe! De man achter de toonbank was enigszins verbaasd over mijn kledij. Ik had mijn nieuwgekochte Medinese djellaba aan, vervaardigd in Marokko van het geweldige merk “AJAX”, geen grap.

Hij vroeg gelukkig niet of ik ‘een arische god’ was, genaamd Abdullah Jansen die zijn HTV of HMV kwam inpikken – bedankt, hoor, brada Benzakour, in deze discours raken we de stereotypes geloof ik, voorlopig niet meer kwijt. Hij wilde weliswaar weten of ik moslim was, maar verder kreeg ik alleen fijne koffie van hem. Gepaste nieuwsgierigheid.

Gewapend met goede koffie en mijn ajaxkloffie liep ik de ene na de andere boekenwinkel in. Omdat Türkiye altijd nr1 is, heb je in dit soort boekenwinkels altijd mooie plankjes met vertaalde literatuur over de heimat. Aldus kwam ik veel Pamuk tegen, maar ook wat Britse historici over leuke Ottomaanse feitjes.

Terzijde. Wat zichtbaar was in de ze boekhandeltoko’s: als het over iets goeds ging, claimen de Turken zonder problemen de Ottomanen, als het over iets slechts gaat… enfin;  als de oriëntalistische historici wat moois claimen gaat het over Ottomanen en juist niet over de Turken, maar als het om wat slechts gaat… vice versa! Rete-interessant, toch, geschiedenis.

Dus dat. Ik blader wat door allerlei boekjes en hoekjes, loop naar de volgende boekhandel, loop weer terug. Wandel naar de foodcourt en klets met mijn medereizigers. Toch maar weer terug naar die boekhandel. Uiteindelijk viel mijn stoute oog (het rechter) op het boek “The Forty Rules of Love” van Elif Shafak.

Foto: Muammer Yanmaz

Kom ik rechtstreeks uit het land van tawhied (puur monotheïsme), valt mijn oog op een geromantiseerd leven van die ouwe relsoefi en zijn maatje. Deze roman van een jonge Turkse schrijfster, gaat over een vrouw van in de dertig die een roman moet proeflezen, over het leven van Rumi en zijn zielevriend Shams van Tabriz, en vervolgens middels niets dan emailcorrespondentie smoorverliefd wordt op de in Amsterdam wonende Schotse soefi die het boek schreef.

Je begrijpt dat ik dit verhaal niet zo maar kon laten schieten. Een soefi, een Schot, Amsterdam, koffie in Istanbul? Dat is toch gewoon keiharde lotsbestemming, of niet soms?!

Nog voor ik het vliegtuig instapte, was ik al halverwege overigens. Dat kwam ook omdat ik liep te treuzelen en al mijn kompanen al bij de gate stonden.

Het was op zijn minst vreemd om na de religieuze striktheid aangaande boeken in Saoedi Arabië, opeens zo’n schelmenroman te lezen. Rumi komt er goed vanaf in dat boek – meer als een man van kennis, fiqh zelfs, dan zijn zielenkompaan Shams die als een regelrechte punkrocker wordt afgeschilderd (op 1 enkel moment na trouwens).

Ik geloof dat er enige boeken van Shafak in het Nederlands zijn vertaald door uitgeverij De Geus. Alleen al vanwege de goeie vibraties van dit boek in Istanbul zou ik zeggen: probeer ‘ns wat van haar te lezen.

In het jaar dat Elvis stierf, werd Noureddine geboren. Op zijn negende kreeg hij een skateboard. Op zijn 20ste werd hij in Schotland verliefd op boeken. Op zijn 27ste werd hij moslim en vond hij zijn draai. Hij werkt in de gehandicaptenzorg en denkt soms dat hij bijna Arabisch kan lezen maar vraagt dan toch om een klinker. Hij jat de beste grappen van de missus, steun en toeverlaat sinds 2006. Af en toe vertaalt hij wat poëzie omdat het leven dan gewoon beter is.

Lees andere stukken van