Voorpagina Spiritualiteit

Lord of the hearts – part II

Vervolg op deel 1

December-complot

Ik was inmiddels al zeven of acht jaar oud toen mij het grote december-complot duidelijk werd. Het was niet de Sint die de peen verwisselde voor de lekkere chocola, nee… het was mijn zus of moeder die de wisseltruc uithaalde. Al die jaren was ik erin getuimeld door de mensen die ik het meest vertrouwde! Later hoorde ik dat de hele cultuur en mythevorming rond de Bisschop van Mira als argument voor het atheïsme werd gebruikt. Ik hoorde een keer iemand op tv zeggen dat religie het Sinterklaasverhaal voor volwassenen was.

Het ‘Sinterklaasargument’ wordt gedragen door negatief-atheïsten. Zo betogen zij dat het bestaan van God nooit bewezen is. Er zijn volgens hen echter ook geen harde bewijzen dat Hij niet bestaat (zoals positief-atheïsten beweren). Hoewel de afwezigheid van bewijs geen bewijs van afwezigheid is (ad ignorantiam) betogen zij dat zolang er geen positief bewijs geleverd is voor of tegen God, de rationele positie (default position) ontkenning is. God behoort volgens hen in het rijtje van mythische figuren zoals Sinterklaas, de Kerstman of het Spaghetti-monster wiens bestaan nooit bewezen of weerlegd is.

De theepot

Het ‘Sinterklaasargument’ is in iets andere bewoording duidelijk geformuleerd door de Britse filosoof Bertrand Russell (1872-1970) in het bekende ’theepot argument’. Daarin betoogt hij dat atheïsme de gezonde rationele houding is. In plaats van een mythische figuur vergelijkt hij God met een theepot. Het is volgens hem namelijk net zo irrationeel om in God te geloven als het geloof in een Chinese theepot in de ruimte die te klein is om waar te nemen. Het feit dat het idee van God in de maatschappij wat serieuzer wordt genomen dan het idee van een Chinese ruimte theepot, heeft volgens hem met een cultuur van indoctrinatie te maken.
Tot voor kort was de Britse filosoof Anthony Flew de grote kampioen van het atheïsme die dit argument verder uitwerkte in zijn bekende essay ‘The Presumption of atheism’. Hij legt hierin de bewijslast voor God volledig bij de theïst en hij plaatst de atheïst in de luie stoel. Tot groot onbegrip en ongenoegen van vele atheïsten (en vreugde bij veel theïsten) kwam hij enkele jaren geleden echter tot de conclusie dat er weldegelijk goede argumenten voor God zijn en daarop zei hij zijn atheïsme vaarwel.

De tegenargumenten

Veel theisten die met het ’theepot argument’ worden geconfronteerd, schieten in de verdediging en sommen allerlei Godsbewijzen op. Daarmee maken ze het atheïsten makkelijk die vanuit de luie stoel enkel een haarscheur hoeven te vinden om het hele argument ongeldig of zwak te verklaren.
Thomas McFarlane vaart een andere koers. Hij maakte in het artikel ‘The Error in Russell’s Teapot’ grote indruk op mij door de veronderstellingen van het argument van Russell onderuit te halen. Zijn tegenargumenten zijn:

  • Het bewijs voor ruimte theepotten is niet te vergelijken met een bewijs voor God. De afwezigheid van fysiek bewijs voor een fysiek object, is namelijk niet te vergelijken met de afwezigheid van fysiek bewijs voor een metafysische werkelijkheid.
  • De keuze voor de theepot als vergelijking is niet objectief. Kiezen we een ander voorwerp dat we niet hebben gezien dan kunnen we tot de tegenovergestelde conclusie komen, reikend van mogelijk (bijv. buitenaards leven) tot waarschijnlijk (bijv. het bestaan van de binnenkant van de zon).
  • Russell gaat ervan uit dat bij het ontbreken van bewijs, het niet-bestaan van X waarschijnlijker is dan bestaan van X. Het bestaan en niet-bestaan van X zijn logischerwijs echter even waarschijnlijk. De reden dat de één waarschijnlijker wordt gehouden dan de ander, hangt af van je wereldbeeld. Je wereldbeeld is niet op logica gebaseerd maar op aannames die niet logisch of wetenschappelijk te bewijzen of te falsificeren zijn.

De veelbelovende Nieuw-Zeelandse moslimfilosoof Imran Aijaz komt nog met een vierde argument in een goed debat met een atheïst. Volgens hem kan elke negatieve claim omgedraaid worden in een positieve claim. De atheïst die beweert dat God niet bestaat moet met een beter onderbouwd alternatief komen met betrekking tot de oorzaak van het bestaan.

De Agnost

Wat dat betreft komt nu een andere positie om de hoek kijken, namelijk die van de agnost. Een agnost is immers iemand die zaken puur rationeel bekijkt en erkent dat er niet voldoende kennis is om tussen theïsme en atheïsme te kiezen. Er zijn echter ook bij de agnost twee posities, een positieve en een negatieve. De positief-agnost sluit het bestaan van metafysische zaken niet uit, maar zegt dat kennis van de metafysische werkelijkheid onkenbaar is voor de mens. De mens is een fysiek en rationeel wezen en heeft geen toegang tot metafysische zaken. Wie anders beweert, moet dat maar bewijzen. Daarmee kiest de agnost in feite de positie van de negatief-atheïst.

De negatief-agnost aan de andere kant is meer een zoeker en sluit niet uit op een dag het ‘licht’ te zullen zien.

In de praktijk is er weinig of geen verschil tussen de levenshouding van een agnost en een atheïst. In haar levenshouding zal een agnost leven als een atheïst omdat het leven van een theïst om toewijding en geloof vraagt die deze persoon simpelweg (nog) niet heeft.

Mensbeeld

De zuivere agnost maakt zich in theorie los van aannames die niet rationeel verdedigbaar zijn en zijn positie lijkt daarom rationeler dan die van een atheïst. In werkelijkheid heeft ook de agnost een aantal fundamentele aannames die niet bewijsbaar zijn, zoals het mensbeeld. De mens wordt vaak gezien als een fysiek, rationeel wezen. Hij bestaat alleen uit lichaam en (verstandelijke) geest en dat maakt dat er geen ruimte is om kennis te vergaren behalve via de zintuigen en het verstandelijk vermogen.

Vanuit het religieuze perspectief bestaat de mens echter uit lichaam, geest en ziel. De laatste opent de deur naar spirituele zaken. De grote vraag is daarom wie het juiste mensbeeld heeft, omdat kennis van de werkelijkheid onlosmakelijk is verbonden met zelfkennis.
Al in het oude Griekenland stond bij de ingang van de tempel van Apollo van Delphi geschreven:

"Gnothi seauton" ("Ken uzelf")

Wordt vervolgd..

Kamel Essabane is het stilste jongetje van de klas dat toch begon te praten en zijn klasgenoten soms hard aan het lachen wist te maken. Hij overwon zijn angsten en maakte van praten voor groepen zijn beroep. Doordeweeks loopt hij met de pet op van docent islamitische godsdienst rond op een hogeschool en voorziet hij tevens diverse scholen van advies als onderwijsbegeleider identiteit en levensbeschouwing. Ook vertelt hij soms filosofische verhalen aan het Fahm Instituut. Af en toe plaatst hij vanachter zijn laptop in alle stilte een ernstige tekst op het net. Misschien dat iemand het leest.

Lees andere stukken van Kamel