Voorpagina Ervaringen

Een nieuw avontuur in medialand

‘De media’ is een heel groot en breed begrip. Net wanneer je denkt dat je weet hoe het gaat in medialand, kom je erachter dat je er eigenlijk niets van weet. Zo zijn veel media commercieel en wordt er soms maar weinig waarde gehecht aan de objectiviteit en onpartijdigheid. In Nederland hebben we gelukkig weinig last van extreem commerciële kranten die dagelijks de grootste troep en onzin verkopen, maar toch blijft het de moeite waard om de media eens goed onder de loep te nemen.

Veel mensen, die in aanraking geweest zijn met journalisten, hebben er niet zo goede ervaringen mee. Zo was mijn stagebegeleidster twee jaar terug enorm overstuur geraakt, toen er een interview verscheen waarin ze haar woorden zodanig hebben verdraaid dat ze uit hun context waren gerukt. De desbetreffende journaliste kwam vervolgens bij haar op de zwarte lijst. Toen ik een onschuldige interview gaf voor een internetmagazine over mijn ervaringen bij het Jongerenlagerhuis, had de desbetreffende journaliste een quote van mij gebruikt waarvan ik nadrukkelijk had verzocht die niet te verwerken in haar stuk.

Even voor de duidelijkheid, als iemand je verzoekt een quote niet te plaatsen, dan ben je verplicht als journalist dat ook niet te doen. Je zoekt dan gewoon een andere manier om dat detail boven water te krijgen. Als je vervolgens leest wat ‘off the record’ had moeten zijn, dan kun je wel door de grond zakken. Nu is dit allemaal lief en onschuldig, maar hoe vaak gebeurt het bij ‘belangrijke’ mensen die zich vervolgens tegen iedereen en alles moet verantwoorden voor woorden die ze niet op die manier hebben bedoeld. Niet voor niets krijgen ze aan de top mediatrainingen, om lastige vragen te omzeilen.

Mijn mening werd vorige week tijdens discussie over het verbod van de Koran ook gevraagd. Voor het Brabants Dagblad vroegen ze een Brabantse uit onze redactie die een stuk kon schrijven van 800 woorden. Tijdens mijn telefoongesprek heb ik afgetast wat zij wilden en of ik aan die verwachting kon en wil voldoen.

“Hoe moet Nederland volgens jou reageren op het voorstel en kun je Ehsan Jami er ook in verwerken?” Mijn antwoord was dat ik het prima vond, maar dat ik niet te veel aandacht aan Jami wilde besteden. “Ja, maar we zouden willen dat je het erin zet aangezien dat de aanleiding is voor het voorstel en zo weten de mensen weer waarover het gaat.” Oh op die manier is het geen probleem. Na de telefoon opgehangen te hebben dacht ik: “Wauw! Wat een vrijheid! Lang leve de Nederlandse democratie, er wordt gewoon naar mijn mening gevraagd zonder allerlei voorwaarden eraan vast te stellen of er verwachtingen aan te verbinden. Daarom heb ik het stuk helemaal niet theologisch gemaakt (ben ik ook niet geschikt voor), maar heb het verhaal juist maatschappelijk verantwoord geschreven.

Maar zoals mijn onderbuikgevoelens me al voorspelden was het stuk niet goed genoeg. “Het is een goed stuk alleen het is niet vernieuwend, we hadden gehoopt dat je er dingen over in zou zetten als (na lang geaarzel) afvalligheid en hoe Nederland nu verder moet na de uitlatingen. Met jouw achtergrond (islamitische) hadden we gehoopt dat je er een ander licht op zou werpen.” Aha! Dat was het dus, theorieën waar geleerden zich jaren over buigen en van mening verschillen even in 800 woorden samenvatten, een mooi verhaal omheen verzinnen en dan naar de krant sturen. “Als u vanaf het begin duidelijk had vermeld dat u een theologisch onderbouwd stuk wilde, dan had ik meteen gezegd dat ik het niet zou doen, aangezien ik een theologische discussie in een seculier land volstrekt belachelijk vind. De aandacht wordt verlegd naar religie, terwijl het probleem een maatschappelijke aard heeft.”

“Ik hoop dat je het niet erg vindt”, zei hij. Nee, natuurlijk vind ik het niet erg. Dit is een wijze les en een eye-opener voor me. De media is tenslotte een doorgeefluik, maar wel een doorgeefluik met een eigen agenda, die ook bepaalt welke wending de discussie anneemt.

Toch is dit één groot spannend veld waar ik me graag in wil wagen, want al het positieve heeft haken en ogen. Door dit soort gevallen ben ik me ervan bewust wat voor macht je in handen krijgt als je mee kunt beslissen over de wending van een discussie. Des te belangrijker om te weten dat veel macht, ook veel verantwoordelijkheid met zich meebrengt.

Een redactie is het meest objectief als de medewerkers ook een goede afspiegeling zijn van de samenleving. In plaats van een vinger te wijzen naar de ‘almachtige media’ moeten we er zelf deel van uitmaken, zodat we niet alleen zeggen wat mensen uit onze mond willen horen, maar ook de kans krijgen om te zeggen wat we echt bedoelen.