Afgelopen woensdag ging ik naar een bijeenkomst genaamd: "Geloof en Staat: helderheid in een verwarrende relatie", georganiseerd door stichting Kosmopolis. Het principe van scheiding tussen kerk en staat lijkt op dit moment onderhevig aan maatschappelijke betekenisverandering. Tijdens maatschappijleer en geschiedenisles werd mij uitgelegd dat het eigenlijk gaat om de scheiding tussen geloofsinstituut en staat en dan vooral vanuit één richting. Hierbij is het niet toegestaan om vanuit staatswege een bepaalde geloofsleer voor te trekken of juist achter te stellen, maar omgekeerd is het wel toegestaan voor mensen van een bepaalde geloofsleer om zich politiek te organiseren en zo deel te nemen aan de besturing van de staat.
Belangrijk hierbij is dat wanneer een bepaalde partij zich baseert op ideologische overtuigingen (hetzij van confessionele, hetzij van maatschappelijke aard) deze partij alleen kan opereren binnen het kader van de grondwet: en die garandeert op haar beurt weer de vrijheid van andere ideologische partijen om zichzelf vorm te geven en ook deel te nemen aan dit staatsbestel. Het scheidingsconcept kerk-staat lijkt nu echter vooral te betekenen: geloof heeft geen plaats in de staat, niet in de grondwet, niet in de politiek, maar vooral ook niet in het openbare leven.
Beetje wauwelig dit allemaal? Ik ben dan ook geen politicoloog. Laat me het concreet maken aan de hand van de bijeenkomst die ik heb bezocht. De structuur was als volgt: er waren twee discussies die vermomd waren als (buiten)parlementaire enquetes met een ondervragende partij en een ondervraagde partij. De ondervraagde partij bestond uit een vertegenwoordiger van Youth for Christ, over wiens organisatie kamervragen waren gesteld, omdat ze actief waren als jongerenhulpverleners in Rotterdam op basis van subsidie die toegekend kregen. De tweede discussie ging over scholengemeenschap Cosmicus.
Ik bespreek hier alleen de casus van Youth for Christ. Youth for Christ werd ondervraagd over hun "mission statement" en hoe ze onderscheid maakten tussen hun evangelische-activiteiten en hun hulpverleningsactiviteiten. Want de reden dat er kamervragen over hun subsidieverlening werden gesteld, was dat ze zowel evangelisch als maatschappelijk actief zijn (en overigens voorlopig ook goede resultaten lijken te boeken met een moeilijke doelgroep) maar dat de staat hiermee ook hun evangelische-activiteiten steunden. En dat wordt op dit moment niet wenselijk geacht in onze maatschappij. Het antwoord dat de Youth-for-Christ’er gaf, was amusant en deed mij denken aan de semantische trucjes van de ‘islamitische bankieren’-discussie: zij houden de maatschappelijke en evangeliserende activiteiten apart van elkaar en hebben ook aparte boekhoudkundige constructies, waarmee ze de geldstromen gescheiden houden.
Dus in theorie is Youth for Christ een prima voorbeeld van de scheiding van kerk en staat: de staat subsidieert enkel die activiteiten die een algemeen positief maatschappelijk belang hebben en laat de religieuze ongemoeid (die worden gefinanceerd door o.a. legaten van overleden christenen). Nu is dit natuurlijk voornamelijk een vormkwestie, maar tot grote verrassing van menig aanwezigen liet getuigedeskundige Maurits Berger nog een ander geluid horen: zijn argument was dat er grondwettelijk zelfs ruimte zou zijn voor de staat om de religieuze/ideologische activiteiten van Youth for Christ te subsidiëren, maar enkel en alleen als dit zou betekenen dat elke andere ideologische vereniging haar ideologische activiteiten ook gesubsidieerd zou krijgen: de internationale socialisten hun marxistisch weekend, de moslims hun hidayah, de hare krishna’s hun wekelijkse muzikale kalverstraatuitje, en uiteraard de beste jongens en meisjes van blood and honour hun schietoefeningen op de baan.
Nu vraag ik jullie: ik vind de huidige grondwet wat betreft vrijheid van religie en vrijheid van meningsuiting en scheiding van kerk/staat prima geregeld. Echter, ik merk dat veel mensen (zeker in deze tijden) er niet meer achter staan. Is het tijd voor een democratisch bepaalde grondwetswijziging en/of beperking (dan wel uitbreiding) van de huidige religieuze/ideologische vrijheden?
11 Reacties op "Scheiding kerk en staat"
Wat voor voordelen biedt dat de maatschappij ?
Nou ik kan mij voorstellen dat je activiteiten subsidieert waarin een religieus element zit als deze een algemeen maatschappelijk belang dienen. Zo worden in Slotervaart door allochtone jongeren iftar maaltijden georganiseerd waarbij ouderen uit de buurt worden uitgenodigd. Dat heeft een maatschappelijk belang want er soms wat afstand tussen deze groepen die je kan overwinnen door dit soort activiteiten. Het gaat wat verder als je activiteiten organiseert om de islam te verspreiden. Overigens ligt dat niet in de bedoeling van deze jongeren maar bij die youth for christ jongeren zou dat een intentie kunnen zijn (om in hun geval het christendom te verspreiden). Daar ben ik dan tegen als dat met belastinggeld gebeurt. Wat mij betreft hoeft er geen grondwetswijziging te komen hoewel ik geloof dat dit nu niet zo precies daarin geformuleerd wordt. Maar daar is de grondwet ook niet voor.
