Voorpagina Algemeen, Ervaringen, Maatschappelijk

Een herdenking van alle slachtoffers?

Wie worden er hier eigenlijk waarom herdacht? De bezetters die in het land van mijn ouders zijn omgekomen in gevechten tegen de plaatselijke mensen?

Het is een poos geleden sinds mijn laatste artikel en mensen hebben zich afgevraagd waarom. Mijn leven is door een wervelwending gegaan, ik ben inmiddels getrouwd en verhuisd, but guess what: ik blijf nog steeds hier!

Toevallig ben ik hier tijdens de Dodenherdenking, wat ik de afgelopen paar jaren had gemist omdat ik rond deze tijd iedere keer in het buitenland zat voor werk. Maar dit jaar was ik erbij; en hoe.

Mijn broertje

Mijn broertje, de Benjamin thuis, was als commissielid van het Dagelijks Bestuur van zijn Lyceum de taak toegeschreven de vlag van de Dodenherdenking op te hijsen.

Als familie waren we natuurlijk zeer trots op hem. Maar opeens flitste er een gedachte voorbij waarin het Indonesische patriotisme in mij zich drong op de kwestie: ‘Wie worden er hier eigenlijk waarom herdacht? De bezetters die in het land van mijn ouders zijn omgekomen in gevechten tegen de plaatselijke mensen?’

Mijn broertje is natuurlijk een geboren en getogen Amsterdammer, maar de Indonesische identiteit in onze familie valt niettemin te ontkennen. Bovendien waren de vragen die in mij opkwamen van principiële relevantie.

Alle slachtoffers?

In deze trant heeft de kortgedingrechter waarschijnlijk ook geredeneerd toen hij besloot dat de gemeente Bronckhorst dit jaar niet mag meewerken aan de herdenking van Duitse soldaten in Vorden:

“Herdenking aan dode Duitse soldaten kan passend zijn, maar niet in één adem met de herdenking van slachtoffers van het Nazi-bewind.”

Gaat het op 4 mei dan alleen om de slachtoffers van het Nazi-bewind? In dat geval zou het niet perse een ‘nationalistische contradictie’ zijn dat mijn broertje, als nakomeling uit het bezette Indonesië door Nederlandse soldaten, de herdenkingsvlag ophijst, “want de dodenherdenking is voor het herdenken van de Nederlandse slachtoffers, niet voor degenen die hen dat leed hebben aangedaan” lees ik in vele commentaren. Hoe zit het dan met de slachtoffers van het leed?

De officiële tekst van het memorendum stelt dat 4 mei ter nagedachtenis staat van  allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord. En niet alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar in alle oorlogssituaties en bij
vredesoperaties sindsdien. Dit is dus inclusief de ‘politionele acties’ in voormalig Nederlands-Indië die plaatsvonden na de capitulatie van Japan in 1945, waarna President Soekarno op 17 augustus in hetzelfde jaar de onafhankelijkheid van Republiek Indonesia proclameerde, tot aan de uiteindelijke soevereiniteitsoverdracht in 1949.

De Rijksoverheid attendeert me echter dat het alleen om de Nederlandse kant van de slachtoffers gaat, en niet perse ook de Indonesische. Zelfs niet na de officiële excuses die de Nederlandse Staat vijf maanden geleden heeft geboden voor het aangerichte bloedbad in Rawagede tijdens de onafhankelijkheidsoorlog.

Is het nu ironisch of juist een goede daad dat mijn in Nederland geboren en getogen Indonesische broertje de Nationale Herdenkingsvlag ophijst?

Alle slachtoffers!

Om half acht komen wij aan in Amsterdam-Zuid, waar de vlaggen aan de gevestigde woningen halfstok uithangen en een menigte marcheert richting de hoek van Apollolaan en Beethovenstraat. Hier vond in 1944 een represaille plaats waar Duitse bezetters 29 Nederlandse gevangenen ombrachten. Vandaag de dag staat er een standbeeld van drie verzetsstrijders.

Mijn broertje staat, uitgedost in een batik overhemd, paraat bij de paal, omsingeld door veteranen en officieren in uniform en honderden Amsterdammers die naar het oorlogsmonument waren gekomen.

“Vanavond zijn wij bijeen gekomen om de 29 vrijheidsstrijders te eren, de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken, en alle slachtoffers die door oorlogsgeweld zijn gevallen tot aan de dag van vandaag.”

Alle slachtoffers zijn de woorden van de lokale ceremoniemeester. In mijn netvlies projecteren zich de meest bijgebleven oorlogsbeelden van de conflicten in Aceh, Oost-Timor, Bosnië, de Molukken, Sobibor, Auschwitz, Uganda, Sudan, Libië en Palestina. Ik zucht diep.

De geoefende schrijver Eli Asser brengt vanuit een stoel zijn persoonlijk verhaal voor. Hij was 17 jaar toen de oorlog uitbrak. Toen hij op een dag huiswaarts richting de Amsterdamse Jodenhoek liep, schopte een politieman hem letterlijk weg omdat er op de brug SS-agenten op alerte wacht stonden. Hij heeft zich toen drie jaar lang ondergedoken. Eli Asser spreekt te midden van een aandachtig publiek, het enige familielid dat de oorlog had overleefd.

Ik voel een rilling over mijn rug gaan. Zijn getuigenverhaal doet mij sterk denken aan de ontmoeting die mijn man had met een 8-jarig meisje in Palestina. Zij had zichzelf ondergedoken tijdens een bomaanval in 2009. Maar bij thuiskomst had ze de rest van haar hele familie verloren. Een kennis van mijn vader reist voor een vredesorganisatie tussen de eilanden van de Molukken: ook hij verloor al zijn familieleden in het bloedig conflict tussen 1999 en 2001.

De klok slaat 20.00 uur en alle aanwezigen vallen in diepe stilte. Ik neem twee minuten in acht om de slachtoffers te herdenken. Van de Tweede Wereldoorlog en alle militaire conflicten sindsdien De slachtoffers en hun families. De Nederlanders en de niet-Nederlanders. Om 20.02 komt de koperblazer naar voren en begeleidt het Wilhelmus terwijl mijn broertje en met zijn Nederlands-Japanse Bestuursgenoot vol trots de Nederlandse vlaggen ophijsen.

Afgestudeerd in kinderrechten, de van huis uit antropologe en gedreven tekenaarster uit hartje Mokum met wortels in het Grootste Archipel, is heden genesteld in London maar reist de wereld rond met haar man als politiek activiste: zij is Putri Gayatri Pertiwi, freelance columniste voor Wijblijvenhier.nl

Lees andere stukken van