Voorpagina Gastarbeiders

Predikant Klaas Hendrikse is gewoon een Soefi

Mohammed Benzakour is gastarbeider bij wijblijvenhier.nl

Het debat over Gods bestaan is zo oud als God zelf. Best oud dus. Wanneer er dan in de lage landen A.D. 2007 een boek verschijnt met de titel ‘Geloven in een God die niet bestaat’, kan gerust de schouders worden opgehaald. Of toch niet? Want de auteur heet Klaas Hendrikse en Klaas Hendrikse is geen haringboer. Hendrikse preekt iedere zondag tot de goedgelovige gemeente van Middelburg en Zierikzee, jawel, als PKN-predikant! Misschien is dit feit nog moeilijker te bevatten dan Gods bestaan.

Dus mocht de ‘atheïstische dominee’ een rondgang maken langs alle denkbare radiostations, tv-programma’s en krantenbijlagen, want we hebben hier toch werkelijk met iets revolutionairs van doen: een zielenherder die in God gelooft maar niet in Diens bestaan.

De reacties uit kerkelijke hoek demonstreerden een eigentijds begrip van naastenliefde. Ketter! Dwaalgeest! Psychiatrisch patiënt! In tongen spreken werd ineens in tongen schelden. Niet zonder reden, zeggen kerkelijke bonzen, want hier wordt niet zomaar een christelijk dogma aangevallen, hier wordt de complete christenleer op zijn jezuïtische kop gezet. Zodat het feit dat Harry Kuitert – de aloude verketterende theoloog die beweert dat niet God de mens maar andersom de mens God heeft geschapen – het voorwoord schreef geen verassing mag heten. Maar wat is dan precies de openbaring van Hendrikse? Wel, God is volgens hem niet bepaald een Opperwezen dat aan een touwtje trekt, nee, God bestaat slechts als ‘ervaring’, als ‘beleving’, als een ‘verinnerlijkte reis ergens naar toe’. En het is in deze zin, en alléén in deze zin, dat het concept ‘God’ een nuttige betekenis kan hebben.    

Nu, met alle respect voor de branie en welbespraaktheid van Hendrikse (twee loffelijke eigenschappen), aan zijn visie kan ik toch werkelijk niks revolutionairs en nog minder beginnende geestesziekheid ontdekken. Want hoewel zijn mooie basstem en gegroefd gelaat iedere zondag vanachter de kerkbankjes is te bewonderen, nader beschouwd hangt hij eenvoudigweg een leer aan die (volgens velen) zijn oorsprong vindt in de islam: het soefisme. Het soefisme, en parallel daaraan (zen-)boeddhisme, taoïsme, zoroastrisme en andere oosterse paden, is een mystieke traditie die vertrekt vanuit het spirituele idee dat God en Diens heerlijkheid slechts gekend en geopenbaard kunnen worden in de bron der bronnen: het menselijke hart. Alle schepselen dragen in hun hart een goddelijk vonkje en het is ons aller opdracht dat vonkje tot een vlam te doen ontbranden opdat we datgene bereiken waarvoor we op aarde zijn: volmaakte geluk. God is, kortweg, een hemelse ervaring, en geenszins een object dat aanbeden of gevreesd moet worden. 

De soefimysticus Inayat Khan, die reeds een eeuw geleden het westen in aanraking bracht met het soefisme, verwoordde het zo: “Wat onbegrensd is, kan niet begrepen worden, en wat niet begrepen kan worden is zonder naam. En wanneer wij de mensen beschouwen die geloven in een concrete God, zien wij dat velen van hen alleen maar geloven in wetten gegeven in Zijn  naam; zij doen misschien goede werken ter wille van God, maar intussen weten zij alleen maar dat er ergens een God is. Helaas, geen van deze soort gelovigen heeft een conceptie van de ware betekenis van het Godsideaal. Zij hebben alleen geloof in Gods bestaan en dit brengt niemand veel verder. Het Godsideaal is in wezen een stap naar de kennis van geestelijke volmaaktheid.” Zie hier het boek van Hendrikse, in retrospectief samengevat door Khan.

Op zijn beurt echter was Khan slechts een vertolker van denkers en dichters van ver voor zijn tijd. Ofschoon het soefisme geboren is in Arabië, in devotie groeide het op in Perzië en spiritueel volwassen werd het pas in India. Dit laatste met dank vooral aan kunstenaars en mystici van het kaliber Attar, Sa’adi, Rumi, Jami, Omar Khayyam en Hafiz. Stuk voor stuk vormden zij de vruchtgrond die aan het spirituele rijpingsproces die subliem fonkelende klank gaf. En sindsdien zijn op gezag van hún inspiratie en bezieling miljoenen soefi-gelovigen opgestaan; schepsels die weigeren zich te laten leiden door principes van orthodoxie, omdat ze vrij zijn van elke vorm van dweperij, dogma en afgedwongen beginsel. Ze drinken uit de kelk die vrijheid heet, en die kelk is, zo blijkt, nu ook ontdekt in Zierikzee en Middelburg.
Anders gesteld: Zeeland heeft er een afvallige bij, zij het een speciale: een die zich bekeerd heeft tot het soefisme. En natuurlijk is het nooit veilig of eenvoudig geweest om bekering of afvalligheid aan de grote klok te hangen, nog minder voor een dominee, dus verpakt Hendrikse zijn revelatie in een christelijk jasje – niemand wil per slot zijn baan kwijt.

Ik vind daarom dat onze Nederlandse soefibeweging Hendrikse niet in de kou mag laten staan. Laten ze een speciale persconferentie beleggen in hun tempel in Katwijk en ter gelegenheid daarvan een steuncomité voor Hendrikse oprichten. Maar wel onder één voorwaarde: ditmaal graag een écht steuncomité, en niet een eendagskliekje opportune warhoofden.

Eerder verschenen in Trouw (19 november 2007)


Mohammed Benzakour is publicist. In 2005 kreeg hij de vredesprijs voor Journalistiek toegekend en in 2001 won hij de Zilveren Zebra. Tevens is hij schrijver van het boek Osama’s Grot en lijstduwer bij de Partij voor de Dieren.

Mohammed Benzakour is publicist en columnist. Voor meer informatie: www.benzakour.nl

Lees andere stukken van