Voorpagina Sport

Kruistocht in voetbalshirt

‘Voetbal is oorlog!’

– Rinus Michels (‘De Generaal’)

Dat voetbal voor veel mensen een soort nieuwe religie is geworden, is mij wel duidelijk. Voor hele volksstammen is de zondag niet meer de ‘heilige kerkdag’, maar de ‘heilige voetbaldag’ geworden. Ze hebben de kerk voor de Kuip verruild. Sommige fanatiekelingen gaan nog verder. Ter vervanging van godsdienstoorlogen voeren zij nu voetbaloorlogen.

Volgens de Turkse advocaat en voetballiefhebber Baris Kaska worden er nu ook kruistochten op het veld gevoerd. Dat is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk nieuws!

Even een stapje terug. We kunnen namelijk niet alle mensen die met voetbal worden geassocieerd over één tackle scheren. Ik heb er een hekel aan om alle moslims over één hoofddoek te scheren. Laat ik daarom niet dezelfde fout maken.

Ook voetballiefhebbers zijn net mensen! Er bestaan:

Vrijzinnigen, gematigden, dogmatici, extremisten en afvalligen.

– De vrijzinnigen zijn mensen die wel elementen van het voetballen leuk vinden, maar de sport niet leuk genoeg vinden om een supporter of beoefenaar te worden. Het kan ook zijn dat de vrijzinnige zich stoort aan andere elementen zoals de discipline en inspanning, of de extreem hoge salarissen van de spelers, de vercommercialisering van de sport, het gebrek aan sportiviteit of passie bij de spelers en de nare effecten die het spel met zich mee brengt bij de supporters. De vrijzinnige zapt van voetbal net zo makkelijk naar een andere sport of bezigheid.

– De gematigde voetballiefhebbers. Deze houden erg veel van voetbal. Zij geloven heilig in hun clubje en zijn erg loyaal. Als het slecht gaat wordt er een traantje weggepinkt en als het goed gaat wordt er intense vreugde beleefd. Over het algemeen weten de gematigde supporters hun positie wel te relativeren ("het is maar een spelletje") en gezonde zelfkritiek is hun ook niet vreemd ("erg jammer, moeten ze maar beter spelen").

– De dogmatische voetballiefhebbers. Deze zijn minstens net zo loyaal als de gematigden, alleen gaan deze supporters zo ver dat ze de club en de spelers (bijna) aanbidden. Voetbal is alles. Kritiek op de club of een speler wordt als persoonlijke kritiek opgevat. Van zelfkritiek is geen greintje te bespeuren. Als het slecht met de club gaat ligt het altijd aan ‘de ander’. Twijfelen over eigen spelers of club is vloeken in de Kuip!

– De extremisten. Deze worden ook wel ‘hooligans’ genoemd. Zij vormen een klein groepje schreeuwlelijkerds dat de zwijgende meerderheid regelmatig overschreeuwt. Ze zijn literalistisch in hun leer in de zin dat ze bovenstaande spreuk van ‘De Generaal’ wel erg letterlijk interpreteren. In naam van het ‘vredige’ voetbal zijn zij bereid te sterven of een moord te plegen, ook al gaat deze daad tegen de principes van het voetbal (zoals sportiviteit) in. De extremisten misbruiken het voetbal om allerlei kwaad aan te richten in naam van hun sport en clubje. Ze gaan niet naar een wedstrijd om te genieten van het voetbal maar om rottigheid uit te halen. Het interesseert ze geen bal dat ze daarmee hun club en de sport een slechte naam bezorgen.

– De afvalligen. Dat zijn de ex-gelovigen, ex-voetballiefhebbers. Zij hebben het geloof in hun clubje opgegeven om redenen die per persoon kunnen verschillen. Van grote teleurstelling in het gedrag van spelers, club of supporters tot verandering van persoonlijke interesse (hobby). Je hebt afvalligen die naar een andere club overstappen (zoals van Ajax naar Feijenoord) en je hebt afvalligen die hun tijd in andere interessen gaan steken (zoals van voetbal naar postzegels verzamelen). Door sommige gelovige supporters worden afvalligen als verraders gezien.

Voetbal en religie worden zoals eerder gezegd, vaak vermengd. Men slaat een kruisje of reikt de handen uit naar Allah voor een overwinning. Dit oogt onschuldig, al vraag ik me af of dat niet naar afgoderij neigt, als je van Allah/God een partijdige God denkt te maken.

Wat ook vaak gebeurt is dat voetbal en politiek met elkaar vermengd worden. Zo riep een aantal jaren geleden een Turkse minister de Europese Unie op Turkije toe te laten tot de Europese Unie omdat de winst van de UEFA-cup door een Turkse club wel had bewezen dat Turkije bij de top van Europa hoort.

Terug naar de Turkse advocaat. Deze voetballiefhebber gaat nog een stap verder. Hij vermengt religie, politiek en voetbal in een aanklacht. Hij heeft namelijk bij de wereldvoetbalbond FIFA en de Europese voetbalbond UEFA een aanklacht ingediend tegen de Italiaanse voetbalclub Inter Milan (Internazionale), die onlangs 3-0 van zijn clubje Fenerbahce heeft gewonnen. Inter Milan zou namelijk door middel van een afdruk op het voetbalshirt de Islam hebben beledigd. Het rode kruis op het tenue van Inter Milane zou verwijzen naar de Kruisridders die in 1099 duizenden moslims vermoordden in Jeruzalem.

Ik vraag me echter af wat het voor zin heeft een voetbalshirt te koppelen aan de kruistochten van duizend jaar geleden en de belediging van de Islam? Een rood kruis is inderdaad een logo dat door de Kruisridders werd gebruikt en waarschijnlijk stamt het daar ook van af. Een rood kruis komt nu echter voor in het clublogo van Inter Milan en niet te vergeten in het logo van de hulporganisatie ‘Het Rode Kruis’, een zusterorganisatie van ‘De Rode Halve Maan’. De betekenis van logo’s en symbolen kan in de loop van de geschiedenis blijkbaar radicaal veranderen. Bovendien, zelfs al was het wel een provocatie van Inter Milan dan was het nog wijs en sportief er niet op in te gaan.

De Islam is blijkbaar voor sommigen behalve een handig middel om allerlei rottigheid mee te excuseren, ook handig om de slachtofferrol mee te spelen.

Deze aanklacht van de onsportieve Turkse advocaat vind ik behalve een lachertje erg schadelijk in het huidige klimaat in Europa. Het is nodig om ons als moslims hiervan te distantiëren. Door zulke goedkope aanklachten, bestaat namelijk het gevaar dat aanklachten tegen echte vormen van Islamofobie (die veel gevaarlijker zijn) niet meer serieus worden genomen.

Kamel Essabane is het stilste jongetje van de klas dat toch begon te praten en zijn klasgenoten soms hard aan het lachen wist te maken. Hij overwon zijn angsten en maakte van praten voor groepen zijn beroep. Doordeweeks loopt hij met de pet op van docent islamitische godsdienst rond op een hogeschool en voorziet hij tevens diverse scholen van advies als onderwijsbegeleider identiteit en levensbeschouwing. Ook vertelt hij soms filosofische verhalen aan het Fahm Instituut. Af en toe plaatst hij vanachter zijn laptop in alle stilte een ernstige tekst op het net. Misschien dat iemand het leest.

Lees andere stukken van Kamel