Voorpagina Ingezonden, Maatschappelijk

‘Op elk potje past een dekseltje’

Layla Lamhamdi schrijft over haar afstudeeronderzoek, waarin zij zich richtte op pleegzorg voor moslims

In ons multicultureel hulpverleningslandje is de pleegzorg in volle gang. Hoe zou het gaan met de Islamitische pleegkinderen in Nederland? Zijn die er dan?!

Jawel, die zijn er. Maar liefst één op de drie pleegkinderen is van allochtone (en vaak Islamitische) afkomst. In de grote steden loopt dit op tot vijftig procent van het aantal pleegkinderen. Ze zijn er genoeg, maar het gebrek aan Islamitische pleeggezinnen, is groot.

Tijdens de conferentie ‘Pleegzorg 2011, zeg het zelf’ spraken deskundigen in het veld over de noodzaak dat er landelijk aandacht moest komen voor het werven van allochtone pleeggezinnen. Uit gebrek aan Islamitische pleeggezinnen worden Islamitische kinderen in autochtone pleeggezinnen geplaatst. Dit hoeft niet altijd verkeerd te gaan. Maar vervreemding van identiteit, cultuur en religie liggen wel op de loer. Zo is er het voorbeeld van een Somalisch meisje dat in een autochtoon pleeggezin werd geplaatst en daar opgroeide. Op een dag stond zij voor de spiegel en vroeg haar pleegouders: ‘Ben ik eigenlijk wel zwart?’

In 1982 werden de pleegzorgcentrales in Zuid-Holland zich al bewust van het probleem en zij startten het project “Bevordering pleegzorg allochtonen”.

Hier zijn we dan, 25 jaar later. Hoe staat het er nu voor in Nederland? In Noord-Brabant gaat het goed: in Tilburg is Stichting Kompaan er in geslaagd pleegzorg voor moslims op te zetten. In hun bestand bevinden zich ongeveer dertig Islamitische pleeggezinnen. Zij werden gestimuleerd door het congres dat de ISBI (Islamitische Stichting Bevordering Integratie) in 1993 organiseerde. De groeiende vraag naar Islamitische pleeggezinnen, gepaard met oprecht enthousiasme en de wil om te interculturaliseren, deed Stichting Kompaan succesvol slagen.

Veel pleegzorginstellingen vinden het moeilijk Islamitische pleeggezinnen te werven. Mijn conclusie is dat er een andere aanpak nodig is om allochtone pleeggezinnen te werven. Internetsites en advertenties werken voor deze doelgroep minder effectief. Stap echter naar de plaatselijke moskee en vraag de imam eens het probleem te benoemen in zijn preek. Zo zal het balletje sneller rollen in de Islamitische gemeenschap.

Het feit dat profeet Mohammed, vrede zij met hem, ook een pleegkind is geweest, is hierin een essentieel voorbeeld. Immers hebben zijn opa en oom voor hem gezorgd toen hij een weeskind werd. 

“Vond Hij u niet als wees, en beschermde u? En vond Hij u niet zoekende en leidde Hij u? En vond Hij u niet in armoede en verrijkte u? Daarom verdruk de wees niet” (93:6-9)

Ook wij kunnen pleeg- en weeskinderen beschermen, helpen en hen een stukje van onze rijke cultuur en religie meegeven. Mijn hart is veroverd door de Islamitische pleeggezinnen en pleegkinderen waar ik contact mee onderhoud. Zij zijn het bewijs dat het mogelijk is een dergelijk project te laten slagen. Waar een wil is, is zeker een weg, dat wil ik tegen elke hulpverleningsinstelling zeggen.

Mijn streven is dat er meer bewustwording komt voor de Islamitische pleegkinderen in ons land, want ook zij blijven hier.


Layla Lamhamdi (22) is afgestudeerde Sociaal Pedagogisch Hulpverleenster en schreef een scriptie over Pleegzorg voor moslims

Wij Blijven Hier werd in 2005 opgericht, omdat ze vonden dat ze er nog niet waren. Inmiddels zijn ze 3000 bijdragen rijker, die vrijwillig door beginnende én gearriveerde verhalenvertellers worden geschreven. Verschillend van columns, persoonlijke ervaringen tot verborgen nieuwsfeitjes. Ze kijken op hun eigen manier tegen de wereld aan, en vertellen zélf het verhaal. Wie zijn ze? Kijk om u heen. Want ze zijn hier. Zij Blijven Hier!

Lees andere stukken van Wij Blijven Hier!