Elke grondwetswijziging in dit klimaat zal een inperking betekenen van de vrijheden van minderheden, in het bijzonder moslims. De Nederlandse wetgever moet slimmer zijn dan de (angstvallige) waan van de dag.
Verder zal het niet zo zijn dat het volk er niet meer achter staat – als ze dat al ooit heeft gedaan – het is gewoon onbekend wat het nu allemaal eigenlijk inhoudt. Dat blijkt al als mensen zo’n onhollandse (bijna Franse) dingen zeggen als: geen religie in de publieke ruimte, zoals je al aangaf.
Nix daarvan, Nouredinne heeft gelijk. Politiek mag zich niet met religie bemoeien zolang deze binnen de wet blijft en de overheid mag omdat zij geen zeggenschap heeft over de religie uitdraging daarvan niet subsidieren.
Hoe meer ik er over denk een ontzettende kul stuk.
wat dacht u alleen al aan de christelijke en islamitische scholen.
U gebruikt een voorbeeld die zoals herman ook aangeeft staatsrechtelijk niets met scheiding kerk en staat te maken heeft.
Van scheiding van kerk en staat is sprake wanneer de kerkelijke macht en staatkundige macht niet in dezelfde handen zijn en zij geen beslissende invloed op elkaar uitoefenen. (Wikipedia)
Grondwetswijzigingen zijn niet nodig.
De staat mag inderdaad aktiviteiten van
religieus geïnspireerde groepen subsidiëren volgens bovenstaand definitie.
De moslims in Nederland mogen ook een moslimpartij oprichten.
Wat sommigen in Nederland willen is het Franse model van laicité invoeren: een absolute scheiding, absolute neutraliteit van de overheid, dus ambtenaren die hun religie dienen te verbergen (in feite moeten huichelen over hun religieuze achtergrond) en geen geld naar religieuze organisaties.
In wezen geldt de casus van Youth for Christ voor bijna alle hulpverlenings- en ontwikkelingsorganisaties die Nederland rijk is. Bijna alle zijn van religieuze oorsprong, hoewel de meeste weinig meer aan evangelisatie doen. Het Leger des Heils is een goed vorbeeld.
Subsidie wordt door alle overheden gegeven, niks bijzonders aan
Dit moet zo blijven, lijkt mij en dit blijft ook zo
Probleem is dat subsidie soms politiek strategische doelen dient (bijv. we willen minder geld uitgeven aan… of we willen onverheidsbeleid zus en zo implementeren en we zoeken draagvlak door de voorlichtingsactiviteiten van die en die organisatie te steunen)
Dit hoeft natuurlijk niet perse negatief te zijn, het hangt maar van het betreffende onderwerp af en wat men wil bereiken. En natuurlijk van hoe de politiek over het betreffende onderwerp denkt.
Neem het onderwerp sociale zekerheid.
Men beschouwt tegenwoordig maatschappelijke organisaties / liefdadigheid als een ‘alternatief’ voor de verzorgingstaat (denk aan het 19e eeuwse pannetje soep dat rijke mensen vroeger aan de armen in de achterstandswijken brachten, toen was er ook geen verzorgingsstaat) Willekeurige liefdadigheid wordt steeds meer ‘in’, men wordt voor haar / zijn dagelijks brood materieel gezien steeds vaker afhankelijk van willekeurigeinitiatieven als voedselbanken e.d. Is goedkoper dan een staatsorganisatie met goedbetaalde ambtenaren, n.l.: vrijwilligers doen alles meestal voor niks!
Kortom, voorlopig hoeven religieuze liefdadigheidsorganisaties zoals bovenstaande nergens bang voor te zijn.
Vind het alleen wel een beetje cru als zulke organisatie met hulp mensen zouden willen bekeren. Dan gaat het die organisaties alleen nog maar om de idee en niet om de mensen zelf
Ik ga uit van het principe dat je zoveel mogelijk op je eigen benen staat en op een menswaardige manier omgaat met anderen, terwijl je tegelijktijd van binnenuit staat voor je principes. Ook financiele onafhankelijkheid lijkt mij een gezonde manier van leven, omdat ik vind dat je zoveel mogelijk je eigen ethische waarden kan neerzetten. Religie vind ik danook typisch een geval van zet het zo zelfstandig mogelijk neer met donaties van mensen die je organisatie een warm hart toedragen. En dus zeker geen geld vragen van de overheid. Het is ook zo wie zo vreemd vind ik om geld te vragen van iemand of een instantie die je moelijk kan accepteren. ik ontvang liever geld en dingen in het leven van mensen die het met mij menen en dat geldt ook voor organisaties.
Hedrik-Jan: “Bijna alle zijn van religieuze oorsprong, hoewel de meeste weinig meer aan evangelisatie doen. Het Leger des Heils is een goed vorbeeld”.
Nou die doen juist heel veel aan evangelisatie !